Schijnheiligheid is de grootste vijand van de christelijke liefde
Geliefde broers en zussen, goedendag!
De christelijke gemeenschap ontstaat uit de overvloedige uitstorting van de Heilige Geest en groeit dankzij de gist van het delen tussen broeders en zusters in Christus. Het is een dynamiek van solidariteit die de Kerk opbouwt tot gezin van God, waarin de ervaring van de koinonia centraal staat. Wat betekent dit vreemde woord? Het is een Grieks woord dat wil zeggen: in gemeenschap brengen, gemeenschappelijk maken, als een gemeenschap bestaan, niet geïsoleerd. Dat is de ervaring van de eerste christelijke gemeenschap. Met andere woorden: gemeenschappelijk maken, delen, mededelen, deelnemen, zich niet afzonderen. In de Kerk van het begin verwijst deze koinonia op de eerste plaats naar de deelname aan het Lichaam en Bloed van Christus. Vandaar dat wij, wanneer we te communie gaan, zeggen: Wij communiceren, we treden in de gemeenschap met Jezus en vanuit deze gemeenschap met Jezus komen we tot gemeenschap met de broeders en zusters. De gemeenschap met het Lichaam en het Bloed in de eucharistie vertaalt zich in broederlijke verbondenheid en dus in wat wij het moeilijkste vinden: de gemeenschap van goederen en in de geldinzameling voor de moederkerk in Jeruzalem (cf. Rom 12,13; 2 Kor 8-9) en voor de andere kerken. Als jullie willen weten of jullie goede christenen zijn, dan moeten jullie bidden, trachten te communiceren en te biechten.
Teken van je bekering is dat ze tot in de jaszakken doordringt, wanneer ze het eigenbelang raakt.
Dan ziet men of iemand gul is met de anderen, of iemand de zwaksten helpt, de armsten. Wanneer bekering zo ver reikt, wees dan zeker dat het echte bekering is. Wanneer het slechts bij woorden blijft, is het geen goede bekering.
Eén van hart en ziel
Het eucharistisch leven, het gebed, de prediking van de apostelen en de ervaring van de gemeenschap (cf Hand 2,42) maken van de gelovigen een menigte die – zoals het boek van de Handelingen der Apostelen zegt – één van hart en één van ziel (was) en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk (Hand 4,32). Het is een model van levenswijze dat zo sterk is dat het ons helpt mild en niet krenterig te zijn. Met als gevolg: Er was geen enkele noodlijdende onder hen, omdat allen die landerijen of huizen bezaten, deze verkochten en de opbrengst ervan meebrachten om aan de voeten van de apostelen neer te leggen. Aan ieder werd daarvan uitgedeeld naar zijn behoefte (Hand 4,34-35). Altijd heeft in de Kerk deze handelwijze bestaan van christenen die zich ontdeden van wat ze teveel hadden, van wat ze niet nodig hadden, om het te geven aan hen die in nood waren. Niet slechts geld. Ook tijd. Veel christenen – jullie, bijvoorbeeld, hier in Italië – doen vrijwilligerswerk! Dat is schitterend.
Dat is gemeenschap: mijn tijd delen met de anderen, om de hulpbehoevenden te helpen.
Zo ook vrijwilligerswerk, werken van barmhartigheid, bezoek aan zieken. Het komt er op aan altijd met de anderen te delen en niet uitsluitend het eigen belang te zoeken.
Daadwerkelijke liefde
De gemeenschap of koinonia, wordt op die manier het nieuwe relatietype tussen de leerlingen van de Heer. De christenen ervaren een nieuwe zijnswijze onder hen, een nieuw gedrag. Het is een eigen christelijke handelwijze. Dermate dat de heidenen de christenen zagen en zegden: Zie hoe ze elkaar liefhebben! De liefde was het eigene. Niet de liefde met woorden, niet de schijnliefde. Maar de liefde met de daad, elkaar wederkerig helpen, de concrete liefde of de concreetheid van de liefde. De band met Christus brengt een band tussen broeders mee die uitmondt en zich ook uitdrukt in de gemeenschap van materiële goederen. Inderdaad, deze wijze van samenzijn, dit elkaar beminnen, reikt tot in de jaszakken, leidt ertoe dat men zich ontdoet van de hinderpaal geld door het aan anderen te geven tegen het eigenbelang in. Lidmaten zijn van het Lichaam van Christus maakt de gelovigen verantwoordelijk voor elkaar.
Lees verder onder de afbeelding.
Door te geloven in Christus worden wij allen medeverantwoordelijk voor de anderen.
