Wat vieren we ook alweer met Pinksteren?
Kort samengevat is Pinksteren het feest waarop christenen bidden en danken om de gave van de heilige Geest. Etymologisch betekent het ‘50 dagen’. Het gaat terug op het joodse bedevaartfeest Sjavoeot, dat 50 dagen na Pasen of Pesach plaatsvindt. Op die eerste Pinksteren waren de leerlingen dus net als zovele andere joden in Jeruzalem verzameld voor Sjavoeot, een oogstfeest dat in verband wordt gebracht met de gave van de Tora. Symbolischer kon het dus niet, wanneer zij uitgerekend op dat feest de Geest ontvingen en vol vuur gingen getuigen over Jezus, de gekruisigde en verrezen Heer, de vervulling van de Tora!
Toch is de heilige Geest geen exclusief christelijk gegeven. Al op de eerste bladzijde van de Bijbel komt deze dynamiek ter sprake: De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de Geest van God zweefde over de wateren. Ook joodse gelovigen zijn vertrouwd met de geest als goddelijke dimensie.
Wie of wat is de Geest?
Altijd blijft de Geest een beetje mysterieus en abstract. Anders dan God spreekt hij niet en hij heeft geen gezicht zoals Jezus. De Schrift spreekt over de Geest in metaforen: alle soorten windkrachten van adem over briesje tot storm, maar ook alle schakeringen van vuur. Hij wordt voorgesteld als een wolk, een vuurzuil of een duif en komt aan bod als een scheppende, verbindende en drijvende kracht, kortom geestdrift.
Wat is er zo nieuw aan de Geest van Pinksteren?
De evangelisten maken één ding heel duidelijk: Jezus is de Messias, gezonden en gezalfd door God. Heel Jezus’ leven en getuigenis is gedreven en doordrongen van Gods Geest. Zijn geboorte maakt het al duidelijk: was Maria niet zwanger van de heilige Geest? Denk ook aan het relaas over Jezus’ doopsel (Matteüs 3,16-17):
Nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij terstond uit het water. En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen; en een stem uit de hemel sprak: “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.”
Daarna werd hij voor 40 dagen de woestijn in gedreven door de Geest.
De geest brengt de Vader en de Zoon in perfecte syntonie.
Daarom kan Jezus bij zijn hemelvaart aan zijn leerlingen zeggen dat Hij hen zelf een Helper zal sturen. En die geest wordt nu over de leerlingen uitgestort, waardoor zij eindelijk ten volle begrijpen wie Jezus was (is) en wat hen te doen stond.
Pinksteren als begin van de Kerk
De leerlingen begrepen niet alleen wat hen te doen stond, ze waren zo vol vuur dat niets hen nog kon tegenhouden. Ze begonnen te getuigen en maakten op één dag 3.000 leerlingen, zo luidt het. De gave van de Geest is dus ook een (vreugdevolle!) opgave.
Het is geen toeval dat de Kerk voor de periode tussen Pasen en Pinksteren koos om het sacrament van het vormsel toe te dienen aan geloofsleerlingen. Het vormsel houdt immers de gave van de Geest in en de zending om zelf als gevormde christen in eenheid met God te leven en van daaruit het geloof door te geven.
Zo ligt dus het waaien van de Geest aan de oorsprong van de Kerk, destijds in Jeruzalem, maar ook vandaag nog.
Leven vanuit de Geest
De grote theoloog Karl Barth vatte het uiterst gebald samen, zo lezen we in het boek Met een naam en een gezicht (Halewijn, 2016):
- God de Vader is de totaal Andere die tegenover ons staat
- God de Zoon is het mensgeworden Woord die voor ons uit gaat
- God de Geest is Gods liefde en kracht die in ons en in de wereld woont en werkt
We ervaren Gods Geest in de verbondenheid en kracht die kunnen uitgaan van solidariteit en gebed, van een catechese of getuigenis die aankomt, van een muziekstuk dat je een brok in de keel bezorgt, van een gebaar dat muren afbreekt en een kil hart verwarmt.
De Geest is, in ons en om ons heen, veel actiever dan we meestal vermoeden.