Trek mij aan als ik weerstand bied
Gebed
Barmhartige God,
roep mij terug
als ik van U wegvlucht;
trek mij aan als ik weerstand bied;
richt mij op als ik gevallen ben;
ondersteun mij als ik weer ben opgestaan;
leid mij terwijl ik verder ga.
Vergeet mij niet ofschoon ik U vergeet;
verlaat mij niet hoewel ik U verlaat;
wend uw blik niet af van mij
al ben ik een zondig mens.
Zie niet naar mijn zwakheid,
maar alleen naar uw oneindige goedheid;
vergeef me genadig wat ik heb misdaan,
schenk mij berouw over wat voorbij is
en maak me behoedzaam
zodat ik niet meer zondig. Amen.
Thomas van Aquino
Meditatie
Veertigdagentijd is ommekeer, terugkeer, bekering – niet zomaar om jezelf te forceren of pijn te doen: de kering gebeurt altijd naar en zelfs dankzij God. Vandaar dat Thomas van Aquino ook bidt: Roep mij terug… Trek mij aan… Richt mij op… Leid mij… Vergeet mij niet…
Alle initiatief ligt bij God.
Niet dat we deze voorbereidingstijd, deze weg naar Pasen, zomaar moeten ondergaan zonder eigen inzet. God wil ons als medewerkers van zijn verlossing, als bondgenoten! In een eerste stap moet je je laten zien aan God in al je onmacht, in je zonde en beperkingen, je moet bij wijze van spreken op je knieën gaan zitten en Hem bidden dat Hij alles in jou bewerkt, ondanks of misschien net dankzij je kleinheid en zwakheid. In onze zwakheid toont Hij zijn kracht! Je zou deze weken elk van de beden van Thomas van Aquino een voor een kunnen invullen voor je persoonlijk leven. Waarom vlucht ik van U weg, God? Laat ik mij terugroepen? Waarom bied ik weerstand? Ben ik bang van U? Bang dat U te veel van me zou vragen? Durf ik naar U toe te komen en belijden dat ik gevallen ben en U om ondersteuning vragen? Durf ik uw leiding te vragen, ook als de weg smal en kronkelig is, anders dan ik had gedroomd? Ook als de weg door de woestijn gaat of bergop?
Thomas van Aquino is zich sterk bewust van de momenten van verwijdering van God: hij beseft dat hij God vergeet, verlaat, dat hij zwak is en Gods vergeving nodig heeft. De veertigdagentijd is dan ook de periode van de verzoening die Jezus op het kruis helemaal zal voltrekken, terwijl Hij ons al stervend de belofte doet dat wij, als wij tot ommekeer en terugkeer willen komen, in zijn paradijs zullen mogen leven. Willem van St. Thierry (12de eeuw) stelt zichzelf heel scherp de vraag:
Als U zo bij mij bent, waarom blijf ik dan niet bij U? Wat staat er in de weg? Wat weerhoudt me? Welke muur is er tussen U en mij? Als U met mij zijt en mij gelukkig maakt, waarom kan ik dan niet bij U blijven en genietend opgaan in U, de bron van heel mijn geluk? Komt dit misschien door mijn zonden? Willem van St. Thierry, Derde Meditatie, 4.
Als we in deze Veertigdagentijd al zouden ontdekken welke muur we tussen God en ons hebben opgetrokken en hoe we die wand kunnen afbreken met Gods bijstand zodat we bij Hem kunnen blijven, dan zal de vreugde van Pasen overweldigend zijn. Wees er gewoon voor Hem, forceer je niet: noem zijn Naam, laat Hem je verlossen, Hij houdt zich niet doof voor je roepen.
Kardinaal Godfried Danneels, Iny Driessen. Over de drempel. Halewijn / Adveniat, 2013.