Ilse De Vooght - We werken met z'n allen te hard en te veel
Deeltijds thuis blijven voor het gezin is erg populair bij vrouwen. Bijna de helft van de loontrekkende vrouwen werkt deeltijds. Bij mannen is dat slechts 9,4%. Het voltijds thuis blijven neemt al decennialang af. Waren er 30 jaar geleden nog 1,2 miljoen huisvrouwen, nu zijn het er zo’n 430.000. Slechts een kleine groep mannen – zo’n 17.000 - is huisman. Vele vrouwen werken minder of niet om de combinatie tussen werk en gezin te vergemakkelijken. Erg begrijpelijk, maar het maakt hen ook financieel kwetsbaar. Ze verdienen minder of niets, en een carrière uitbouwen wordt moeilijk.
Steeds meer relaties lopen op de klippen en vooral dan breekt de keuze om meer tijd in het gezin te steken, zuur op.
Historische context van mannen- en vrouwenrollen
De keuze om minder te gaan werken of volledig thuis te blijven, is niet zomaar een kwestie van persoonlijke voorkeur. Niet toevallig is het een vrouwelijke aangelegenheid. Voor de jaren ’70 was betaalde arbeid voor vrouwen niet vanzelfsprekend. De overheid ondersteunde toen volop het kostwinnersmodel, waarbij mannen uit werken gingen en vrouwen de niet te onderschatten taken van het huishouden en de opvoeding van de kinderen voor hun rekening namen. De feministische bewegingen maakten zichtbaar hoe zwaar die ongelijkheid binnen het gezin op vrouwen woog. Het huishouden mag geen exclusief vrouwelijk terrein en de maatschappij (werk en politiek) geen exclusief mannelijk territorium mag zijn.
Vandaag viert het tweeverdienersmodel hoogtij: mannen en vrouwen worden beiden geacht om voltijds te werken. Dit model is evenmin ideaal.
Omdat van vrouwen anno 2015 nog altijd verwacht wordt dat ze veel meer tijd in huishouden en zorg steken dan mannen, werken vele vrouwen deeltijds. Lagere lonen en gebroken loopbanen zijn het gevolg. Minder gaan werken is ook hier niet zomaar een kwestie van persoonlijke voorkeur.
Bovendien houdt dit tweeverdienersmodel te weinig rekening met onze onbetaalde arbeid. Er is te weinig tijd voor vrijwilligerswerk, voor (mantel)zorg en voor onszelf. In het kostwinnersmodel was die tijd er wel. De man werkte toen 45 uren per week, nu telt een voltijdse werkweek in een tweeverdienersgezin 76 uren.
Femma gaat voor een samenleving waarin mannen en vrouwen op een kwaliteitsvolle en evenwichtige manier betaalde en onbetaalde arbeid combineren. Daarom zijn we voor een werkweek van 30 uren.
Een nieuwe collectieve norm waaraan onze sociale rechten gekoppeld zijn. Zo’n werkweek van 30 uren is prima voor het gezin, voor mannen én voor vrouwen!
Auteur: Ilse De Vooght, beleidsmedewerker van Femma