Bijbel van A tot Z ~ P van Pinksteren
In de Joodse Bijbel behoort het Pinksterfeest tot een van de drie bedevaartfeesten. De naam van het feest is in het Hebreeuws Sjavoeot, wat meestal vertaald wordt met Wekenfeest. Dit feest vindt plaats 7 weken na de eerste sabbat die volgt op Pesach (‘Pasen’). De dag na die 7 weken is de 50ste dag. Ons woord Pinksteren heeft daarmee te maken, want het komt van het Griekse woord (hèmera tès) pentèkostès: de vijftigste (dag). En dat is de Griekse vertaling van Sjavoeot. We vinden het trouwens al in het boek Tobit:
Tijdens de regering van koning Esarhaddon keerde ik terug naar huis en werd ik weer verenigd met Anna en Tobias. Tijdens ons Pinksterfeest, het Wekenfeest, werd er voor mij een feestmaal bereid. (zo ook in 2 Makkabeeën 12,32)
Sjavoeot is op de eerste plaats een dankfeest: voor de eerste opbrengst van het land, die wordt geoogst ergens in de maand mei. Het wordt op verschillende plaatsen in de Tora beschreven, onder andere in het boek Deuteronomium (16,9-12):
Zeven weken moet u aftellen: zeven weken nadat de eerste sikkel in het koren is gezet moet u voor de HEER, uw God, het Wekenfeest vieren, zo uitbundig als uw vrijwillige gaven het toelaten, naar de mate waarin de HEER, uw God, u zegent. Ten overstaan van hem moet u dan feestvieren, samen met uw zonen en dochters, uw slaven, uw slavinnen, de Levieten die bij u in de stad wonen, en de vreemdelingen, de weduwen en de wezen. Doe dat op de plaats die de HEER, uw God, zal kiezen om er zijn naam te laten wonen. Bedenk dat u zelf in Egypte slaaf bent geweest; houd u daarom zorgvuldig aan deze voorschriften.
In deze tekst wordt een link gelegd met de bevrijding uit Egypte, het thema van Pesach, Pasen. Daarom wordt in de Joodse liturgie op het Wekenfeest gelezen uit het boek Exodus, meer bepaald de hoofdstukken 19 en 20. Die gaan over de verschijning van God op de berg Sinaï aan Mozes en aan het volk en over de gave van de Tien Woorden.
De bevrijding uit Egypte en ontsnapping aan de tirannie moet gevolgd worden door een levenswijze die echte vrijheid mogelijk maakt.
Dat is precies de bedoeling van de Tien Woorden of het Eerste Verbond.
Brood en Woord
De band tussen de gave van de oogst en de gave van de Tora (verdicht in de Tien Woorden) wordt ook elders in het boek Deuteronomium (8,3) goed weergegeven: De mens leeft niet van brood alleen, maar van alles wat komt uit de mond van God.
Wanneer God neerdaalt op de berg van de Sinaï, gaat dat gepaard met een hevige beving, met rook en met donder en bliksem (Exodus 19,16-19). Ondertussen wordt er op de ramshoorn geblazen (de Sjofar). En dan klinkt de Stem van God: Ik ben JHWH, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden, enzoverder. Het is een indrukwekkende gebeurtenis die het volk diep aangrijpt.
Zie je de gelijkenis met deze perikoop over het Pinksterfeest in Handelingen 2,1-11?
Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak, waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van eenhevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. (NBV)
Met Pinksterfeest wordt hier dus het Joodse Wekenfeest bedoeld, vijftig dagen na Pesach/Pasen. Omdat het een van de drie grote bedevaartsfeesten betreft, is er veel volk in de stad Jeruzalem. De leerlingen van Jezus zijn er ook, maar ze bevinden zich in een huis, afgezonderd. Plots begint het hevig te waaien en er verschijnt een soort vlammen. De Geest van God daalt neer en vervult de leerlingen zo dat zij in staat zijn hun positie van afzondering te verlaten en in de talen van alle in Jeruzalem aanwezig gemeenschappen te spreken.
Op het Wekenfeest wordt er niet alleen gedankt om de vroege oogst, maar ook om de gave van Tora. Wat blijkt nu? De leerlingen ontvangen de gave van de heilige Geest juist om de Tora te kunnen verstaan vanuit Jezus (zoals in Lucas 24,32.45). Hoe weten we dit zo zeker?
Het is pas na de gave van de heilige Geest dat de leerlingen voluit uit de Tora gaan citeren om iedereen uit te leggen hoe Jezus’ dood en verrijzenis daarin al aan bod komen.
Meteen na de gave van de heilige Geest in Handelingen 2 houdt Simon Petrus een indrukwekkende redevoering waarin hij vrijelijk uit de Joodse Bijbel citeert om het Christusgeheim uit te leggen. De Geest heeft van hem een Schriftgeleerde gemaakt! Het feest van de gave van de Tora wordt nu ook het feest om in die Tora – héél de schriftelijke Tora, dat wil zeggen heel de Joodse Bijbel – Christus op het spoor te komen. Pinksteren is daarmee het meest ‘communicatieve’ feest dat we kennen!
Jezus’ nieuwheid ligt in de coherente manier waarop hij elementen uit Eerste Testament samenbrengt in een nieuw visioen. Maar zonder Deuterojesaja geen evangelie!
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Stuur een mail naar de redactie.