Er is ook nood aan een remedie voor sociaaleconomische virussen
Geliefde broeders en zusters
In de voorbije weken hebben we, in het licht van het Evangelie, samen nagedacht over hoe de wereld te genezen van een kwaal die door de pandemie scherp werd gesteld. De kwaal was er al, maar de pandemie heeft haar meer zichtbaar en harder gemaakt. We hebben de wegen bewandeld van de waardigheid, van de solidariteit en van de subsidiariteit. Onmisbare wegen om de menselijke waardigheid en het algemeen welzijn te bevorderen. En omdat we leerlingen van Jezus zijn, hebben we ervoor gekozen in zijn voetstappen te treden door te kiezen voor de armen, door het gebruik van de goederen te her-denken en door zorg te besteden aan de gemeenschappelijke woning. Midden de pandemie die ons treft, hebben we vastgehouden aan de sociale leer van de Kerk, door ons te laten leiden door het geloof, door de hoop en door de liefde. Zo hebben we een stevige hulp gevonden om bewerkers van verandering te zijn die groots dromen en niet stoppen bij de middelmatigheid die verdeelt en kwetst, maar die aansporen om een nieuwe en betere wereld te bouwen.
Kijk naar Jezus
Ik zou graag zien dat deze weg niet zou eindigen met deze catecheses, maar dat men verder op pad gaat door naar Jezus te kijken (Heb 12,2), zoals we bij het begin hoorden. Kijken naar Jezus die de wereld redt en geneest. Het Evangelie laat ons zien dat Jezus zieken van allerlei slag genas (cf. Mt 9,35). Hij schonk het zicht aan blinden, het woord aan spraakgestoorde mensen, het gehoor aan doven.
Terwijl Hij lichamelijke tekorten en ziekten genas, genas Hij ook de geest door zonden te vergeven.
Jezus vergeeft steeds, ook de sociale pijnen met inbegrip van de verstotenen (cf. Catechismus van de Katholieke Kerk, 1421). Jezus, die elk schepsel vernieuwt en verzoent (cf. 2 Kor 5,17; Kol 1,19) -20) schenkt ons de noodzakelijke gaven om lief te hebben en te genezen zoals Hij dat deed (cf. Lc 10,1-9; Joh 15,9-17) door bekommerd te zijn voor allen, zonder onderscheid van ras, taal of nationaliteit.
Schepping
Opdat dit werkelijk zou gebeuren, moeten we de schoonheid van elk menselijk wezen en van elk schepsel overwegen en waarderen. We werden in Gods hart ontvangen (cf. Ef 1,3-5) en daarom is elk van ons de vrucht van Gods gedachte. Ieder van ons is gewild, eenieder is geliefd, eenieder is nodig (1).
Bovendien heeft elk schepsel ons iets over God als Schepper te vertellen. Encycliek Laudato si’, 69, 239
Het erkennen van deze waarheid en dankbaar zijn om de intieme band van onze universele gemeenschap met elke persoon en met alle schepselen, stimuleert een gulle zorg vol tederheid (ibid. 220). Het helpt ons ook Christus te herkennen in onze arme en lijdende broeders en zusters om hen te ontmoeten en hun kreet en de kreet van de aarde, die er de echo van is, te beluisteren (cf. ibid., 49).
De normaliteit van het Rijk Gods
Als we inwendig door deze kreten worden geraakt die van ons een andere koers eisen (cf. ibid., 53), verandering eisen, dan kunnen we bijdragen tot het gezond maken van deze relaties bij middel van onze gaven en bekwaamheden (cf. ibid., 19). We zouden de samenleving kunnen vernieuwen en niet terugkeren naar de zogenaamde normaliteit die een zieke normaliteit is. Zij was al ziek vóór de pandemie: de pandemie heeft ze duidelijk gemaakt! Nu keren we terug naar het normale: neen, dat gaat niet want deze normaliteit was ziek van ongerechtigheid, ongelijkheid en afbraak van het milieu. De normaliteit waartoe wij geroepen zijn, is die van het Rijk van God, waar blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden opstaan en aan armen de Blijde Boodschap wordt verkondigd (Mt 11,5). En dat niemand zich gedrage als onnozele dwaas door de andere kant op te kijken.
Wat we moeten doen, is veranderen. In de normaliteit van het Rijk van God krijgen allen brood, in overvloed.
De organisatie van de maatschappij steunt op bijdragen, delen en verdelen, niet op bezitten, uitsluiten en opstapelen (cf. Mt 14,13-21). Het gebaar dat een samenleving, een gezin, een wijk, een stad, allen vooruithelpt, is zich geven, geven dat meer is dan een aalmoes geven. Het is een geven dat uit het hart komt. Een gebaar dat egoïsme en de angst van het bezitten verdrijft. De christelijke wijze om dit te doen is geen mechanisch proces, het is een menselijke handelwijze.
