Psalmen in popsongs ~ Madonna, 'Isaac' en psalm 19
Ontdek andere bijdragen uit de reeks ‘Psalmen in popsongs’.
#4 Madonna, ‘Isaac’ en psalm 19
In 2005 bracht Madonna het album Confessions on a Dance Floor uit, dat volledig in het teken stond van haar geloof in de joodse mystieke stroming Kabbalah. Op die plaat kreeg nummer Isaac de naam van een voorganger in van The Kabbalah Centre die Madonna destijds frequenteerde, Yitzhak Sinwani. De man zingt ook mee in het liedje, met de woorden van een eeuwenoud Hebreeuws gedicht Im nin'alu.
Katholiek van opvoeding nam Madonna in haar kabbalistische periode de naam Esther aan, naar de joodse echtgenote van een Perzische koning.
Madonna’s uitstapje naar de joodse mystiek eindigde toen een voorganger van het centrum opgepakt werd voor fraude. Geld voor de bouw van een meisjesschool in Malawi, bijeengebracht door Madonna zelf, was aan het centrum zelf blijven plakken. Maar dit terzijde.
Onder de clip van ‘Isaac’ ontdek je de verwijzingen naar psalm 19.
Hemelpoorten staan altijd open
Laten we eerst eens het Hebreeuwse gedicht onder de loep nemen. Daarvan wordt het eerste vers geciteerd:
- Al zijn de poorten van de rijken vergrendeld,
de poorten tot de Hemel gaan nooit op slot.
Ook in het Engels geeft het nummer dit idee weer:
- The gates of heaven are always open (De poorten van de hemel staan altijd open)
Het gebed kwam overigens ook in zijn geheel in de pop charts terecht dankzij Ofra Haza in 1988. Het kreeg een remix in 2021.
Tegen het einde van Madonna’s song krijgen we een ander heel herkenbaar beeld uit de psalmen:
- Open up my heart
Cause my lips to speak
Bring the heavens and the stars
down to earth for me
Je kan er vers 15 van psalm 19 in herkennen:
- Laten de woorden van mijn mond u behagen,
de overpeinzingen van mijn hart u bekoren,
HEER, mijn rots, mijn bevrijder.
Een andere Bijbelse verwijzing vind je in de verzen:
- Wrestle with your darkness
Angels call your name
Can you hear what they are saying
Will you ever be the same?
Worstel met je duisternis, lezen we. Dat doet bij een klein beetje bijbelkenner een belletje rinkelen. In Genesis 32, 23-33 gaat Jacob door een moeilijke periode. Hij die zijn oudere broer Esau beroofde van het eerstgeboorterecht, staat op het punt de gedupeerde na vele jaren opnieuw te ontmoeten. In de nacht heeft hij een mystieke ervaring, omschreven als een worsteling met God. Die gebeurtenis tekent hem voor altijd. Sindsdien mankt hij. En hij krijgt de naam Israël.
Dan krijgt Sinwani nog het laatste woord. Hij herhaalt: De poorten van de hemel staan altijd open.