Zorg goed voor uzelf en voor heel de kudde!
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
In de Handelingen van de Apostelen gaat de reis van het Evangelie door de wereld onophoudelijk verder. Het trekt door Efeze terwijl het zijn heilvolle werking toont. Dankzij Paulus ontvangen ongeveer twaalf mannen het doopsel in de naam van Jezus en ervaren de uitstorting van de Heilige Geest die hen nieuw maakt (cf. Hnd 19,1-7). Verschillende wondertekenen hebben, door bemiddeling van de apostel plaats: zieken genezen en bezetenen worden bevrijd (cfr Hnd 19,11-12). Dit gebeurt, omdat de leerling op zijn Meester gelijkt (cf. Lc 6,40) en deze tegenwoordig stelt door aan de broeders hetzelfde nieuwe leven mee te delen dat hij van Hem heeft ontvangen.
Geloof versus magie
De macht van God die in Efeze aan het licht komt, ontmaskert hen die in naam van Jezus duiveluitdrijvingen doen zonder er het geestelijk gezag voor te bezitten (cfr Hnd 19,13-17). Zo onthult zij de zwakheid van de magische ingrepen die door een groot aantal mensen worden verlaten omdat zij verkiezen Christus te volgen (cf. Hnd 19,18-19). Een echte omwenteling voor een stad als Efeze, die beroemd was om het bedrijven van de magie! Op deze wijze onderlijnt Lucas de onverenigbaarheid van het geloof in Christus en magie.
Wie voor Christus kiest, kan niet meer teruggrijpen naar magie.
Het geloof is een vertrouwvol zich overgeven in de handen van een betrouwbare God die zich laat kennen, niet door duistere praktijken, maar door openbaring en belangeloze liefde. Misschien merkt iemand onder jullie op: Tja, die zaak van de magie dat is van vroeger; vandaag, gegeven de christelijke beschaving, gebeurt dat niet meer. Let op! Op mijn beurt vraag ik jullie: hoevelen onder jullie laten kaarten leggen. Hoevelen onder jullie laten zich de handen lezen door waarzegsters? In de grote steden vandaag zijn er pratikerende christenen die dit soort dingen doen. En als men de vraag stelt: Hoe is het mogelijk dat jij die in Jezus Christus gelooft, toch naar waarzegsters, naar tovenaars en dat soort lieden gaat? Dan antwoorden ze: Ik geloof in Jezus Christus, maar uit bijgeloof ga ik naar die lui.
Asjeblieft. Magie is niet christelijk!
Die dingen doet men om de toekomst te kennen, of andere zaken te achterhalen, of om het levenslot te keren. Dat is niet christelijk. Het is de genade van Christus die ons leidt. Bid en vertrouw op de Heer.
Zilversmeden versus Paulus
De verspreiding van het Evangelie in Efeze was nadelig voor de handel van de zilversmeden. Een ander probleem. Zij vervaardigden beelden van de godin Artemis en maakten zo van een religieus gebruik echt een handel. Ik vraag jullie hierover na te denken. Omdat zij de zaken die veel in kas brachten zagen verminderen, organiseerden de zilversmeden beroering tegen Paulus. De christenen werden ervan beschuldigd een crisis te veroorzaken van de zilversmeden, van het heiligdom van Artemis en van de verering van deze godin (cf. Hnd 19,23-28).
Het afscheid van Paulus van de Kerk van Efeze
Daarop verlaat Paulus Efeze en op weg naar Jeruzalem komt hij aan in Milete (cf. Hnd 20,1-16). Hij laat de oudsten – dat zijn de priesters - van de Kerk van Efeze roepen om een aantal pastorale aanwijzingen te geven (cf. Hnd 20,17-35). We zijn nu in de eindfase van het apostolische dienstwerk van Paulus. Lucas geeft zijn afscheidsrede als een soort geestelijk testament dat de apostel toevertrouwt aan hen die na zijn vertrek de gemeenschap van Efeze zullen moeten leiden. Het is een van de mooiste bladzijden uit de Handelingen van de Apostelen. Ik raad jullie aan vandaag nog het Nieuwe Testament, de Bijbel, te nemen en in het twintigste hoofdstuk van de Handelingen het afscheid van Paulus van de priesters van Efeze - dat gebeurt in Milete – te lezen. Zo verstaat men hoe de apostel afscheid neemt en hoe ook vandaag priesters afscheid zouden moeten nemen en ook hoe alle christenen afscheid moeten nemen.
Het is een schitterende bladzijde.
De herder en zijn kudde
In het aansporende gedeelte spreekt Paulus – in het besef dat hij hen voor het laatst ziet - de verantwoordelijken van de gemeenschap moed in. En wat zegt hij hen? Geeft acht op uzelf en op heel de kudde. Dat heeft een herder te doen: acht geven, acht geven op zichzelf en op de kudde. De herder moet acht geven, de pastoor moet acht geven, priesters moeten acht geven, bisschoppen, de paus moeten acht geven. Acht geven om de kudde te behoeden. Acht geven op zichzelf ook, in een gewetensonderzoek nagaan hoe men deze taak vervult: acht geven. Zorg goed voor uzelf en voor heel de kudde, waarover de Heilige Geest u als leiders heeft aangesteld om Kerk van God te weiden, die Hij door het bloed van zijn eigen Zoon heeft verworven. (Hnd 20,28). Dat zegt de Heilige Paulus. Aan de episcopen wordt de grootst mogelijke nabijheid gevraagd bij de kudde, verlost door het kostbare bloed van Christus, en ook de paraatheid haar te verdedigen tegen de wolven (v. 29).
De bisschoppen moeten het dichtst mogelijk bij het volk zijn om het te behoeden en om het te verdedigen; niet los van het volk.
Nadat hij deze taak heeft toevertrouwd aan de verantwoordelijken van Efeze, legt Paulus hen in de handen van God en vertrouwt hen toe aan het woord van zijn genade (v.32). Dat is het gist van elke groei en de weg der heiligheid van de Kerk. Hij nodigt hen uit met eigen handen te werken, zoals Hij, om niet tot last te zijn aan de anderen, om de zwakken te helpen en om te ervaren dat men zaliger is door te geven dan door te ontvangen (v.35).
De goddelijke Herder
Geliefde broeders en zusters, laten we de Heer vragen in ons de liefde voor de Kerk en voor de geloofsschat die zij bewaart, te vernieuwen. Dat Hij ons allen verantwoordelijk maakt voor de hoede van de kudde door de herders te steunen in het gebed, zodat ze getuigen zijn van de standvastigheid en van de tederheid van de goddelijke Herder.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc