Kluizenaar voor 1 week ~ Dagboek van Saskia van den Kieboom
> Ontdek hoe het allemaal begon in de video 'Kluizenaar voor 1 week: 'Benieuwd wat dit met mij zal doen.'
Vrijdag
Saskia van den Kieboom • Vandaag was een voelbaar frissere dag, maar de zon scheen er niet minder om en dat deed deugd. Al schrijvend en tekenend komt de tekst van het Marcusevangelie toch veel straffer binnen. Heeft iemand al eens stilgestaan bij de volgende zin: ‘Dag en nacht liep hij tussen de graven en op de bergen te brullen en zichzelf met stenen te beuken’ (hoofdstuk 5 vers 5; het gaat hier om de man bezeten door een legioen aan onreine geesten). Stel je eens voor! Vastbinden had kennelijk geen zin, want die man trok de kettingen uit elkaar en vernielde de boeien. Vandaag zouden ze zo iemand platspuiten met valium. Best heftig.
Maar wat me bijzonder ontroerde, was de genezing van het dochtertje van Jaïrus, wanneer Jezus zegt: ‘Talita Koem’, meisje sta op. En dat het meisje dan rondliep, buiten zichzelf van opwinding. Dat ze liep, en lachte, en speelde, en leefde.
Jezus laat haar niet alleen leven, maar geeft haar ook levensvreugde. Daar werd ik heel erg blij van.
Ik vouwde nog wat kraanvogels en dacht aan bijbelcitaten waar vogels in voorkomen. Dat zijn er heel wat: reigers, mussen, duiven, een ooievaar, een adelaar, zwaluwen. Ik voorzag 10 origami kraanvogels van bijbelcitaten en plaatste ze voor mijn raam, vlak bij de vogels buiten.
Stilaan komt ook het besef dat ik de kluis weer bijna ga verlaten. Ik kijk dankbaar terug op een hele mooie en bijzondere week. Ik kwam tot rust en bezinning, ik kwam oog in oog met wat kwesties in mijn werk en privé, maar vond ook de kracht om daarmee aan de slag te gaan. Natuurlijk zijn het dingen die geen pasklaar antwoord hebben, maar ik kon ze van verschillende kanten bekijken samen met Jezus, en dat gaf nieuwe energie. Ik ga met een tevreden hart naar Antwerpen.
Een bijbelcitaat dat me vandaag is bijgebleven en dat ik altijd meeneem voor een loopwedstrijd (Jesaja 40,31):
- Maar wie hoopt op de HEER krijgt een nieuwe kracht
Hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar
Hij loopt, maar wordt niet moe,
Hij rent, maar raakt niet uitgeput
Donderdag
Saskia van den Kieboom • Zo’n dag dat het allemaal wat lastiger vooruit gaat. Dat de dingen niet gaan zoals je zou willen. Zo’n dag dat ik stilte en eenzaamheid graag zou doorbreken.
Juist de positieve energie van anderen zou me deugd doen op een dag als vandaag.
Van de andere kant is er dan ook de verleiding om te vervallen in beklag, en dat is nu net niet wat ik wil. De dag begon vandaag met doemgedachten over de coronapandemie. Die steken bij mij af en toe op, al een hele tijd. Meestal zijn er dan wel mensen om me heen die me er dan weer even bovenop helpen, maar nu dus niet. Ik moest het zelf doen.
Zoals de vorige dagen heb ik me in de ochtend beziggehouden met lezen en het biblejournalend overschrijven van het Marcusevangelie. Ik vouwde ook weer kraanvogels, zodat mijn bureautje aardig vol begint te staan. Na de eucharistie nam ik mijn maaltijd mee, die naar gewoonte voor mij klaar stond aan de deur van de kapel.
Doelgericht bezig zijn, ook al hebben de dingen die ik doe niet meteen nut of een grote toegevoegde waarde voor de wereld, dat hielp om het nare gevoel van deze morgen achter me te laten en maakte dat ik, ondanks allerlei donkere gedachten, toch opnieuw vrede kon vinden in het hier en nu.
