‘Met immens engelengeduld’
Onze-Lieve-Vrouwekerk in Sint-Truiden na veertien jaar gerestaureerd
„Eindelijk is de kerk opnieuw in haar volle glorie te bewonderen. Dit huis van God is er voor de gemeenschap en dankzij de restauratie is het nog meer een open en gastvrij gebouw”, zegt Jean-Pierre Palms. De voorzitter van de Truiense kerkraad haalt opgelucht adem. Liefst veertien jaar duurden de restauratiewerken aan de Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopnemingkerk, een gotische en neogotische kerk die een deel van de Grote Markt in Sint-Truiden inpalmt. De werken leverden echter ook slapeloze nachten op, maar nu de kerk klaar is, is Palms trots. „Temeer daar de kerk al die tijd openbleef en de erediensten altijd konden plaatshebben”, zegt hij. Met Pinksteren volgt de inhuldiging.
De Onze-Lieve-Vrouwekerk, zoals ze in de volksmond wordt genoemd, werd gebouwd in de twaalfde eeuw. Het koor dateert uit de eerste helft van de veertiende eeuw, het schip en de zijbeuken uit de vijftiende eeuw. Zoals de meeste cultuurhistorische gebouwen in Sint-Truiden is de kerk beschermd. De restauratiewerken startten in 2004. In negen fases onderging zowat alles een metamorfose. Zo werd de buitenkant van de toren vernieuwd, de hoge en lage daken, de gewelven, de vloeren, de muren, de glasramen, de schatkamer en heiligenbeelden, de lage glas-in-loodramen en de gewelf- en muurschilderingen in de Mariakapel en in het hoogkoor.
„De werken zouden aanvankelijk tien jaar duren, maar we kenden alle mogelijke problemen, met vertragingen tot gevolg”, weet Jean-Pierre Palms. „Voornamelijk de werken aan de toren duurden veel langer, wat die uitgavenpost drie keer hoger maakte. Gelukkig verliep de samenwerking met de Vlaamse overheid geolied. Het Agentschap Onroerend Erfgoed reikte ons constructieve adviezen aan en het zag op welke manier wij de hele restauratie een warm hart toedroegen.”
„Elke fase kostte gemiddeld 700.000 euro”, legt Camille Vanlangendonck, penningmeester van de kerkfabriek, uit. „Daarvan betaalde de overheid tachtig procent, de stad en de kerkfabriek elk tien procent. De voorbije jaren was ik bijna voltijds aan de slag voor de kerkfabriek. Elke woensdag stonden we als kerkraad op de stellingen om te inspecteren. Het resultaat mag worden gezien. De muurschilderingen in de Mariakapel en in het hoogkoor zijn wat mij betreft het summum. Tot voor kort was dat een grijze vlakte en kon je geen figuren onderscheiden. Door het wegnemen van de vernislagen zijn de meesterwerken van schilder Jules Helbig (1821-1906) opnieuw zichtbaar. Ze brengen zo veel kleur in de kerk en door de nieuwe verlichting komen ze extra tot hun recht. Dat is het werk van Paul Vanmarsenille, conservator van de schatkamer. Ere wie ere toekomt.”
Vanmarsenille volgde sinds 2004 de werken op namens de kerkraad. Hij is vol lof over de manier waarop de Gentse restaurateur Jan Verbeke en zijn team te werk gingen: „Met intens engelengeduld. Geweldige vaklui. En als er bepaalde hiaten waren in afbeeldingen of glasramen, konden we rekenen op het uitgebreide en goed gedocumenteerde archief van de kerk. Ook de experts stonden versteld van de muurschilderingen en verwezen naar de Italiaanse grootmeesters. Ik vind het bijzonder dat de restaurateurs aan de slag waren in een kleine stad als Sint-Truiden. Doorgaans zijn ze actief in wereldsteden. De waardevolle heiligenbeelden in de kerk brachten ze zowat terug in hun oorspronkelijke staat. De beelden van Je-saja en Jeremia stonden aan het portaal, maar door de tekst op het gerestaureerde beeld weten we nu dat het niet om Jeremia gaat, maar om Paulus.”
De kerk wordt op pinksterzondag 20 mei opnieuw ingehuldigd. Die dag toont de kerkraad ook het unieke religieuze erfgoed uit de schatkamer. „De kerk kan er hopelijk weer voor lange tijd tegen”, besluit Palms.