Laten we niet bang zijn voor wie ons verbiedt te getuigen!
Geliefde broers en zussen, goedendag!
De christelijke gemeenschap, beschreven in het boek Handelingen van de Apostelen, leeft van een grote rijkdom die de Heer haar schenkt – de Heer is mild! Zij ervaart een getalsmatige groei en een grote bewogenheid ondanks de aanvallen van buitenaf. Om ons deze levenskracht duidelijk te maken, verwijst Lucas, in het boek van de handelingen van de apostelen, ook naar betekenisvolle plaatsen, bijvoorbeeld de Zuilengang van Salomo (cf. Hnd 5,12), ontmoetingsplaats van de gelovigen. De zuilengang (stoa) was een open gaanderij die beschutting bood, maar ook fungeerde als ontmoetingsplaats, zoals Lucas getuigt. Lucas legt grote nadruk op de tekenen en wonderen die het woord van de apostelen vergezellen en op de bijzondere zorg voor zieken waaraan zij zich wijden.
Veldhospitaal
In hoofdstuk 5 van de Handelingen lijkt de Kerk wel een veldhospitaal, dat de zwakste mensen, de zieken, opvangt. Hun lijden trekt de apostelen aan. Zilver of goud hebben (Hnd 3,6) zij niet – zoals Petrus tot de gehandicapte zegt. Hun kracht is de naam van Jezus. In hun ogen zoals in de ogen van de christenen van alle tijden, zijn de zieken de bevoorrechte bestemmelingen van de blijde boodschap van het Rijk. Ze zijn broeders waarin Christus op bijzondere wijze aanwezig is om zich te laten zoeken en vinden door ieder van ons (cf. Mt 25,36-40).
Voor de Kerk, voor het priesterhart en voor alle gelovigen zijn de zieken bevoorrechte personen. Zij mogen niet uitgesloten worden, integendeel.
Zij moeten worden verzorgd en bijgestaan: ze zijn het voorwerp van de christelijke zorg.
Petrus
Onder apostelen steekt Petrus er bovenuit. In de groep der apostelen heeft hij de voorrang omwille van het primaatschap (cf. Mt 16,18) en omwille van zending die hij van de verrezen Heer ontvangen heeft (cf. Joh 21,15-17). Hij geeft het startsein voor de verkondiging van het kerygma op de dag van Pinksteren (cf. Hand 2,14-41). Op het concilie van Jeruzalem zal hij de leiding waarnemen (cf. Hand 15 en Gal 2,1-10).
Getuige van Christus
Petrus gaat naar de draagberries en beweegt zich tussen de zieken. Net zoals Jezus had gedaan. Hij nam de zwakheden en de ziekten op zich (cf. Mt 8,17; Js 53,4). En Petrus, de visser uit Galilea, komt langs, maar laat toe dat een Ander zich openbaart: de levende en werkzame Christus! Getuige is hij die Christus toont, zowel met woorden als met zijn lichamelijke aanwezigheid. Zo maakt hij het voor de verrezen Heer mogelijk relaties aan te gaan en de verderzetting te zijn van het vlees geworden Woord in de geschiedenis.
Een streling die geneest
Petrus is diegene die de werken van de Meester verricht (cf. Joh 14,12): wie met geloof naar hem kijkt, ziet Christus zelf. Vol van de Geest van zijn Heer, komt Petrus langs en, zonder dat hij iets doet, wordt zijn schaduw een streling die geneest, gezondheid schenkt. Zij is de uitstorting van de tederheid van de verrezen Heer die zich over de zieken buigt en opnieuw leven, verlossing en waardigheid schenkt. Op die wijze toont God zijn nabijheid en maakt van de wonden van zijn kinderen de theologische vindplaats van zijn tederheid (Morgenbezinning, Santa Marta, 14.12.2017). In de wonden van de zieken, in de ziekten zelf die verhinderen dat men vooruitkomt in het leven, is er altijd de aanwezigheid van Jezus, de wonde van Jezus.
Het is Jezus die ieder van ons oproept om zieken te verzorgen, te ondersteunen, te genezen.
De sleutel van het christelijke leven
Het genezende optreden van Petrus wekt de haat en de jaloezie op van de sadduceeën die de apostelen gevangen nemen en, ontdaan over hun mysterieuze bevrijding, hen verbieden nog onderricht te geven. Deze lui zagen de wonderen die door de apostelen werden verricht, niet met magie maar in naam van Jezus. Ze wilden dit echter niet aanvaarden en sloten hen op in de gevangenis en gaven ze stokslagen. Ze werden op wonderbare wijze bevrijd. Maar het hart van de sadduceeën was zo verhard dat ze niet wilden geloven wat ze zagen. Op dat ogenblik vertolkt Petrus de sleutel van het christelijke leven: Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen (Hnd 5,29). De sadduceeën daarentegen zeggen: Jullie moeten hiermee niet verder gaan. Niet langer genezingen verrichten. Het grote christelijke antwoord is echter: Ik gehoorzaam eerder aan God dan aan de mensen. Dat is het grote christelijk antwoord. Het betekent: zonder voorbehoud, zonder uitstel, zonder berekening naar God luisteren. God aanhangen om te komen tot een verbond met Hem en met al wie we op onze weg ontmoeten.
Met de kracht van de Heilige Geest
Laten ook wij aan de Heilige Geest de kracht vragen om niet angstig te worden ten aanzien van wie ons verbiedt te getuigen, ons belastert, ja zelfs ons leven bedreigt. Vragen we de Geest ons innerlijk te versterken zodat we zeker zijn van de liefdevolle en troostende aanwezigheid van de Heer aan onze zijde.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc.