De vrouwelijke noot (6): het Zonnelied van de kluizenares
Sofia Gubaidulina
- geboren in Rusland op 24 oktober 1931
- in de ban geslagen door de Sovjet-autoriteiten wegens haar te experimentele stijl
- bekeert zich in 1970 tot de Russisch-Orthodoxe kerk
- leeft sinds 1992 als een kluizenares in een Duits gehucht
‘Ik ben ervan overtuigd dat haast alle kunst religieus is, omdat kunst en religie hetzelfde doel hebben: de verbinding tot stand brengen tussen het ik en iets volkomens.’
(Lees verder onder de video.)
Compositie in de kijker: ‘Zonnelied’ (Canticle of the Sun), 1997
Een ode aan de schepping en koos daarvoor de tekst van het Zonnelied van Franciscus van Assisi. Het is een massief werk voor cello solo, orkest en koor in 19 verschillende delen. De componiste brengt ze thuis in vier thema’s: (1) Verheerlijking van de Schepper, en zijn Scheppingen – de Zon en de Maan, (2) Verheerlijking van de Schepper, Maker van de vier elementen: lucht, water, vuur en aarde, (3) Verheerlijking van het leven en (4) Verheerlijking van de Dood.
Tegelijk was de compositie een ode aan de legendarische Russische cellist Mstislav Rostropovitsj (1927-2007), ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag. Het was uiteraard ook hij die bij de première de cellopartij speelde.
Spiritualiteit en liefde voor de natuur lopen als een rode draad doorheen Gubaidulina’s oeuvre, dat zich niet makkelijk laat ontdekken.
Eigenzinnig, stekelig, compromisloos en hard, maar op onverwachte momenten ook gul en warm. Haar voorlopig laatste werk, een bewerking van haar vroegere Über Liebe und Hass, droeg ze op aan God.
Drie andere aanraders
- De Profundis (bayan) | Het eerste en wellicht ook enige De Profundis dat is geschreven voor solo bayan, de Russische accordeon die uitgroeide tot het lievelingsinstrument van de componiste. Gubaidulina haalt uit de accordeon klanken en sferen die je niet voor mogelijk haalt: van het onaardse gerommel aan het begin, tot de ijle tonen op het eind.
- Offertorium (vioolconcerto) | Geschreven met en voor violist Gidon Kremer, die het werk en zijn componiste wereldwijde bekendheid bezorgde. Het werk opent met het thema uit Bachs Musikalisches Opfer, dat de basis vormt voor een half uur compositorisch vernuft en violistieke gymnastiek.
- Sieben Worte (cello, bajan en strijkers) | Gubaidulina speelt met de eindeloze nuances tussen stilte en geluid. Ontroering en ontzetting liggen dicht bij elkaar in dit meesterwerk van haar.