Jong, gelovig en kunstschilder: ontdek Egbert Modderman
Zijn moeder had zijn tekentalent altijd aangemoedigd, maar zelf dacht Egbert Modderman dat hij beter een echt beroep kon leren. Een tijdlang werkte hij voor een interieurbedrijf, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik wou schilderen, dus ik begon er gewoon aan, vertelt hij. Ze kennen me goed in de Martinikerk. Toen ik 3 jaar geleden voorstelde om een werk voor de kerk te maken, kreeg ik meteen de opdracht voor een monumentaal doek van Sint-Martinus.
En dat is opmerkelijk op meer dan 1 manier. De Martinikerk was ooit een katholieke kathedraal, maar werd na de reformatie een protestantse kerk. Meteen werd alle kunst er weggehaald. Nu vult de sobere ruimte zich opnieuw met kleur. En het eerste doek beeldt een heilige af.
Mijn gereformeerde opvoeding maakt van mij iemand die doorgaans heel rationele keuzes maakt, zegt Egbert Modderman. Maar met mijn geloof is het anders.
Al redenerend kom ik er niet achter waarom ik geloof. Het is een gevoel. Noem het gerust een mysterie. En dat mag het blijven.
Na het doek van Sint-Martinus volgde een tentoonstelling in de Martinikerk, met als titel De schoonheid van religie. Een Amerikaan kocht enkele doeken en introduceerde Modderman meteen in het Bijbelmuseum in Washington. Al gauw kon hij leven van zijn werk. De twintiger vindt het nog altijd vreemd om kunstenaar te worden genoemd, want hij is grotendeels autodidact, op de naschoolse opleiding vormgeving na en een zomer Art Academy in Firenze dankzij een gewonnen beurs.
Modderman: In het begin maakte ik portretten en stillevens, maar ik ontdekte al gauw dat schilderijen die de beleving van de schilder zelf uitdrukken, meestal de beste zijn. Voor mij is religie heel belangrijk.
In de grote verhalen van de Bijbel vind ik diepmenselijke emoties, die me raken omdat ze vaak ook zo herkenbaar zijn.
Vandaar dat ik nu alleen nog schilderijen maak rond Bijbelverhalen en de christelijke canon.
Werken van barmhartigheid
De laatste tijd is Modderman nog vaker in de Martinikerk te vinden dan anders. Hij werkt er aan een 8-delige reeks over de Werken van Barmhartigheid. 3 ervan hangen al in de kerk. Plus het doek van de heilige Martinus, dat staat voor ‘de naakten kleden’. Het achtste werk werd toegevoegd door paus Franciscus en gaat over de zorg voor de schepping.
Toen ik de opdracht kreeg, heeft het een half jaar geduurd vooraleer ik eraan durfde te beginnen.
Het is een hele verantwoordelijkheid om een kerk die zo lang kale muren had, opnieuw te mogen aankleden. Het geheel moet kloppen.
In september wordt het werk onthuld waar de jonge kunstenaar nu aan bezig is: een doek van 3 op bijna 1,5 meter dat Jozef en Maria uitbeeldt, op zoek naar onderdak in Betlehem. Het staat voor ‘het herbergen van de vreemdeling’.
Ik kies ervoor om de figuren een tijdloos karakter te geven en ook voor deze opdracht enkel BIjbelverhalen te gebruiken. Enerzijds om aan te tonen dat het thema van de barmhartigheid overal in de Bijbel opduikt. Anderzijds om alle nadruk te kunnen leggen op de gezichten en de emotie.
Ik hoop dat toeschouwers in de ogen van Maria de paniek herkennen van vluchtelingen vandaag.