Laat je betoveren door het verborgen leven in de bodem
Heb je tuinvragen of tips voor onze tuinrubriek? Stuur ze naar onze tuinredacteur via sim.dhertefelt@otheo.be.
Slimme tuiniers weten dat de bodem geen dooie massa is waarin plantjes groeien.
Het bruist van leven daar in het verborgene.
Ontelbare micro-organismen van heel diverse pluimage leven er samen in een web van onderlinge relaties dat men het bodemvoedselweb is gaan noemen. Lees het fascinerende boek van Lowenfels en Lewis daarover en je manier van tuinieren zal nooit meer dezelfde zijn (Bib - Bol).
Katelyn Solbakk is een Canadese milieuwetenschapper die zich in Noorwegen heeft ontpopt tot een kunstenaar met een missie: microscopisch kleine bodemorganismen levensecht tekenen.
Geniet mee van haar werk en leer onderweg iets over de rol van bacteriën, schimmels, protozoa en nematoden voor gezonde planten.
Onderaan vind je 6 tips om het bodemleven in je tuin te boosten.
Bacteriën
Bacteriën zijn samen met schimmels de belangrijkste ontbinders in de natuur. Ja, denk maar aan verrotting en bederf.
Zonder ontbinding zouden we bedolven worden onder organisch materiaal.
Veel mensen denken bij bacteriën meteen aan ziektes. Maar in je darmen leven miljarden bacteriën, meer dan je cellen hebt in je lichaam, en die zorgen ervoor dat je gezond blijft.
Op dezelfde manier vormen bacteriën de kleinste essentiële schakel in het bodemleven.
Ze zorgen er onder andere voor dat stikstof wordt vastgehouden in de bodem en niet wegspoelt. Wanneer grotere organismen bacteriën opeten, komt het stikstof weer vrij.
Andere bacteriën zetten stikstof om in verbindingen die planten kunnen opnemen. Daarom scheiden planten via hun wortels suikers af die de ontwikkeling van bacteriekolonies stimuleren. Zo ontstaat er een samenwerking of symbiose.
Sommige bacteriën vormen bacterieel slijm, vergelijkbaar met het laagje slijm op je tanden voor je ze poetst. In de bodem werkt dat slijm als een lijm die bodemdeeltjes aan elkaar klit. Het geeft de bodem de structuur die nodig is om niet dicht te slibben of te verstoffen.
Bacteriën zijn meestal bolvormig, staafvormig of spiraalvorming. De actinomyceten die je hieronder ziet, zijn een speciaal geval. Die vormen lange ketens die lijken op schimmeldraden.
Het zijn deze actinomyceten die een gezonde bodem zijn typische, frisse geur van bosgrond geven. Niet alle bacteriën stinken dus naar bederf.
Actinomyceten © Katelyn Solbakk - mikroliv.no
Schimmels
Ook schimmels zijn ontbinders in de natuur, net als bacteriën. Maar er zijn ook verschillen.
Bacteriën zijn heel klein. In de punt op het einde van deze zin passen er enkele honderdduizenden. Schimmels daarentegen vormen draden die verschillende meters lang kunnen worden. Al zijn ze zo dun dat je nog altijd een microscoop nodig hebt om ze te kunnen zien, zoals in het filmpje hieronder.
Terwijl bacteriën voor hun voedsel de voorkeur geven aan simpele koolstofverbindingen, zoals suikers, zijn schimmels in staat om ook de hardste stoffen in de natuur op te lossen, zoals lignine, een van de bestanddelen van hout.
Anders dan bacteriën die een beperkte actieradius hebben, kunnen schimmels voedingsstoffen meters ver transporteren. Een eigenschap waar planten dankbaar gebruik van maken. Net als met bacteriën, gaan planten symbioses aan met schimmels. Die samenwerking noemt men mycorrhizae, het Griekse woord voor schimmelwortel. De plant levert via zijn wortels voedsel aan de schimmel en de schimmel levert op zijn beurt water en voedingsstoffen aan de plant.
95% van alle planten vormen mycorrhizae.
Het plantenleven op het land is zelfs ontstaan op hetzelfde moment als de mycorrhizae, zo'n 450 miljoen jaar geleden. Het een kan dus niet zonder het ander.
