‘Niet langer stress bij lesgeven’
Om de opleiding tot leerkracht basisonderwijs te voltooien, gaf Lies Boone uit Hoeke drie maanden les in Gambia, een avontuur dat sporen nalaat
„Danka danka” is een van de eerste woorden die Lies Boone (21) uit Hoeke bij Damme leerde toen ze zich voorbereidde op een schoolstage van drie maanden in Gambia in West-Afrika. „In het Wolof, de lokale taal in Gambia, betekent danka danka ‘alles op het gemak doen’”, vertelt de inmiddels afgestudeerde lerares in het basisonderwijs. „In de ogen van heel wat Afrikanen zijn wij ‘stresskippen’. In Gambia leerde ik dat het ook anders kan, met minder middelen, maar daarom niet minder leerrijk.”
– Wat is er zo anders in Gambia?
Zowat alles. Het was de eerste keer dat ik een voet op Afrikaanse bodem zette. Ik maakte er kennis met een compleet andere manier van wonen en leven. Thuis sta je er niet bij stil wat een luxe het is te beschikken over elektriciteit en stromend water. Aanvankelijk denk je dat je zonder die zaken niet kunt leven, maar in Gambia was ik tevreden met een bed, eten en voldoende water. Verwondering liep als een rode draad door mijn verblijf.
– Geldt die verwondering ook voor de manier van lesgeven daar?
Zeker en vast. Hoewel ik stage liep in The Swallow, een school met een onderbouwd pedagogisch project die als voorbeeld dient voor andere scholen in de regio, is het lesgeven er niet te vergelijken met dat bij ons. In Gambia diende ik wiskunde te geven zonder passer en geodriehoek. Ik leerde er creatief te zijn. Ook met minder middelen kun je dezelfde doelstellingen bereiken. Zo nam ik tijdens mijn eerste les wiskunde leerlingen mee naar buiten. Ik liet ze lijnen in het zand tekenen. Om de afstand tussen twee evenwijdige lijnen te meten, kwamen ze zelf op het idee hun voeten te gebruiken.
In Gambia is er ook heel wat minder discipline dan bij ons. Sommige kinderen komen pas tien minuten na het belsignaal de klas binnen en blijven de hele tijd praten. Dat laatste loste ik op door hen in groepen te verdelen en punten te geven wanneer ze samen een opdracht tot een goed einde brachten. Dat had op korte termijn een positief effect.
– In België beschikken heel wat klassen over een computer of een digitaal bord. Hoe is dat in Gambia?
Een digitaal schoolbord gebruiken ze in Gambia nog niet. Wel beschikt The Swallow inmiddels over 25 gesponsorde computers. Shane, een medestudent van mij, werkte een nieuw programma uit opdat leerkrachten gerichter les zouden kunnen geven en leerlingen beter zouden kunnen evalueren. Hij leerde ook enkele volwassenen met de computer [node:field_streamers:0] werken, zodat zij er na schooltijd gebruik van kunnen maken.
– Wat deed u in Gambia behalve lesgeven?
Naast een aantal excursies was ik het grootste deel van mijn vrije tijd bezig met de inrichting van een speelotheek, te vergelijken met een bibliotheek, maar dan om gezelschapsspellen uit te lenen. De vraag kwam van de schoolcoördinator. Thuis beschikken de kinderen over weinig spelmaterieel. Op school is dat er wel, maar heel wat spellen staan al jaren onder het stof. Inmiddels is alles gesorteerd per leeftijd en steekt er bij elk spel een korte en duidelijke uitleg alsook een register om te noteren wie wat uitleent en voor welke termijn. Op vraag van de schoolcoördinator ontwikkelden we ook opdrachten voor kinderen die vlugger klaar zijn met hun taak tijdens de les. Zo blijven ze actief bezig en kunnen de anderen in ‘stilte’ voortwerken. Voorts schilderden we de maaltafels op de trappen.
– Hoe kijkt u naar uw Afrikaanse collega’s-leerkrachten?
Met groot respect. Bij een bezoek aan een school in de regio kon ik mijn ogen niet geloven. In het eerste leerjaar zaten maar liefst 65 kinderen. Reden is het gratis onderwijs, maar lesgeven voor zo’n grote groep is allesbehalve ideaal. Dat ondervond ik zelf toen ik even mocht invallen voor een les wiskunde. Meer dan de helft van de leerlingen was niet aandachtig. Toch staat de school op het vlak van didactisch materieel al ver. Door mijn stage in Gambia leerde ik dat je mensen niet helpt door medelijden met hen te hebben. Wederzijds respect, vanuit de overtuiging van evenwaardigheid, is een meer gepaste houding waarmee je meer resultaten kunt boeken.
– Tijdens de paasvakantie keerde u terug naar Gambia. Waarom?
Ik wilde met eigen ogen zien hoe de situatie er een jaar na mijn stage was. Het was fijn te zien hoe andere studenten de spelotheek inmiddels voort hadden uitgebouwd en dat er ook gebruik van werd gemaakt. Ook de maaltafels stonden nog op de trappen. Uiteraard was ook het weerzien met mijn gastgezin en met een deel van de leerlingen deugddoend. Gezien ik er met vakantie was, kon ik dit keer meer van het land bezoeken. Ook mijn vriend was mee. Via Manjai Kids is hij sinds vorig jaar peter van een meisje van vijf. Dat betekent dat hij maandelijks 15 euro stort om haar schoolgeld te helpen betalen. Tijdens ons verblijf maakten we kennis met haar. Zo weten we voortaan wie we steunen. Dat maakt het zo veel concreter. We keren beslist nog terug.