'Zonder vreugde slaat de verkondiging van het Evangelie niet aan'
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Vorige woensdag hebben we nagedacht over Jezus als voorbeeld van de verkondiging, over zijn pastoraal hart dat steeds op andere gericht is. Vandaag kijken we naar Hem als meester van de verkondiging. We laten ons leiden door het voorval waarin Hij preekt in de synagoge van zijn dorp, Nazareth. Jezus leest een deel uit de profeet Jesaja (cf. 61, 1-2) en daarna verrast Hij allen door een zeer korte preek, die slechts uit één zin bestaat, één zin. Hij zegt: Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan(Lc 4, 21). Dat was de preek van Jezus: Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan. Dit betekent dat voor Jezus dit gedeelte uit de profeet het wezenlijke bevat van wat Hij over zichzelf wil zeggen. Met andere woorden, telkens wij over Jezus spreken, zouden we zijn eerste verkondiging moeten navolgen. Laten we daarom nagaan waaruit deze eerste verkondiging bestaat. Men kan er vijf wezenlijke bouwstenen in onderscheiden.
Vreugde
Het eerste element is de vreugde. Jezus verkondigt: De geest des Heren is over mij gekomen; (…) Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen (v. 18), een verkondiging dus van blijheid en vreugde. Een blijde aankondiging. Men kan over Jezus niet praten zonder vreugde. Het geloof is immers een verbazingwekkende liefdesgeschiedenis die men moet delen. Getuigen van Jezus, in zijn naam voor anderen iets doen dat is tussen de lijnen van het leven zeggen dat men een zo mooi geschenk gekregen heeft dat geen enkel woord volstaat om het te vertolken. Integendeel, wanneer de vreugde ontbreekt, komt het Evangelie niet aan, want, zoals het woord zelf zegt, het is een goede aankondiging en het woord Evangelie betekent: goede aankondiging, aankondiging van vreugde. Een droeve christen kan over zeer mooie zaken spreken maar dat is nutteloos als de aankondiging boodschap die men brengt niet blij is.
Een denker zei: 'Een droeve christen is christelijke droefheid'. Vergeet dat nooit.
Bevrijding
Het tweede aspect is: bevrijding. Jezus zegt dat Hij gezonden is om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken (ibid.). Dit betekent dat wie God verkondigt geen proselitisme mag bedrijven, neen, men mag op anderen geen druk uitoefenen. Men moet hen blij maken. Geen lasten opleggen, maar ervan bevrijden. Vrede brengen, geen schuldgevoelens aanpraten. Zeker, het volgen van Jezus vereist zelfverloochening, vraagt offers. Immers, als elk mooi ding offers vraagt dan zeker de meest beslissende zaak in het leven!
Maar, wie van Christus getuigt toont de schoonheid van het doel meer dan de last van de weg erheen.
Het zal ons al overkomen zijn aan iemand te vertellen over een mooie reis die we maakten. Bijvoorbeeld, we zullen gepraat hebben over de schoonheid van de plaatsen, wat we gezien en beleefd hebben, maar niet over de tijd nodig om er te komen en ook niet over de files op de luchthave, neen! Zo moet elke verkondiging die de Verlosser waardig is bevrijding aanreiken. Zoals die van Jezus. Vandaag is er vreugde, want ik ben gekomen om te bevrijden.
Licht
Derde aspect: het licht. Jezus zegt dat Hij gekomen is opdat blinden zullen zien (ibid.). Het valt op dat in de Bijbel vóór Christus nooit sprake is van de genezing van een blinde, nooit. Het was inderdaad een beloofd teken met betrekking tot de komst van de Messias. Hier gaat het niet slechts over het lichamelijke zien, maar wel over licht dat het leven op een nieuwe wijze doet zien. Er bestaat een aan het licht komen, een nieuwe geboorte die alleen door Jezus gebeurt. Als men het zo bekijkt dan is voor ons het christelijk leven begonnen bij ons doopsel. Eertijds werd dat 'verlichting' genoemd. En welk licht schenkt Jezus? Hij brengt het licht van het kindschap. Hij is de door de Vader beminde Zoon, voor altijd levend. Met Hem zijn ook wij kinderen van God voor altijd bemind ondanks onze vergissingen en gebreken. Daarom is het leven niet langer een blind op weg zijn naar het niets, neen: het is geen zaak van lot of geluk. Het is niet iets dat afhankelijk is van toeval of gesternte en ook niet van gezondheid of centen, neen.
Leven is afhankelijk van liefde, van de liefde van de Vader voor ons, zijn geliefde kinderen. Hoe fijn is het dit licht met andere te delen!
Hebben jullie er reeds aan gedacht dat het leven van ieder van ons – mijn leven, jouw leven, ons leven – een gebaar van liefde is? Een uitnodiging tot liefde is? Dat is schitterend! Maar heel vaak vergeten we dat omwille van de moeilijkheden, omwille van negatieve berichten, ook omwille – en dat is spijtig – van het mondaine, omwille van het mondain leven.
Genezing
Het vierde aspect van de verkondiging: de genezing. Jezus zegt dat Hij gekomen is om verdrukte te laten gaan in vrijheid. Verdrukt is wie zich in het leven verpletterd voelt door iets dat gebeurt: ziekten, vermoeidheid, hartenleed, schuldgevoelens, vergissingen, slechtheid, zonden ... Hierdoor verdrukt zijn. Denken we bv. aan schuldgevoelens. Hoevelen van ons hebben hieronder geleden? Denken we aan het schuldgevoel omwille van dit of dat … Wat bovenal verdrukt, is dat kwaad dat geen enkele medicijn of menselijk geneesmiddel kan genezen: de zonde. Wanneer iemand schuldgevoel heeft over wat men heeft gedaan, dan voelt men zich slecht … Het goede nieuws is echter dat door Jezus deze oude kwaal, de zonde, die onoverwinnelijk leek, niet langer het laatste woord heeft. Ik kan zondigen, omdat ik zwak ben. Ieder van ons kan dat, maar dat heeft niet het laatste woord.