Protozoa
Een trapje hoger op de bodemvoedselpiramide vinden we de protozoa, zoals amoeben, trilhaardiertjes en zweephaardiertjes. Ze zijn niet alleen groter en complexer dan bacteriën, ze voeden zich er ook mee.
Door bacteriën en schimmels te eten en afvalstoffen uit te scheiden maken protozoa mineralen weer beschikbaar voor opname door planten.
80% van alle stikstof die planten nodig hebben, zijn afkomstig van protozoa. Als tuinier kan je ze dus maar beter te vriend houden.
Voor kunstenares Katelyn Solbakk vormen de 60.000 soorten protozoa met hun grillige vormen een dankbaar onderwerp, zoals het trilhaardiertje Stylonychia hieronder. Nee, het is geen pissebed en je zal het met het blote oog niet kunnen zien. Stylonychia zijn 1/10 tot 1/3 mm groot.
Trilhaardiertje Stylonychia © Katelyn Solbakk - mikroliv.no
Nematoden
Nematoden of rondwormen zijn een stuk groter dan protozoa: gemiddeld 2 mm lang. Toch zijn ze te dun om met het blote oog te zien. In de dikte van een mensenhaar passen 3 à 4 nematoden.
Sommige soorten zijn in de handel te koop als bestrijdingsmiddel, soms aaltjes genoemd. In de bodem zijn deze roofnematoden in de minderheid.
In een theelepel gezonde grond zitten 40 tot 50 nematoden: 20 ervan eten bacteriën, 20 eten schimmels, enkele eten levende planten en slechts een paar zijn roofnematoden die andere dieren eten.
De rol van nematoden in de bodem is over het algemeen vergelijkbaar met die van protozoa: mineralen die zijn opgeslagen in bacteriën en schimmels weer beschikbaar maken voor planten.
Nematoden hebben een poreuze bodem nodig om te kunnen bewegen op zoek naar voedsel. In gecompacteerde bodems zal je ze veel minder tegenkomen.
6 tips om het bodemleven in je tuin te boosten
Als je weet hoe het bodemvoedselweb werkt, kan je ermee samenwerken om gezonder te tuinieren. Eigenlijk is dat heel simpel: zorg dat je het bodemleven niet doodt en wel voedt. Zo doe je dat.
- Spitten, frezen, kunstmest en chemicaliën beschadigen het bodemvoedselweb of vernietigen het zelfs helemaal. Laat de bodem zo veel als mogelijk met rust.
- Je voedt het bodemleven door de bodem te bedekken met dood organisch materiaal: tuinafval, houtsnippers, stro… Dat heet mulchen.
- De meeste groenten en eenjarige planten verkiezen een bacteriedominante bodem. Dat is een bodem die meer bacteriën dan schimmels bevat. Je kan zo'n bodemtype stimuleren door te mulchen met groen materiaal (bv. grasmaaisel), door het materiaal fijn te maken (bv. met de grasmaaier erover rijden), door het te bevochtigen, of door de mulch oppervlakkig in de werken in de bodem.
- Meerjarige planten, struiken en bomen doen het beter in een schimmeldominante bodem. Die bevat meer schimmels dan bacteriën. Dat kan je stimuleren met droog en bruin mulchmateriaal dat je bovenop de bodem laat liggen, zoals houtsnippers, droog blad of stro.
- Compost geeft het bodemleven een boost. Het bevat een veelvoud van het aantal micro-organismen dat in de bodem te vinden is. Met compost kan je een verarmde bodem als het ware enten met een nieuw voedselweb. Ontdek de basisprincipes van composteren.
- Om een minder goede bodem of een stuk gazon plantklaar te maken, kan je de methode van het kartonmulchen toepassen.
Meer weten
- Ontdek meer werk van Katelyn Solbakk op haar website en instagram.
- Koop prints van Katelyn Solbakks werk: protozoa aan je muur, in een puzzel of op een koffiekop
- Jeff Lowenfels, Wayne Lewis. Het bodemvoedselweb. Jan van Arkel, 2014, ISBN 9789062245345, 238 pagina’s. Bib - Bol