Indien ik elders was geboren...
Japan, 17de eeuw. Twee jonge jezuïeten, Rodrigues en Garupe, ontschepen in het geheim. Ze zijn op zoek naar hun ordegenoot Ferreira van wie gezegd wordt dat hij van zijn geloof is gevallen. De christenen worden vervolgd in Japan, je geloof afzweren is de enige manier om in leven te blijven. Het leven van Japanse christenen is een martelgang. Ook de tocht van de twee jonge jezuïeten wordt een calvarie. Dat is kort samengevat de rode draad van de nieuwste film van Martin Scorsese, Silence.
Silence is het verhaal van geloof én geloofsafval, van twijfel én verraad. Na hun landing wil een zekere Kichijiro de beide priesters wel helpen onder te duiken, zegt hij. Echter, voor een handje geld draagt hij hen over aan de Japanse autoriteiten. Een Judas dus? Maar in tegenstelling tot Jezus' leerling pleegt Kichijiro geen zelfmoord. Hij slaat zich op de borst en put zich uit in berouw. Hulpeloos roept hij naar een priester: Indien ik elders en in een andere tijd was geboren, zou ik dan geen goede christen zijn geweest?
Zoals spiegels doen, keert ook die spiegel links om in rechts en rechts in links.
Wat zou ik gedaan hebben?
De vraag houdt me bezig. Martin Scorsese houdt mij een spiegel voor. Maar zoals spiegels doen, keert ook die spiegel links om in rechts en rechts in links. Ik hoor de vraag: Indien ik elders en in een andere tijd was geboren, zou ik dan geen afvallige zijn geworden? Mijn eigen aangezicht in de spiegel weigert te antwoorden. Ik kijk mezelf aan met ogen vol vraagtekens. Ik wil protesteren tegen zo veel wantrouwen van mezelf in mezelf. Maar ook ik ken het antwoord niet.
Nederlandse Publieke Omroep (NOP), Omroep Max, documentaireserie Het was oorlog, met telkens twee verhalen: een van iemand die in het verzet is gegaan en de moed van de weerstand kende, en een van iemand die in collaboratie is gestapt en de gruwel van het verraad pleegde. In de eerste aflevering is de tweede protagonist Henk Feldmeijer, leider van de Nederlandsche SS.
Hoewel een goede student (Universiteit Groningen) laat Feldmeier zijn studies voor wat ze zijn en stapt hij reeds vóór de oorlog in de extreemrechtse NSB, het VNV van Nederland, en maakt er carrière. De oorlog biedt hem de kans om helemaal door te stoten naar de top van de collaboratie. Hij ronselt niet alleen jongens voor het Oostfront en gaat er ook even vechten, hij organiseert na terugkeer pogroms in Nederland, jaagt op onderduikers en moordt met de gruwelijke verbetenheid van een fanaticus.
Mijn spiegel verschijnt weer met het omgekeerde beeld: En jij, wat zou jij gedaan hebben?
In de documentaire zegt zijn kleinzoon dat opa in andere tijden met andere historische omstandigheden wellicht een goede wetenschapper zou zijn geworden en misschien ook politiek actief zou zijn geweest in een deftige democratisch partij met de bedoeling de samenleving te dienen. Dat beweert de kleinzoon niet om zijn grootvader te vergoelijken, zegt hij, want hij keurt alles af wat opa heeft gedaan en is geweest. Hij stelt een vraag met een bijna aan zekerheid grenzend antwoord.
Mijn spiegel verschijnt weer met het omgekeerde beeld: En jij, wat zou jij gedaan hebben was je in 1940 dertig jaar? Ik ben er zeker van, zeg ik tegen mezelf, dat ik nooit... Mijn spiegelbeeld krijgt een venijnig trekje om de mond, mijn gespiegelde ogen knijpen zich dicht en in de fronsen op mijn voorhoofd lees ik de vraag: Hoe zeker ben je? Heel zeker, wil ik zeggen maar antwoord: Eigenlijk kan ik het niet weten, ik sta niet voor de verscheurende keuze tussen verzet en verraad.
Ben ik dan zo weinig zeker van mezelf, mijn overtuiging, mijn vredelievendheid, mijn toewijding, mijn geloof, mijn menselijkheid? Neen, ik ben er behoorlijk zeker van. Maar geen van een is ooit op de proef gesteld, tenzij ik het niet meer weet. Met Paulus weet ik dat ik niet roemen mag op mijn verdiensten. Met Petrus weet ik dat verraad ook een keihard geloof een schop kan geven.
Ik buig nederig het hoofd en bid: Heer, geef mij de kracht om U nooit te verraden en evenmin een evenmens. Ik zwijg en word stil. Silence.