We zullen nooit automatisch uit de crisis raken die door de pandemie duidelijk is geworden.
Nieuwe instrumenten – die belangrijk zijn en ons doen vooruitgaan en waarvoor we niet bevreesd moeten zijn - zelfs de meest vernuftige middelen zullen veel kunnen realiseren behalve één zaak: tederheid.
Tederheid is het eigen teken van de aanwezigheid van Jezus. Het is naar de naaste gaan om op weg te gaan, om te genezen, om te helpen, om zich voor de ander op te offeren.
Die normaliteit van het Rijk van God is belangrijk. Zodat het brood bij allen komt, zodat de maatschappelijke orde steunt op bijdragen, delen en verdelen, met tederheid en niet steunt op bezitten, uitsluiten en opstapelen. Aan het eind van ons leven zullen we immers niets meenemen naar het andere leven!
Het virus van de ongelijkheid
Een klein virus blijft diepe wonden veroorzaken en verhult onze lichamelijke, sociale en spirituele kwetsbaarheid. Het heeft de grote ongelijkheid die de wereld beheerst aan het licht gebracht: ongelijkheid van mogelijkheden, van goederen, van toegang tot gezondheidszorg, van technologie, van onderwijs: miljoenen kinderen kunnen niet naar school en deze lijst is lang. Deze ongerechtigheden zijn niet natuurlijk noch onoverkomelijk. Ze zijn het werk van de mens. Ze komen voort uit een groeimodel dat losgekoppeld is van de diepste waarden. Verkwisting van de geschonken maaltijd. Met deze verkwisting zou men allen te eten kunnen geven. Dat heeft velen de hoop doen verliezen en heeft de onzekerheid en de angst doen toenemen.
Daarom, om uit de pandemie te raken, moeten we niet alleen een geneesmiddel tegen het coronavirus vinden – ook al is dat belangrijk! – maar ook tegen de grote menselijke en sociaaleconomische virussen.
Men moet ze niet verhullen met een vleugje verf zodat ze niet meer te zien zijn. En zeker kunnen we niet verwachten dat een economisch model dat de oorzaak is van de ongelijke en onhoudbare ontwikkeling onze problemen zou oplossen. Het heeft dat niet gedaan en zal dat ook niet doen. Ook al blijven sommige valse profeten een watervaleffect beloven. Dat zal nooit gebeuren (2). Hebben jullie die stelling over het glas al gehoord: belangrijk is dat het glas zich vult en zo, als het overloopt, ook op de armen en de anderen valt zodat ze rijk worden. Maar er doet zich een fenomeen voor. Wanneer het glas bijna vol is, begint het te groeien en groeien en de waterval komt er nooit. Men moet dus waakzaam blijven.
Met tederheid vooruitgaan
We moeten dringend aan de slag om een goed beleid te ontwerpen, vormen van maatschappelijke organisatie uit te tekenen waarbij de deelname, de zorg en de gulheid beloond worden, meer dan de onverschilligheid, de uitbuiting en de eigen belangen. We moeten met tederheid vooruitgaan.
Een solidaire en rechtvaardige samenleving is een gezondere maatschappij.
Een maatschappij op grond van deelname – waarin de laatsten evenveel aandacht krijgen als de eersten – versterkt de verbondenheid. Een maatschappij die de verscheidenheid eerbiedigt biedt veel beter weerstand aan gelijkwelk virus.
Liefde als virus
Laten we deze weg der genezing onder de hoede stellen van de Maagd Maria, Onze Lieve-Vrouw van de Redding. Zij, die Jezus in haar schoot droeg, helpt ons vertrouwen te koesteren. Bewogen door de Heilige Geest zullen we samen kunnen werken aan het Rijk van God dat Christus in deze wereld heeft ingehuldigd door onder ons te komen wonen. Het is een Rijk van licht in de duisternis, van rechtvaardigheid ondanks schendingen, van vreugde ondanks veel pijn, van genezing en redding ondanks ziekte en dood, van tederheid ondanks haat. Moge God ons van de liefde een virus laten maken en de hoop wereldwijd door het licht van het geloof.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
--------------------------------------
(1) Benedictus XVI, Homilie bij zijn aanstelling tot het Petrusambt (24 april 2005); cf. Encycliek Laudato sí, 65.
(22 Trickle-down effect in het Engels, derrame in het Spaans (cf. Apostolische exhortatie De Vreugde van het Evangelie, 54)