Het laatste woord dat is de uitgestoken hand van Jezus die je uit de zonde opricht.
Pater, wanneer doet Hij dat? Eenmaal? Neen. Tweemaal? Neen. Driemaal? Neen. Altijd. Telkens wanneer jij je slecht voelt, reikt de Heer je de hand die je verder draagt. Van de zonde geneest Jezus ons altijd. En hoeveel moet ik voor die genezing betalen? Niets. Hij geneest ons altijd en gratis. Hij nodigt allen uit die vermoeid en onder lasten gebukt zijn – dat zegt Hij in het Evangelie – om naar Hem te komen (cf. Mt 11, 28). En dus, iemand naar ontmoeting met Jezus brengen, betekent iemand naar de cardioloog brengen die het leven verlicht. Het is zeggen: Broeder, zuster, ik heb geen antwoord voor je vele problemen, maar Jezus kent je, Jezus houdt van je, Hij kan je hart genezen en herstellen.
Wie lasten draagt, heeft nood aan een streling over het verleden ...
Vaak horen we: Ik heb nood aan de genezing van mijn verleden… ik heb een streling nodig over dat verleden dat zo zwaar weegt … Men heeft nood aan vergiffenis. Wie in Jezus gelooft kan precies dit aan anderen schenken: de kracht van de vergiffenis, die de ziel bevrijdt van elke schuld. Broeders en zusters vergeet dit niet: God vergeet alles. Hoe dat? God vergeeft al onze zonden, die herinnert God zich niet. God vergeeft alles omdat Hij al onze zonden vergeet. Het enige dat nodig is: naar de Heer gaan en Hij vergeeft ons alles. Denkt aan het Evangelie over hem die begon met de woorden: Heer, ik heb gezondigd! Die zoon ... En de vader legt de hand op diens mond. Neen, ’t is in orde, niets … Hij laat hem niet uitspreken. Dat is zo mooi. Jezus verwacht ons om ons vergiffenis te schenken, om ons te herstellen. Hoe vaak? Eenmaal? Tweemaal? Neen. Altijd. Maar, pater, ik bedrijf dezelfde dingen telkens opnieuw … Ook Hij zal zijn zaken telkens opnieuw doen: je vergiffenis schenken, je omhelzen. Asjeblieft, laten we hierover geen wantrouwen koesteren. Zo houdt men van de Heer. Wie onder lasten gebukt gaat en een streling over het verleden nodig heeft, nood aan vergiffenis heeft, laat die weten dat Jezus het doet. Dat is het wat Jezus geeft: de ziel van elke schuld verlossen. In de Bijbel is sprake van een jaar waarin men van alle schulden bevrijd werd: het Jubeljaar, het jaar van genade. Als ware dit het laatste punt van de aankondiging.
Genadejaar
Inderdaad, Jezus zegt dat Hij gekomen is om een genadejaar af te kondigen van de Heer (Lc 4,19). Het was geen geprogrammeerd jubeljaar, zoals wij vandaag doen. Alles is geprogrammeerd en men denkt aan wat te doen en wat niet te doen…Neen. Met Jezus komt de genade die het leven nieuw maakt en steeds verbaast. Christus is het Jubileum van elke dag, van elk uur, die naderbij komt om je te strelen, om je vergiffenis te schenken. De aankondiging van Jezus moet steeds in zich dragen: de verbazing van de genade. Die verbazing… “Ik kan het niet geloven, ik heb vergiffenis gekregen”. Zo groot is onze God! Wij zijn het niet die grootse dingen doen. Neen, het is de genade van de Heer die, ook door ons, onvoorzienbare dingen vervult. Dat zijn de verrassingen van God. God is meester in verrassingen. Steeds verrast Hij ons, altijd wacht Hij op ons. Wij komen aan en Hij staat ons op te wachten. Altijd. Het Evangelie brengt ons tot een zin van verwondering en van nieuwheid met een naam: Jezus.
Hij helpt ons Hem te verkondigen zoals Hij wil: door vreugde, bevrijding, licht, genezing en verwondering te communiceren. Zo vertolkt men Jezus.
Arm van binnen
Een laatste zaak: deze blijde aankondiging – zegt het Evangelie – is bedoeld voor de armen (v. 18). Vaak vergeten we hen en toch zijn zij de uitdrukkelijk vermelde bestemmelingen, omdat zij de meest geliefden van God zijn. Laten we aan hen denken en ons herinneren dat elk van ons zich, om de Heer te onthalen, van binnen arm moet maken. Met een armoede die doet zeggen: Heer, ik heb nood aan vergiffenis, ik heb hulp nodig, ik heb kracht nodig. Deze armoede bezitten wij allemaal: zich van binnen arm maken. Het komt erop aan elke zelfgenoegzaamheid te overwinnen en zichzelf te verstaan als behoeftig aan genade en altijd behoeftig aan Hem. Als iemand mij zegt: Pater, wat is de kortste weg om Jezus te ontmoeten? Word behoeftig. Word behoeftig aan genade, behoeftig aan vergiffenis, behoeftig aan vreugde. En Hij zal naar je toekomen.
- Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
- Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.