Op zoek naar collectief verleden als vrouw
Psychologe Debby Van Linden raakte 3 jaar geleden in de ban van de begijnen. Op een jaar tijd bezocht ze alle 25 begijnenhoven in Vlaanderen. Nu schrijft ze een boek over de geschiedenis en vooral over de vrouwen zelf. Want die komen nog te weinig aan bod in de collectieve herinnering, zegt Van Linden. Om haar boek te kunnen realiseren, startte Van Linden een crowdfundingscampagne. Want ze heeft nog heel wat werk voor de boeg met een heel team.
Het boek zal uit 2 delen bestaan:
- de 800-jarige geschiedenis van de begijnen (ongeveer 1200 tot 2000)
- de biografie en het werk van enkele schrijfsters onder de begijnen, zoals Marguerite Porète en Hadewijch
De grote kerk van het hart
Het wordt een werkstuk met een heel persoonlijke insteek. Onze geschiedenis is nog altijd heel mannelijk gekleurd, zegt Van Linden, die van opleiding psychologe is.
Als vrouw hebben we nauwelijks erfgoed. Vandaar mijn drang om deze sterke vrouwen van onder het stof te halen. De patriarchale maatschappij en kerk van destijds wantrouwden deze onafhankelijke vrouwenbeweging en probeerden ze in de kiem te smoren, maar de begijnen overleefden en hebben een inspirerend verhaal te vertellen, ook voor vandaag.
Wat Van Linden dan van de begijnen leerde? Ze leren me fier in het leven te staan en uit te gaan van mijn eigen kracht.
De begijnen leren me maagd te blijven in geestelijke zin, dat wil zeggen: bij mijn eigen kern te blijven. Als je de Bijbel leest, moet je hem altijd zelf nog interpreteren. Het geloof gaat over je eigen hart. Debby Van Linden
Marguerite Porète schreef in de 14de eeuw dat er 2 soorten kerk bestaan. Er is de kleine kerk. Dat is het kerkgebouw en alles daarrond. En er is de grote kerk: in je hart. Vandaag zouden velen die uitspraak moeiteloos beamen, want wat is een geloof zonder persoonlijke beaming? Maar destijds belandde Porète voor haar emancipatorische uitspraak op de brandstapel.