Spiritueel omgaan met terreur? 4 inzichten van Etty Hillesum
Terreurdreigingen belagen ons van vele kanten. Hoe kunnen we in extreme situaties het geloof en de hoop levendig houden dat het goede, het leven en de liefde uiteindelijk zullen overwinnen?
Etty Hillesum, een Nederlands-Joodse schrijfster (1914 - Auschwitz 1943), is in de fleur van haar leven wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Ze studeert rechten en psychologie in Amsterdam. Solidair met het joodse volk, weigert ze onder te duiken. Midden in de horror en de absurditeiten van de holocaust verliest ze haar relatie met het Leven niet. Over haar persoonlijke, innerlijke en spirituele ontwikkeling houdt ze een dagboek bij. Parels van levenswijsheid die ons ook vandaag kunnen helpen in deze benarde tijden van terreur en dreiging.
Inzicht 1: doorleef wat zich aandient
Etty Hillesum: Het wordt een zware dag voor me. Zoals ik hier nu lig, sinds gisteravond, verwerk ik vast een beetje van het vele lijden dat er over de hele wereld verwerkt moet worden… Donderdagochtend. Levensangst over de hele linie. Volledige inzinking. Gebrek aan zelfvertrouwen. Afkeer. Angst…
Binnenin me zit een hele diepe put. En daarin zit God. Soms kan ik erbij. Maar vaker liggen er stenen en gruis voor die put, dan is God begraven. Dan moet hij weer opgegraven worden. Etty Hillesum
Etty worstelt om de hele werkelijkheid te doorleven, in alle kleuren en waarachtigheid. Zowel haar innerlijke wereld als de terreur om haar heen. Bij haar geen bitterheid of vlucht in wanhoop, fantasieën of ontkenning. Geen naïef optimistische spiritualiteit die haar beschermt tegen de wonden van het leven.
Klaarwakker kijkt ze de angst in de ogen. En toch blijft ze geloven in de uiteindelijke grond, in de Aanwezigheid diep in haar. Soms bijna onbereikbaar diep.
Er is geen reden om je te schamen voor onmacht bij de verschrikkingen. We kunnen leren doorleven wat zich aandient. En intussen dat waakvlammetje van het vertrouwen trachten brandend te houden.
Inzicht 2: help God
Ik zal je helpen, God, dat je het niet in mij begeeft, maar ik kan van tevoren nergens voor instaan. Maar dit ene wordt me steeds duidelijker: dat jij ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en door dat laatste helpen wij onszelf. Etty Hillesum
Midden in de waanzin van het geweld blijft haar geloof niet zomaar overeind: het verdiept zich. De werkelijkheid van God ervaart ze als Aanwezigheid in zichzelf. God is voor haar niet ver weg, maar tastbare werkelijkheid, innerlijk centrum, krachtige ruimte in het diepste van haar wezen. Die bron blijft ze zien en onverdroten zoeken. Verbeten en zacht tegelijk.
Ze beseft dat God geen andere handen en voeten heeft dan de onze. Dat hij zonder ons onmachtig blijft.
Voor allen die niet meer kunnen vertrouwen, blijft zij vertrouwen. Voor allen die zichzelf verliezen in angst en lijden, blijft zij haar ziel en die van de ander bewaren.
God strijdt samen met ons tegen het kwade. Solidariteit in de hoogste graad dus. We zijn op elkaar aangewezen. We mogen elkaar niet loslaten. Hij heeft onze hulp nodig om ons te kunnen helpen. Laten we hem dus blijven opdelven in de ruïnes van ons leven.
Inzicht 3: maak ruimte voor verdriet, niet voor haat
Dit verdriet moet je in jezelf alle ruimte en onderdak verschaffen die het toekomt. Op die manier zal het verdriet in de wereld misschien verminderen, als iedereen draagt - eerlijk en loyaal en volwassen - wat hem wordt opgelegd. Etty Hillesum
Etty Hillesum:Als je het verdriet niet het eerlijke onderdak verleent, maar de meeste ruimte openstelt voor haat en wraakgedachten, waaruit weer nieuw verdriet voor anderen geboren zal worden, ja, dan neemt het verdriet nooit een einde in deze wereld en zal het zich steeds vermeerderen.
Steeds weer kiest Etty ervoor om de hele werkelijkheid onder ogen te zien, geen enkele emotie te ontvluchten. In zichzelf leert ze alle goede en slechte eigenschappen van de hele mensheid herkennen.
Ze ontstijgt haar slachtoffer-zijn door innerlijke solidariteit met al wie lijdt. Dat is een ultieme vorm van vrijheid.
Het onrecht zet haar niet aan tot haat. Wat zij hier ervaart, ervaren mystici over alle tijden heen: dat daders en slachtoffers uit éénzelfde materie en uit dezelfde verlangens zijn gemaakt. Verdriet kan helen, haat niet. Haat verdeelt. Haat misvormt en ontmenselijkt de ziel. Daarom wil ze geen ruimte voor haat in haar hart. Haar diepste wezen wordt een zuiveringssluis waar het verdriet van vele mensen doorheen gestuwd wordt. Hoe beter ze in staat is om met die innerlijke werkelijkheid om te gaan, hoe beter het haar lukt om met de werkelijkheid ‘buiten’ om te gaan.
Laat ons wenen met allen die verdriet hebben. Laat ons wenen om mensen die geschonden zijn, om mensen die schenden. Laat ons alle massieve mensenverdriet doorleven, maar nooit toegeven aan haat.
Inzicht 4: geloof in de uiteindelijke goedheid en schoonheid van de wereld
Al blijft ons één nauwe straat, waardoor we mogen gaan, boven die straat staat toch de héle hemel. Etty Hillesum
Etty Hillesum:Men kan ons niets doen, men kan ons werkelijk niets doen. Ik vind het leven mooi en voel me vrij. De hemelen binnen in me zijn even wijd uitgespannen als boven me.
Het kwaad krijgt blijkbaar geen greep op Etty, zelfs al zal ze er uiteindelijk het slachtoffer van worden en wordt ze als één van de ontelbare joden onschuldig naar de slachtbank geleid.
Ook in de donkerste nacht blijft ze bewust aanwezig in het leven en blijft ze de hemel zien.
Op deze moeilijke weg groeit haar vertrouwen. Ze ontdekt dat ze in staat is het lijden te dragen zonder dat haar levenskracht verminderd wordt. Sterker nog, ze ervaart hoe haar leven wordt verruimd door de mogelijkheid dat ze zal gedood worden onder ogen te zien en op te nemen in haar leven. Ze horen bij elkaar als één zinvol geheel. Gebed wordt samenspraak met het diepste in haar. Ze leert rusten in God, zoals ze het zelf noemt. Dat geeft haar grond onder de voeten en een hemel boven haar hoofd. Hoe meer ellende ze ziet, des te sterker wordt haar bewustzijn van alle onverwachte mooie geschenken van het leven.
Alle kostbaarheden van het bestaan verankert ze diep van binnen. Het zijn rijkdommen die voorgoed van haar zijn, schatten die niemand haar kan ontnemen.
Dat is kenmerkend voor de mystieke weg, een weg waarin wat uiterlijk wordt beleefd innerlijk wordt opgeslagen.
Laat ons zoveel mogelijk een bewaarplaats van het goede en het schone zijn. En laat ons daarvan steeds meer uitdelen aan anderen.