Kerkhistories ~ Leuvense Bijbelkenner roept studenten ten strijde
Leuven, anno 1635. Frans-Hollandse troepen staan aan de poorten van de stad. Bijbelgeleerde Cornelius Jansenius, rector van de universiteit, vuurt zijn studenten met een strijdlied aan om de stad te verdedigen.
Van 24 juni tot 4 juli wordt zwaar slag geleverd. Uiteindelijk druipt de vijand af. De Spaanse Nederlanden onder leiding van Ferdinand II gaan vanaf dan zelfs de tegenaanval in en heroveren enkele steden. Lodewijk XIII en zijn premier kardinaal Richelieu kunnen hun droom om het oude Gallië te herstellen, stilaan opbergen.
Een sterk verhaal. Maar wie was Cornelis Jansenius eigenlijk? Waarom was deze Leuvense hoogleraar de weinig tolerante katholieke Habsburgers zo genegen? En wat heeft zijn naam nu ook alweer te maken met het door Rome veroordeelde jansenisme?
Kerkhistoricus Mathijs Lamberigts is gefascineerd door ‘oud-collega’ Jansenius, een van de belangrijkste figuren in de geschiedenis van de universiteit, de oudste en destijds ook enige universiteit van ons taalgebied. Laat me even de context schetsen, zo steekt de professor van wal.
Godsdienstoorlog of machtsdrang?
Lamberigts: Oorlogspropaganda bestaat al langer dan vandaag, moet je weten. Lodewijk XIII en kardinaal Richelieu waren er goed in. Dat moest wel, want hun oorlogen tegen de Oostenrijks-Spaanse Habsburgers kostten handenvol geld en de bevolking begon te morren onder de belastingdruk.
Tegen die propaganda moest Ferdinand II in actie komen. Dat vond althans Pieter Roose, voorzitter van de Geheime Raad en trouwe verdediger van de Habsburgse dynastie. De Habsburgers waren in deze Dertigjarige Oorlog (1618-48) hun rijk stevig aan het uitbreiden ten koste van protestantse landen als Zweden. Wat was hun verhaal tegenover de militaire droom van Frankrijk?
Roose spreekt Jansenius aan om mee te werken aan de weerlegging van de Franse propaganda. Hij weet dat hij op diens steun kan rekenen, misschien niet zozeer uit ijver voor de Habsburgse kroon, dan wel uit onvrede met de dreiging vanuit Frankrijk. Je moest maar eens naar het platgebrande Tienen gaan kijken.
In zijn werk Mars Gallicus (De Gallische oorlogsgod) fileert de latere rector van de Leuvense universiteit de politiek van kardinaal Richelieu, voor wie de kerk louter ten dienste staat van de absolute macht van de vorst. Bewijs: de kardinaal-premier was tot samenwerking met de vermaledijde Hollandse protestanten bereid om de zuidelijke Nederlanden in te nemen. En dat terwijl hij de hugenoten in eigen land zo zwaar vervolgde!
Het pamflet verschijnt net op het moment dat de Frans-Hollandse troepen Leuven belegerden en slaat in als een ‘bom’.
Mars Gallicus wordt in het Spaans en het Frans vertaald en zelfs in Engeland maakt het werk diepe indruk. Tot in Rome doen kopieën de ronde.
Jansenius schrijft ook nog een strijdlied en vuurt zijn studenten aan om mee te gaan vechten, wat zij ook geestdriftig doen. Het studentenleger bestond uit ongeveer 1200 man en ze wonnen de strijd!, vertelt Lamberigts. Al bestaat de mogelijkheid dat de Frans-Hollandse troepen hun aanval vooral opgaven omdat er pest heerste in Leuven...
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Nu, het kan evengoed zijn dat de pest net veroorzaakt was door de aanwezigheid van de Frans-Hollandse troepen, toch? Lamberigts: Persoonlijk hou ik wel van de romantiek, een professor exegese en een groep studenten houden de Frans-Hollandse troepen tegen…
De Vrede van Westfalen maakte in 1648 een einde aan de Dertigjarige (en Tachtigjarige) Oorlog en beperkte de Habsburgse macht aanzienlijk. In de Zuidelijke Nederlanden keerde een zekere godsdienstvrijheid terug. Jansenius werd twee jaar later bisschop benoemd in Ieper, maar raakte daar – o tragedie – na een ziekenbezoek besmet met de pest en overleed in 1638.
Jansenisme
Tot slot, wat heeft Jansenius nu met het verketterde jansenisme te maken? Het jansenisme is een beweging en leer die door de tegenstanders geassocieerd wordt met het Augustinus-boek van Jansenius, dat pas na zijn dood gepubliceerd werd. De kwestie gaat over de leer van de predestinatie (vrije wil versus voorbeschikking).
Jansenius was net als Augustinus van oordeel dat alleen de genade de mensen kon redden voor het eeuwige leven, met andere woorden dat ze hun hemel niet konden verdienen met goede daden.
De kwestie gaf jarenlang aanleiding tot pittige debatten, waarbij Rome zich grotendeels op de vlakte hield. De uiteindelijke veroordeling was wellicht meer politiek dan theologisch ingegeven.
Met dank aan Mathijs Lamberigts en de onderzoekseenheid Geschiedenis van kerk en theologie (KU Leuven).