En dan vrolijk op de achterbank: ‘Ik ben een kind van de duivel’
Een zonnige dag, kinderen ophalen en met open raampje naar huis rijden. Dat is zoals in de douche: je gaat haast vanzelf zingen. Mijn kinderen ook. Zo vrolijk als onze 9-jarige het zong - met echo van kleine broer - zo hard kwam het aan. Mama, ik ben een kind van de duivel.
Voor wie nog niet mee is: hier het hele liedje met clip. Kijk het even uit als je verder wil lezen.
Het liedje werd gisteren druk becommentarieerd in de media, nadat enkele dominees in Nederland een interne brief hadden laten rondgaan om gemeenteleden te waarschuwen voor de tekst: Als je jezelf een kind van de duivel noemt, dan geef je hem een opening om in je leven te komen. En dat kan je kapot maken.
In mainstream media ontstond heisa over deze religieuze taal in een religieuze context.
Ik las alle commentaren met grote interesse. Die van kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen stelde me gerust: Ik kan begrijpen dat ouders aanstoot nemen aan zo'n liedje. De tekst is gewoon niet geschikt voor kinderoren. Als je als ouder voelt dat je kind het zingt om uit te dagen, om de grens op te zoeken, dan moet je dat niet opblazen door er nog veel meer aandacht aan te besteden. Maar als een kleiner kind dat zingt zonder te beseffen wat het eigenlijk uitkraamt, dan mag je zeker zeggen: 'Mama vindt het eigenlijk niet fijn wat je zingt'. Je hoeft je daarom niet ouderwets te voelen.
Dat ik de tekst van het liedje niet fijn vond, ongeveer zoiets heb ik die keer in de wagen ook gezegd. Intussen heb ik het liedje nog af en toe in de huiskamer gehoord - het heeft wel een ongelooflijk aanstekelijk deuntje - maar meestal zonder tekst.
Gisteren bekeek ik voor het eerst de clip. Toen pas ben ik echt naar de tekst en de boodschap gaan luisteren. Ik ben er stil van. Het is uiterst triest, maar niet betekenisloos. In contrast met het deuntje wordt het een heuse aanklacht.
De Nederlandse rapper, die eigenlijk Tim Kimman heet, zegt dat het liedje over zijn eigen leven gaat.
We zien een kind dat lijdt onder het geruzie van zijn ouders en in stilte zijn conclusies trekt: het is allemaal zijn eigen schuld. Helaas is dat een redenering die je vaak ziet bij kinderen in dergelijke situaties. Het kind in de clip vindt een pistool. Als hij het wapen wil teruggeven aan zijn ouders, gaat het per ongeluk af, in zijn eigen gezicht.
Het is een rauwe boodschap, maar ik neem me voor om de volgende keer als ik mijn prille tiener het liedje hoor zingen, samen met hem de clip te bekijken. Want achteloos scanderen, kan niet meer. Hier zit voer in voor meer dan 1 gesprek:
- over de duivel • Wie of wat is hij? Hoe kruipt hij binnen in mensen? Waarom moet je hem niet uitnodigen op feestjes?
- over het ruziën van grote mensen en wat je daar als kind bij voelt
- over drank en drugs
- over pesten (de spugende leeftijdgenoot)
Ik hoop nog altijd dat dit liedje niet over de speelplaats galmt in Vlaamse scholen, maar wel dat er in de klas of thuis eens over gesproken wordt.
Los daarvan vraag ik me af of de Nederlandse dominees de clip goed bekeken. Want Jebroer (parallel Je-zus) is dan wel niet gelovig, hij kent zijn Bijbel. Of is het pistool niet het spreekwoordelijke zwaard in Matteüs 26,52? Geeft hij hiermee zelf niet aan wat het gevolg is van met de duivel om te gaan?
Intussen is overigens al een christelijke parodie geproduceerd door DJ Flubbel. Zalig!