Kerkhistories ~ Het jezuïetenhart van Joost van den Vondel
In 1667 schreef Joost van den Vondel een treurspel over de val van de Ming Dynastie: Zungchin of Ondergang der Sineesche Heerschappye. Daarin wordt verteld hoe keizer ZungChin (Chongzhen) door het volk en zijn eunuchen verjaagd wordt van het keizerlijk hof. Hoe kon een Nederlands toneelschrijver en dichter zo goed op de hoogte zijn van het reilen en zeilen in het verre China? Waarom kiest hij voor zo’n exotische bestemming om eigenlijk iets over zichzelf te vertellen?
Kerkhistoricus Paul van Geest verdiepte zich in het stuk toen hij studeerde in Rome. Meer zelfs, hij regisseerde het destijds. Samen met medestudenten van het Germanicum et Hungaricum voerde hij het op in 1987. Voor zover ik weet was dat de eerste keer dat het stuk aan een publiek werd voorgesteld, vertelt Van Geest. Het was dan ook niet Vondels beste, geschreven toen hij al in de 80 was.
Waarom de studenten dan geen ander werk van Vondel brachten? Het antwoord is te zoeken bij een van de hoofdpersonages in het treurspel, jezuïet Adam Schall von Bell.Hij was niet alleen missionaris, maar ook alumnus van het Germanicum in Rome. Dat was voor ons de simpele aanleiding.
Vondel, China en de jezuïet in zichzelf
Toch is het stuk heel bijzonder, vindt de kerkhistoricus, om historische en autobiografische redenen. Vondel kreeg zijn informatie uit eerste hand van de Italiaanse jezuïet Martino Martini, die een succesvolle missie leidde in China en een bevlogen wetenschapper en cartograaf was. In 1654 verbleef Martini in Amsterdam om zijn atlas van China bij Blaeu te laten drukken. De twee moeten lange gesprekken hebben gevoerd.
Duidelijk is dat Vondel diep onder de indruk geraakt van de jezuïetenmissie en de roemrijke Chinese cultuur.
Hij hangt zijn verhaal op aan Adam Schall, die net als hij in Keulen werd geboren, en gaat zich echt met deze jezuïet identificeren. Tegen de achtergrond van het Chinese drama roept Vondel de onrust op die andere drama’s in het leven van eenieder kunnen teweegbrengen. Zelf kende Vondel die onrust maar al te goed, danig op de proef gesteld door het overlijden van meerdere van zijn kinderen.
Maar die onrust krijgt niet het laatste woord. In het toneelstuk geeft Adam Schall de entourage van de keizer de raad om te vertrouwen op Gods voorzienigheid. Zo wordt Schall de spreekbuis van Vondels eigen geloofsbeleving. Dat vind ik zo bijzonder bij Neerlands grootste treurspeldichter, dat een jezuïet de vertolker van zijn eigen drijfveren, onzekerheden, zekerheden en geloofsbeleving wordt, zegt Van Geest.
‘Schall is als een rots in de branding van de wisselvalligheden in het leven.’
Via deze jezuïet getuigt Vondel hoe hij in het leven wil staan. Een jezuïetenhart dus, onder dat van schrijver, dichter, echtgenoot en vader.
Meer weten
- Paul van Geest is lid van de Onderzoekseenheid Kerkgeschiedenis en Theologie aan de KU Leuven.
- Het werk Zungchin of Ondergang der Sineesche Heerschappye vind je terug in De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674.
- Van Martino Martini werd in 2018 een pas ontdekt schilderij getoond in het MAS. Hoe vooruitstrevend deze jezuïet was, blijkt wel uit dit portret, gemaakt door de ‘vrouwelijke Rubens’, Michaëlina Wautiers. Lees: Jezuïeten opgetogen over onbekend barokportret.