Als een ander een probleem heeft, dan raakt mij dat niet, dat is zijn zaak. Neen, onder christenen kunnen we niet zeggen: Sukkel, hij heeft thuis een probleem, hij maakt dit mee in het gezin. Maar, ik moet bidden, ik neem dat met mij mee, ik ben niet onverschillig. Dat is christen zijn. Daarom helpen de sterken de zwakken (cf. Rom 15,1) en niemand ervaart het gebrek als een vernedering die de menselijke waardigheid aantast. Immers, zij beleven de gemeenschap: hebben het hart gemeenschappelijk. Ze houden van elkaar. Het teken is: concrete liefde.
Materiële en spirituele armoede
Jacobus, Petrus en Johannes, de drie apostelen die als het ware de steunpilaren zijn van de Kerk in Jeruzalem, bepalen gemeenschappelijk dat Paulus en Barnabas de heidenen zouden missioneren terwijl zij de joden zouden evangeliseren. Ze vragen slechts aan Paulus en Barnabas: vergeet de armen niet, gedenk de armen (cf. Gal 2,9-10). Niet slechts de materieel armen, maar ook de spiritueel armen. Mensen met problemen die nood hebben aan onze nabijheid. Een christen gaat steeds uit van zichzelf, van het eigen hart en gaat naar de anderen zoals Jezus ons nabij gekomen is. Dat is de eerste christelijke gemeenschap.
Schijnheiligheid
Een concreet voorbeeld van delen en gemeenschap van goederen komt voor in het getuigenis over Barnabas. Hij bezit een akker en verkoopt die om de opbrengst aan de apostelen te schenken (cf. Hand 4,36-37). Naast zijn positieve voorbeeld staat een ander dat spijtig genoeg negatief is. Ananias en zijn vrouw Saffira beslissen om na de verkoop slechts een deel van de opbrengst aan de apostelen toe te vertrouwen en het andere deel voor henzelf te houden (cf. Hand 5,1-2). Dit bedrog doorbreekt de ketting van het belangeloze, rustige en vredevolle delen. De gevolgen zijn tragisch en fataal (Hand 5, 5.10). De apostel Petrus ontmaskert de valsheid van Ananias en zijn vrouw en zegt hen: Ananías, waarom heeft de satan bezit genomen van uw hart, zodat ge de Heilige Geest bedriegt en van de opbrengst van uw land iets achterhoudt? Bleef het soms niet uw eigendom zolang het onverkocht was, en stond ook daarna nog de opbrengst niet tot uw beschikking? Hoe is zoiets bij u opgekomen? Ge hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God. Men zou kunnen stellen dat Ananias tegen God gelogen heeft door zijn geïsoleerd geweten, een schijnheilig geweten, door middel dus van een onderhandelde, gedeeltelijke en belanghebbende kerkelijke aanhorigheid.
Schijnheiligheid is de grootste vijand van de christelijke gemeenschap, van de christelijke liefde. Doen alsof men elkaar liefheeft, maar slechts het eigenbelang dienen.
Toeristen in de Kerk
Tekortkomen aan de oprechtheid van het delen of tekort schieten in de oprechtheid van de liefde betekent: schijnheiligheid bevorderen, zich van de waarheid verwijderen, egoïst worden, het vuur van de gemeenschap doven en de weg opgaan van de koude innerlijke dood. Wie zich zo gedraagt, leeft in de Kerk als een toerist. Er zijn veel toeristen in de Kerk. Altijd op doortocht zonder ooit binnen te komen.
Spiritueel toerisme laat mensen geloven dat ze christen zijn, terwijl ze slechts toeristen in de catacomben zijn.
Neen, we mogen geen toeristen zijn in de Kerk. Wel broeders van elkaar. Een bestaan dat slechts bekommerd is om eigen voordeel en baat ten nadele van de anderen, leidt onvermijdelijk tot de innerlijke dood. Veel mensen noemen zichzelf dicht bij de Kerk, vrienden van priesters en bisschoppen terwijl ze slechts uit zijn op eigenbelang. Dat is de schijnheiligheid die de Kerk vernietigt!
Dat de Heer – ik vraag het voor ons allen – zijn Geest van tederheid over ons mag uitstorten. Dat Hij alle schijnheiligheid overwint en die waarheid gangbaar maakt die de christelijke solidariteit voedt. Zij is niet zozeer sociale bijstand, maar onontkoombare uitdrukking van de natuur van de Kerk, de tedere moeder van allen, vooral van de armsten.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc