Paus: ‘Martelaren vergeven altijd hun folteraars’ [catechese]
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Nadat wij gesproken hebben over evangelisatie en over apostolische ijver en na onze aandacht voor het getuigenis van de Heilige Paulus, een 'kampioen' van de apostolische ijver, kijken we vandaag opnieuw niet naar een individu maar naar de schare van de martelaren, mannen en vrouwen van alle leeftijden, talen en volkeren die hun leven voor Christus hebben gegeven, die hun bloed hebben vergoten om van Christus te getuigen. Na de generatie van de apostelen zijn deze, bij uitnemendheid, 'getuigen' van het Evangelie. De martelaren. De eerste was de diaken, de heilige Stefanus, gestenigd buiten de muren van Jeruzalem. Het woord 'martelaar' komt van het Griekse martyria, dat precies getuigenis betekende. Een martelaar is een getuige, iemand die getuigt tot en met bloedvergieten. Hoe dan ook vrij snel werd het woord martelaar in de Kerk gebruikt om iemand aan te duiden die getuigenis aflegde tot en met bloedvergieten (1). Met andere woorden, eerst duidde het woord martelaar iemand aan die dag dagelijks getuigenis aflegde, daarna werd het gebruikt voor wie het leven geeft tot en met uitstorting van het bloed.
Sint-Laurentius
De martelaren mogen niet beschouwd worden als 'helden' die individueel hebben opgetreden, als bloemen ontloken in de woestijn, maar als rijpe en uitstekende vruchten van de wijngaard des Heren, wat de Kerk is. Meer in het bijzonder, de christenen die volhardend de eucharistie vierden, werden door de Geest geïnspireerd hun leven te leven vanuit dat mysterie van de Liefde. Met andere woorden, vanuit het feit dat de Heer Jezus zijn leven voor hen had gegeven, mochten en moesten zij hun leven geven voor Hem en voor de broeders.
De weg van het christelijk getuigenis is grote edelmoedigheid.
De heilige Augustinus benadrukt vaak deze dynamiek van de dankbaarheid en van de gratuite uitwisseling van gaven. Ziehier bijvoorbeeld wat hij verkondigde op het feest van de heilige Laurentius: De heilige Laurentius was diaken van de Kerk in Rome. Daar was hij dienaar van het bloed van Christus en daar vergoot hij, in Naam van Christus, zijn bloed. De heilige apostel Johannes beschreef helder het mysterie van het Laatste Avondmaal van de Heer, zeggende: ‘Zoals Christus voor ons zij leven heeft gegeven, zo moeten ook wij het leven geven voor de broeders’ (1 Joh 3,16). Laurentius, broeders, had dit alles verstaan. Hij heeft het begrepen en in praktijk gebracht. Hij heeft het verstaan en in praktijk gebracht. En ruilde echt wat hij aan de tafel had ontvangen. Hij beminde Christus tijdens zijn leven en volgde Hem na in zijn dood (Disc. 304; PL 38, 1395-1397). Op deze wijze verklaarde de heilige Augustinus het spirituele dynamisme dat de martelaren bezielde. Met de woorden: martelaren houden van het leven van Christus en volgen Hem na in zijn dood.
Vandaag
Vandaag, geliefde broeders en zusters, gedenken wij alle martelaren die in het leven van de Kerk hun plaats hebben. Zoals ik reeds vele malen heb gezegd, in onze tijd zijn ze talrijker dan in de eerste eeuwen. Vandaag zijn er vele martelaren in de Kerk, vele, want, omdat zij het christelijkegeloof belijden, worden ze uit de samenleving gebannen of opgesloten in de gevangenis ... Het zijn er vele. Het Tweede Vaticaans Concilie herinnert ons: door het martelaarschap wordt de leerling gelijk aan de Meester, die voor het heil van de wereld de dood vrij aanvaardde, en volgt hij Hem na in het vergieten van zijn bloed. Dit wordt aan weinigen gegeven (Const. Lumen gentium, 42).
