‘Als priester onder het volk’
Kanunnik Jaak Janssen ruilt bestuursgebouw bisdom in voor Breese dekenij
De laatste koffers zijn bijna gepakt. Eerstdaags is het pendelen tussen Hasselt en Bree voorbij en woont hij in het hart van zijn dekenaat. Een gevoel van dankbaarheid overheerst bij Jaak Janssen (68), de nieuwe pastoor-deken in Bree. Na 33 jaar trok hij vorige week de deur van het bestuursgebouw van het bisdom Hasselt achter zich dicht. Het slot van het grootste hoofdstuk uit zijn actieve carrière, als vicaris-generaal en als vicaris van onderwijs. Trots op de verwezenlijkingen, dankbaar voor de talrijke ontmoetingen en samenwerkingen. „Met telkens het evangelie in het hart”, zegt hij.
Deken Jaak Janssen, het zal na al die jaren toch voor velen even wennen zijn. Allereerst voor zichzelf, ook al is hij opgetogen over de nieuwe opdracht. Hij eindigt zijn actieve periode zoals hij die begon in de Sint-Martinusparochie in Genk, als priester onder het volk. „Ik werd geen priester om vicaris te zijn, maar om mensen nabij te zijn”, zegt hij. „Bij hen ontmoet ik Jezus Christus.”
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw benoemde wijlen mgr. Schruers, de toenmalige bisschop van Hasselt, Jaak Janssen tot vicaris van onderwijs. „De afgelopen dertig jaar was een rijke tijd voor mezelf”, beschrijft de kersverse deken. „Een jongen van tien zei me ooit dat hij dankzij het onderwijs de werkelijkheid kon ontdekken, maar ook wie hij zelf was. Ik stond versteld van zijn wijze woorden, want daar draait het net om. Onderwijs gaat allereerst over de leerling, hoe hij zich ontwikkelt in de eigen cultuur, thuis en op school. Waar gaat hij naartoe? Hoe bereidt hij zich voor op een plek in de samenleving? Dat onderstreept het belang van gedegen onderwijs: de wereld openen onder de ogen van de leerlingen. Die vragen zijn echter ook van religieuze aard. Het evangelie spreekt immers over opvoeding en vorming. Ik ging altijd een stap verder: het boek van God openen onder [node:field_streamers:0] de ogen van leerlingen, leerkrachten en bestuurders om de heiligheid van de mens te ontdekken, hoe klein hij ook is.”
„Ik heb voldoende redenen om dankbaar om te kijken”, vervolgt Jaak Janssen. „Er waren uiteraard vele technische dossiers, hervormingen in het onderwijs en bijbehorende moeilijkheden, maar ik ben vooral dankbaar dat ik de voorbije decennia mocht meewerken aan de groei van leerlingen en leerkrachten. Ik mocht nadenken over het vak godsdienst, de leerplannen waarvoor ik verantwoordelijk was namens de bisschoppen en over de pastoraal op school. Ik was sterk betrokken bij vragen over identiteit, van de school, de leraar en de leerling. Op spiritueel gebied vond ik het telkens een uitdaging om evangelieverhalen te actualiseren en te laten inwerken op pedagogisch niveau. Ik kijk met veel plezier terug naar projecten zoals Laten we eens hebben over geloven of Christenen op school. Daar werkte ik met hart en ziel aan, want ik kwam ermee terecht bij de leerkracht als persoon. Ik hoop dat mijn opvolger, Francis Loyens, er even veel vreugde aan mag beleven. Hij is geen priester, maar wel een doorgewinterde onderwijsspecialist.”
Sinds 1 maart is Jaak Janssen dus deken in Bree, dat drie federaties telt: Meeuwen-Gruitrode, Bocholt en Bree. Zijn moeder is afkomstig van het Breese gehucht ’t Hasselt en in de streek heeft hij nog familie wonen. Hij zal er zich, naar eigen zeggen, snel thuis voelen. De nieuwe deken beseft echter ook dat er uitdagingen op hem wachten.
Hij besluit: „Mijn belangrijkste bekommernis is: zullen er over vijftien jaar gelovigen zijn? Is er een wij-gevoel? Hoe kunnen we het geloof bij de mensen brengen? Dat zijn de vragen. Voor mij staat de oprichting van de pastorale eenheden niet op de eerste plaats. Daar werken we uiteraard aan, maar of je van Gerdingen, Wijshagen of Reppel bent, maakt niet uit. We zijn broeders en zusters in het geloof.”