Muziek voor Pinksteren: 12 composities om te koesteren
1. Gregoriaans als start
De bekende gregoriaanse hymne Veni Creator Spiritus zou in de negende eeuw geschreven zijn door de Benedictijner monnik Hrabanus Maurus, een man van vele talenten. De hymne werd sindsdien ontelbare keren gebruikt als basis voor improvisaties of variaties.
(Lees verder onder het fragment.)
2. Kleine Pieter
De puurheid van Pérotin spuit onze 21ste-eeuwse oren uit. Over deze Franse componist is weinig bekend, behalve dat hij rond 1200 leefde en werkte, vermoedelijk aan de Notre Dame in Parijs die toen werd (uit)gebouwd. Pérotin is één van de eerste Europese componisten die bij naam bekend zijn, al getuigt die naam wel van bescheidenheid: letterlijk betekent Pérotin “kleine Pieter”.
(Lees verder onder het fragment.)
3. Tomás de Oratoriaan
Het vijfstemmige motet Dum complerentur dies Pentecostes staat op naam van Tomás Luis de Victoria (1548-1611), toen een toonaangevende Spaanse componist. De Victoria was een priester die toetrad tot de orde van de Oratorianen.
(Lees verder onder het fragment.)
4. Het dozijn van Bach
Van Johann Sebastian Bach kozen we Also hat Gott die Welt geliebt, de eerste van een dozijn aan Pinksteren gelinkt cantates. Hij schreef ze als 29-jarige in Weimar, nog voor hij in Leipzig de job van zijn leven vond. Bach zou deze cantate ook tijdens zijn hoogdagen in Leipzig nog verscheidene keren uitvoeren. De springerige sopraanaria Mein gläubiges Herze wordt ook apart uitgevoerd, zoals hieronder door de toen 13-jarige Noorse jongenssopraan Aksel Rykkvin.
(Lees verder onder het fragment.)
5. De échte componist van ‘Bist du bei mir’
Gottfried Heinrich Stölzel is nu vergeten, maar bij leven genoot de tijdgenoot van J.S. Bach heel veel aanzien, ook bij J.S. Bach zelf. Het strafste bewijs: Bach ‘leende’ van Stölzel het beroemde lied Bist du bei mir, dat sindsdien voor een compositie van Bach zelf doorgaat. Ware de zaak niet goed en wel verjaard, de erven van Bach hadden een fortuin aan auteursrechten kunnen eisen. Maar terzake: Stölzel schreef ook zes pinkstercantates, even vergeten als al de rest. Wie ze beluistert, zou niettemin bijna een traan plengen voor de ongenadige vergetelheid die Stölzel te beurt is gevallen.
(Lees verder onder het fragment.)
6. Vingeroefening van de 12-jarige Mozart
Voor de wijding van een kapel in Wenen schreef de 12-jarige Wolfgang Amadeus Mozart het motet Veni Sancte Spiritus, dat wordt besloten met een gul Alleluia. Een vingeroefening voor onder meer de Waisenhausmesse, waarin Mozarts eigen stem helder en vastberaden doorklinkt. Het doet vermoeden dat hij definitief de ganzenveer in handen nam die vader Leopold in vorige composities wel eens mee durfde te sturen.
(Lees verder onder het fragment.)
7. Berlioz in het klein
Eén van de laatste werken uit de immer bruisende koker van Hector Berlioz (1803-1869). Hij, de man van het grote gebaar, de altijd wat driftige decibelstoker, plooit in dit intieme werkje voor vrouwenkoor terug op zichzelf. Delicieus en delicaat en verdraaid moeilijk uit te voeren. De versie hieronder is veruit de beste die we op YouTube terugvonden.
(Lees verder onder het fragment.)
8. Voor de echte me(ga)lomaan
Gustav Mahlers Achtste Symfonie ging de geschiedenis is als zijn grootste en meest vocale symfonie, en ook als een van de meest uitgebreide composities ooit. De bijnaam Symphony der Tausend verwijst naar het aantal muzikanten dat werd ingezet voor de eerste uitvoering, maar met ‘amper’ 500 deelnemers kom je er tegenwoordig ook wel. Voor het eerste deel putte Mahler uit Veni Creator Spiritus, het tweede deel is gebaseerd op een fragment uit Goethes Faust. De symfonie was een grondig eerbetoon aan zijn vrouw Alma, van wie Mahler toen al wist dat ze hem ontrouw was.
(Lees verder onder het fragment.)
9. De hymne binnenstebuiten gekeerd
Maurice Duruflé, daar kan je niets tegen hebben. Zijn boterzachte Requiem opent alle deuren, alsook de oren van luisteraars die bij elke composities van na de Tweede Wereldoorlog een verhoging van de bloeddruk laten waarnemen. De Franse componist schreef voor orgel Prélude, Adagio et Choral varié sur le thème du Veni creator spiritus. Zoals de titel zegt: een korte inleiding, een adagio en daarna een complexe uitwerking van de gregoriaanse hymne.
(Lees verder onder het fragment.)
10. Ceci n'est pas un orgue
Olivier Messiaen voltooide het vijfdelige orgelwerk Messe de la Pentecôte in 1950 en ging daarbij niet bepaald over één nacht ijs; naar eigen zeggen zitten in dit werk 20 jaar orgelimprovistaties vervat. Ook Messiaens andere god, de natuur, is hier alomtegenwoordig. Wie het niet voor orgel heeft, begeleiden we met zachte doch besliste hand graag naar het mysterieuze vierde deel, Les oiseaux et les sources.Ceci n'est pas un orgue.
(Lees verder onder het fragment.)
11. Ook hier van de Pärtij
Zeker, ook Arvo Pärt is erbij, met Veni Creator – de geest liet hij er in de titel tussenuit. In 2006 geschreven voor koor en orgel, later herwerkt voor koor en strijkorkest.
(Lees verder onder het fragment.)
12. De tegenvoeter van Pärt
Arvo Pärt heeft een tegenvoeter: de Australische componist Ross Edwards (°1943). Het zijn tijdgenoten en muzikale ziensverwanten met dezelfde kronkelende levenspaden. Die slalomden eerst langs complexiteit en experimenten, om begin jaren 80 uit te monden in de auditieve oases van contemplatieve muziek. Edwards laat zich daarbij ook inspireren door muziek van de Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië. Veni Creator Spiritus is de naam van een strijkoktet in twee delen.