Martelaren doen, in navolging van Jezus en met zijn genade, het geweld van wie de verkondiging afwijst, worden tot een hoogste gebeuren van liefde, die zelfs leidt tot het vergiffenis schenken aan de eigen folteraars.
Dat is belangrijk: martelaren schenken steeds vergiffenis aan de folteraars. Stefanus, de eerste martelaar stierf biddend: Heer, vergeef hen, want zij weten niet wat ze doen. Martelaren bidden steeds voor de folteraars.
Ofschoon slechts aan weinigen het martelaarschap wordt gevraagd, toch moeten allen bereid zijn om Christus tegenover de mensen te belijden en Hem onder vervolging, die de Kerk nooit bespaard zal worden, op zijn kruisweg te begeleiden (ibid.42). Is vervolging dan iets van het verleden? Neen, neen: van vandaag. Vandaag zijn er vervolgingen van christenen in de wereld. Vele, vele. Vandaag zijn er meer martelaren dan in de eerste tijden.
Martelaren tonen ons dat elke christen geroepen is tot getuigenis met het leven, ook al loopt het niet uit op bloedvergieten, tot een gave van zichzelf aan God en aan de broeders, in navolging van Jezus.
Jemen
Ik zou willen besluiten met de herinnering aan het christelijke getuigenis dat in elke hoek van de wereld aanwezig is. Ik denk bijvoorbeeld aan Jemen. Een land dat reeds vele jaren wordt verscheurd door een vreselijke vergeten oorlog die reeds zoveel doden heeft geëist en ook vandaag nog vele mensen doet lijden, vooral de kinderen. Precies in die streek werden stralende getuigenissen van geloof gegeven, zoals dat van de zusters missionarissen van de Caritas, die daar hun leven hebben gegeven. Ook vandaag nog zijn zij in Jemen aanwezig, waar zij hulp bieden aan bejaarde zieken en aan gehandicapte mensen. Enkele van hen hebben het martelaarschap ondergaan, andere gaan verder, ze zetten hun leven op het spel, maar gaan verder. Ze vangen alle mensen op, van welke godsdienst dan ook. Naastenliefde en broederschap kennen geen afgrenzingen. In juli 1998 werden zuster Aletta, zuster Zelia en zuster Michael, omdat ze christen waren, gedood door een fanatiekeling toen ze na de heilige mis naar huis terugkeerden. Nog onlangs, kort na het begin van het conflict dat tot vandaag duurt, werden zuster Anselm, zuster Marguerite, zuster Reginette en zuster Judith gedood samen met enkele leken die hen hielpen in het liefdewerk bij de meest achtergestelde mensen. Dat zijn de martelarren van onze tijd. Onder die gedode leken waren er naast christenen ook gelovige moslims die met de zusters samenwerkten. Het is ontroerend te zien hoe het bloedgetuigenis mensen van verschillende godsdiensten kan verenigen.
Nooit mag men doden in naam van God, want voor Hem zijn wij allen broeders en zusters. Maar samen kan men het leven geven voor de anderen.
Laten we dus bidden, dat we niet moe zouden worden met het geven van getuigenis voor het Evangelie, ook in tijden van onrust. Mogen alle heilige martelaren, mannen en vrouwen, zaad van vrede zijn en van verzoening tussen de volkeren voor een meer humane en broederlijke wereld, wachtend op de verschijning van de volheid van het Rijk der hemelen, wanneer God alles in allen zal zijn (cf. 1 Kor 15,28).
(1) Origenes, In Johannem, II,210: 'Alwie van de waarheid getuigt, hetzij met woorden, hetzij met daden of door zich op gelijk welke wijze voor haar in te zetten, kan terecht getuige heten. Maar de naam getuige (martyres) in strikte zin, werd door de gemeenschap van de broeders – getroffen door de ziele sterkte van hen die voor de waarheid streden of voor de deugd tot en met de dood- uit gewoonte voorbehouden voor hen die met bloedvergieten getuigenis hebben afgelegd voor het mysterie van het ware geloof'.
- Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
- Lees alles van paus Franciscus op Kerknet