Snoep of je leven? De herkomst van een griezelig gebruik
In aanloop naar Halloween staan er weldra misschien een mummie, heks of vampier aan je deur die om snoepjes bedelen. Twijfel je om open te doen? Trick or treat is niet zuiver Amerikaans, maar kent Keltische zowel als christelijke wortels.
#1 Bedelen om geluk
De traditie om op 31 oktober verkleed van huis tot huis te gaan ontstond in Ierland, Schotland, het eiland Man en Wales. Dit gebruik maakte deel uit van het Keltische nieuwjaarsfeest Samhain. Op die dag was de sluier tussen de levenden en de doden heel vaag, zo nam men aan. De Kelten deden er alles aan om ronddwalende overledenen gastvrij te ontvangen. De overleden bezoekers van lekker eten voorzien, speelde daarbij een grote rol.
Bij de genoemde huisbezoeken was het dan ook belangrijk om eten te vragen van de mensen die er woonden. Vaak in ruil voor een opgedragen vers of gezongen lied. Als de bewoners eten schonken, bracht dat geluk; deden ze dat niet, dan kon ongeluk hen parten spelen. De verklede mensen belichaamden als het ware de overledenen die zich welkom wilden voelen. Door voor deze zielen om eten te vragen, mochten ook de verkleders zelf rekenen op voorspoed in het nieuwe jaar.
#2 Zielenkoeken
Met de instelling van het feest van Allerzielen in de 10de eeuw kregen verschillende tradities rond het herdenken van overledenen ook in de Westerse Kerk ruimte. Hier zie je eveneens dat voedsel een rol speelt. In delen van Oost-Europa hielden mensen zelfs letterlijk maaltijden op de graven. Omdat deze gebruiken te dicht bij ‘heidense’ tradities aanleunden, zette de middeleeuwse Kerk eigen gebruiken in het licht, zoals de zogenoemde ‘zielenkoek’.
Bedelaars trokken op Allerzielen met uitgeholde rapen als lantaarns langs de deuren.
Ook in Vlaanderen werden er op Allerzielen lange tijd zielenkoeken gebakken. Deze zoete broodjes werden van een kruis voorzien, wat aangaf dat ze als aalmoezen waren bestemd. Arme mensen – vaak kinderen – trokken langs de deuren en vroegen om een zielenkoek. Deze bedelaars vertegenwoordigden aanvankelijk - en vergelijkbaar met de Samhaintraditie - de zielen van de overledenen die verbonden waren met het bezochte huis. Men kon ze trouwens herkennen aan hun lantaarns van uitgeholde rapen, een gebruik dat aan het huidige pompoenfenomeen doet denken.
Later groeide het huisbellen uit tot een ruilhandel in aflaten, ook wel ‘souling’ genoemd. In ruil voor een aalmoes, kon je een aflaat voor een overleden familielid of vriend bekomen. Voor elk stuk brood dat aan de armen werd gegeven, geloofde men dat er een ziel uit het vagevuur werd verlost.
De kinderen aan onze deur zullen van dit alles niets afweten. Net als bij Sint-Maarten, Nieuwjaarszingen of Driekoningen zien ze gewoon uit naar wat extra snoep of koek. Maar misschien kan het bezoek van deze kleine griezeltjes bij ons wel een andere dimensie raken. Een dimensie die ons verbindt met al wie zelfs voorbij de dood verbonden willen zijn.
***
Zelf zielenkoekjes bakken?
Recept voor 24 zielenkoekjes:
175 gram boter op kamertemperatuur
175 gram suiker
3 eieren
450 gram bloem
een snufje zout
een eetlepel gemengde kruiden (kaneel, kruidnagel)
75 gram krenten of rozijnen
een klein beetje warme melk
gember
nootmuskaat
Verwarm de oven voor op 180°. Roer de boter en suiker in een kom tot het geheel zacht en schuimig is. Roer er dan een voor een de eieren door. Voeg vervolgens bloem, zout en kruiden toe en kneed dit goed door elkaar tot een soepel deeg. Voeg er nu de krenten of rozijnen bij. Verdeel het deeg in 24 platte koekjes en kerf in elk koekje een kruis. Bak ze 10 à 15 minuten totdat ze bruin zijn.
Neem er een tasje thee of koffie bij en maak het gezellig met familie of vrienden en al wie er niet meer fysiek bij kunnen zijn in hart en gedachten.