'Koers is religie': deze tentoonstelling toont het verband
De Ronde van Vlaanderen is de 'hoogdag' van het wielervoorjaar. Ze sluit de 'heilige week' af, waarin nog andere befaamde koersen worden gereden. Je hebt wielergoden en dopingzondaars: alleen al in ons taalgebruik zijn koers en religie verweven. In Roeselare loopt nog tot volgend voorjaar de expo ‘Koers is religie’, waarin de relatie tussen wielrennen en geloof centraal staat. De expo is opgezet in de (ontwijde) Paterskerk, waar het Wielermuseum een voorlopig onderkomen heeft gevonden nu het museumgebouw wordt gerestaureerd.
'Croix de fer’ en een Kruisweg
De exporuimte wordt gedomineerd door een metershoog kruis, gemaakt van oude fietsen. Daarrond is een kruisweg uitgetekend, waarbij elke statie wordt gelinkt aan een wielrenner of een gebeurtenis.
De paternoster van Museeuw
Peter van de tentoonstelling is Johan Museeuw, wiens carrière je als een rode draad doorheen de expo kan zien: triomf en tragiek, boete en vergeving. Museeuw koerste ook steevast met een scapulier aan zijn helm bevestigd en een paternoster van pater Pio in de achterzak.
Op twee momenten had hij naar eigen zeggen de paternoster niét bij: toen hij in 1998 zijn knieschijf brak in het bos van Wallers tijdens Parijs-Roubaix, en in 2000 bij een zwaar motorongeval.
Museeuw figureert ook in de promofilm van deze tentoonstelling, als degene die het ijzeren kruis aan elkaar last (zie helemaal onderaan dit artikel).
Pater Van Clé en de Sportabeweging
Een sleutelfiguur als het om koers en religie gaat, is Antoon Van Clé (1891-1955), pater van de Norbertijnenabdij in Tongerlo en grondlegger van Sporta - afkorting van sport-apostolaat. Pater Van Clé was de eerste in ons land die zich systematisch om de geestelijke noden — de menswaardigheid, zei hij — van de gewone en professionele sportbeoefenaar ging bekommeren.
Na de Tweede Wereldoorlog startte Sporta onder meer met bedevaarten voor wielrenners, traditioneel twee weken voor de start van het Vlaamse wielerseizoen.
Sportpausen en wielergoden
Van Clé’s pastorale benadering paste geheel in de geest van de tijd. Opeenvolgende pausen gaven sport een plaats binnen een katholieke opvoeding. Vooral Pius XII (paus van 1939 tot 1958), een hevige koersfan, viel daarbij op. Hij liet renners op audiëntie komen - in 1946 zelfs het hele peloton van de Ronde van Italië - en had een bijzondere band met Gino Bartali, een openlijk gelovig renner met als bijnamen 'de vrome' en 'de monnik'.
Paus Franciscus zet de traditie verder: in 2013 zegende hij de roze leiderstrui van de Giro.
In eigen land was Albéric ‘Briek’ Schotte het toonbeeld van de gelovige renner. Toen hij in 1948 wereldkampioen werd en zichzelf een nieuwe auto cadeau deed, noteerde een tijdschrift:
Toen hij in een fonkelnieuwe auto het pachthof van Waregem binnenreed, laadde hij voor zijn eerste rit zijn moedertje op en bracht ze regelrecht naar de Lourdesgrot te Oostakker.
Briek stierf in 2004 op de dag van de Ronde van Vlaanderen.
De patroonheilige van de renners
Door de inzet van een lokale priester en enkele wielrenners riep Pius XII in 1949 Madonna del Ghisallo uit tot patrones van de wielrenners. De kapel boven de heuvel Ghisallo (754m), nabij het Comomeer in Italië, werd omgebouwd tot bedevaartsoord. Binnen brandt een eeuwige vlam voor gestorven renners, wielertoeristen laten er na een val soms hun kapotte helm achter als dank aan de patroonheilige.
Praktisch
De tentoonstelling 'Koers is religie' vind je in de Paterskerk, Delaerestraat 33 in Roeselare. Tot eind september 2017 open van maandag t.e.m. zondag van 10 tot 17 uur. Vanaf oktober 2017 gesloten op zondag. Vrij toegankelijk.