‘Ver van de wereld is dicht bij Sint-Sixtus’ ~ WO I in de abdij
Drie trappisten van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren hielden tijdens de oorlogsjaren een dagboek bij. Bovendien was iemand op het idee gekomen in het gastenhuis een Gulden Boek te leggen waar mensen hun gegevens en een boodschap konden neerschrijven. Onder meer hieruit ontstaat een levendig beeld van hoe het er tijdens de Eerste Wereldoorlog aan toeging in de abdij.
Vluchtelingen in de Sint-Sixtusabdij
Bij het uitbreken van de oorlog krijgen de trappisten eerst te maken met een toestroom van vluchtelingen.
Wat rampen en hartverscheurende verhalen komen ons ter ore. Oorlog, wat zijt gij wreed! Moeders, vluchtend met hun pasgeboren kinderen in de armen, en na enige tijd niets dan een lijkje. Een oud moedertje, van 83 jaar, en een andere moeder met 8 kinderen. Moeders zochten hun kinderen, vrouwen hun mannen, kinderen hun ouders, enzoverder.
Dagboek broeder Victor
Verre van de wereld is dichte bij Sint-Sixtus
Tegen eind oktober zijn er 360 vluchtelingen. In november komt de gendarmerie hen verdrijven, want er moet plaats gemaakt worden voor militairen. Met oudjaar verblijven in Sint-Sixtus 500 soldaten en 40 vluchtelingen. De broeders vullen overdag de magen van 3 tot 400 mensen uit de buurt. Gelukkiglijk had men dat jaar een gezegenden oogst opgedaan, lezen we.
In het Gulden Boek schrijft iemand: ‘Verre van de wereld is dichte bij Sint-Sixtus.’
Franse, Engelse en Belgische soldaten
De militairen maken het de trappisten knap lastig. Broeder Victor schrijft in zijn dagboek: De soldaten laten mij geen ogenblik gerust, heel de dag is het een geloop achter kaas, melk en boter. Broeder brouwer en pater hovenier delen in hetzelfde lot. [...] Als om 4 uur de priesters de mis gaan lezen, moeten ze over de soldaten heen stappen en dat alles bij het licht van een lamp als een gloeiende spijker, want wij hebben geen elektriek bij gebrek aan kolen. [...]
Vanaf juni 1915 wordt Engels de voertaal in en rond de abdij. De Engelse soldaten drukken nog meer dan de Franse hun stempel op het leven van de trappisten. Vader abt moet toestemming vragen om na de avondklok een wandeling te maken in de kloostertuin!
De broeders zijn bijna niet in staat de koeien te melken, daar heel de gang tussen de koeien vol ligt. ‘t Is oorlog, courage!
Dagboek broeder Victor
Tussen de bomen worden tenten opgeslagen en tunnelvormige barakken opgetrokken. Later komen er ook houten huizen en zelfs een anglicaanse kerk.
'Deserteurs worden gefusilleerd, maar de vlucht in de drank is wel toegelaten'.
Ook mooie momenten in alle ellende
Aswoensdag. De sneeuw ligt. Soldaten en officieren, allemaal door elkaar, smijten sneeuwballen naar elkaar op de koer. Je kunt er niet doorheen kijken! Om te smijten staan zij in deurgaten, terwijl zij na gesmeten te hebben, wel 10 ballen tegelijk krijgen uit de andere deurgaten.'Nooit in mijn leven heb ik meer gelachen dan die keer. Er vlogen wel wat ruiten uit. Nu, tot daar!'
Vanaf eind 1917 wordt het Belgische front uitgebreid in zuidelijke richting en nemen de Belgen een deel van de Engelse en Franse stellingen over. Dit wordt voor de abdij misschien nog de zwaarste periode, want de soldaten zijn arm en moe. Ongeveer dagelijks hebben er nu begravingen plaats in de abdij.
Wapenstilstand
En dan, eindelijk, nadert het einde van de Grote Oorlog.
- 18 oktober 1918: De laatste soldaten vertrekken. Alles is stil. Duitse vliegers komen niet meer, het kanon kunnen wij niet meer horen.
- 23 oktober: Vandaag sluiten wij wederom de kloosterpoort. Zolang wij soldaten hadden, dus van november 2014, mocht zij nooit gesloten zijn, ook niet ‘s nachts.
- 27 oktober: Vandaag hoor ik op een naburige kerk klokken luiden. Het is lang geleden dat we dat hier hoorden.
- 1 november: Deze nacht hebben wij weer voor het eerst sinds vier jaar de klokken geluid.
- 11 november: Naar wij vernemen is de wapenstilstand gesloten, zodat nu - God zij dank - de oorlog als geëindigd beschouwd mag worden.