Triptiek van ‘Vlaamse Rafaël’ Michiel Coxcie terug in Zavelkerk
In de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk in Brussel kan je weer gaan kijken naar Verrijzenis van Christus en schenkersportretten, een drieluik van de hand van Michiel Coxcie (ook geschreven als Coxie). Het werk werd de voorbije twee jaar gerestaureerd door het KIK (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium).
‘Vlaamse Rafaël’
Michiel Coxcie (1499-1592), wellicht geboren in Mechelen, is niet dé grote naam uit onze kunstgeschiedenis, reden waarom er in 2014 een overzichtstentoonstelling van zijn werk werd gehouden: ‘De Vlaamse Rafaël’, was die getiteld, naar de bijnaam die aan Coxcie kleeft.
Hij was dan ook de schilder die de Italiaanse renaissance naar de Zuidelijke Nederlanden bracht.
Behalve schilder was hij ook ontwerper van glasramen (onder andere voor de Brusselse Sint-Michiel en Sint-Goedelekathedraal) en wandtapijten. Hij maakte faam in Rome, werd er zelfs opgenomen in de plaatselijkse kunstgilde en was betrokken bij de decoratie van de nieuwe Sint-Pietersbasiliek. De tien jaar die Coxcie in Italië verbleef, zouden hem als kunstenaar helemaal vormen. Toen hij op 30-jarige leeftijd terugkwam naar de Lage Landen, was zijn naam gemaakt.
Kopie van ‘Lam Gods’
Zijn eerste grote opdracht was het altaarstuk De Maagschap van Maria voor de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen. Hij werd ook hofschilder van de Habsburgse dynastie, geen kleine eer. Filips II gaf hem zelfs de opdracht om een zo getrouw mogelijke kopie te maken van het Lam Gods. Coxcie werkte aan de kopie van 1556 tot 1558 in de Vijdkapel van de Gentse kathedraal. Op zijn vraag stuurde de befaamde schilder Titiaan hem uit Venetië ultramarijn pigment, omdat hij niet het juiste blauw kon vinden in de Nederlanden. De kopie van het Lam Gods zou in de latere eeuwen het meest gekende werk van Coxcie worden. De panelen zijn in de negentiende eeuw over heel Europa verspreid.
Coxcie leefde en werkte te midden van de religieuze omwentelingen van de 16de eeuw.
Hij wou letterlijk de wapens opnemen tegen de beeldenstormers (“met eenen deeghe an dlijf enwilde tbeelstromen beletten”), die er uiteindelijk zouden voor zorgen dat een deel van zijn werk verloren ging.
Verongelukt op z’n 93ste
Michiel Coxcie bleef tot op zeer hoge leeftijd actief en stierf letterlijk met het penseel in de hand. In 1592, de man was toen 93 jaar, viel hij van een stelling terwijl hij een restauratie uitvoerde in het Antwerpse stadhuis. Hij werd zwaargewond naar Mechelen gebracht, maar overleed kort erna aan zijn verwondingen.