Vaak maak ik me druk of ik wel nuttig genoeg bezig ben, maar eigenlijk is dat helemaal niet zo van belang.
Belangrijker is: ben ik in een tevreden staat van zijn, ben ik tevreden in het hier en nu? Want als dat zo is, dan sta ik veel meer open voor anderen, voor God, en komt enthousiasme vaak vanzelf. Komen goede ideeën vanzelf. Komt ook de kracht om ze te delen met anderen, en om ze uit te voeren.
> Lees de reactie van broeder Henrik-Maria 'De kracht van nutteloze dingen'
Een tevredenheid met het hier en nu, misschien is dat wel een beetje Heilige Geest. En dat heeft helemaal niets te maken met een euforische staat van zijn, of een uitzinnige vreugde.
Ook wanneer je somber of ongelukkig bent kun je toch vrede sluiten met het moment waar je je in verkeert en dat geeft vervolgens kracht en moed.
Allemaal mooi gezegd, maar veel moeilijker gedaan, zeker wanneer ik straks weer terug ben in Antwerpen en er weer zovele afleidingen zijn. Wel resoneerde het volgende bijbelvers vandaag, het zijn de meest troostende woorden die ik ken:
‘Kom allen naar Mij toe die afgemat en belast zijn, en ik zal u rust geven. Neem mijn juk op en kom bij Mij in de leer, omdat ik zachtmoedig ben en eenvoudig van hart, en u zult rust vinden voor uw ziel. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’ (Matteüs 11, 28)
Woensdagavond
Saskia van den Kieboom • Vandaag schreef ik opnieuw een brief. Aan Jezus deze keer. Lees maar mee.
Lieve Jezus,
Aan jou heb ik al veel brieven geschreven, en ook al duurt het soms even voordat je antwoordt, lezen doe je ze altijd, waarvoor dank. Dank je wel ook dat ik deze dagen zo dicht bij jou mag zijn. Wanneer ik dicht bij jou ben, dan heb ik het gevoel dat niets meer moet. Dat het goed is zoals het is, hier en nu. Dat ik goed ben zoals ik ben.
Een gevoel van volledige tevredenheid bekruipt me wanneer ik bij jou ben: het idee dat ik verder niets meer heb te wensen. Kon het altijd maar zo zijn.
Ik weet wel, Lieve Jezus, dat ik steeds degene ben die van jou vandaan gaat, jij gaat niet weg van mij. Jij bent de constante factor, niet ik. Jij zal altijd op mij wachten, ook wanneer ik me straks weer door het hectische leven in Antwerpen laat opslorpen, en ik opnieuw niet de neiging kan onderdrukken om me steeds met anderen te vergelijken, ook al weet ik dat ik daar niets mee op schiet. Het is het ego dat in mij spreekt, soms schreeuwt en dat jij tot zwijgen kan brengen. Ego dat jij met jouw warme hart als sneeuw voor de zon doet verdwijnen.
Met zachte woorden fluister je me toe dat het echt goed is zoals het is. Dat ik goed ben zoals ik ben. Je herhaalt het eindeloos en met veel geduld omdat ik zeker dat laatste maar moeilijk kan geloven. Lieve Jezus, ik vertrouw op U. Leid me maar, toon me de weg. Je bracht me al op talrijke prachtige plaatsen waar ik alleen nooit naartoe was gegaan. Alleen had ik de weg nooit gevonden. U gaf me al de kracht om te vragen om hulp of om vergiffenis of de kracht om vergiffenis te schenken. Op eigen kracht had ik dat nooit gekund.
Lieve Jezus, wat houd ik veel van jou. Je was er op de momenten dat het er echt toe deed, ook al had ik dat niet altijd door. Spreid uw liefde over iedereen die het nodig heeft. En help mij uw liefde te verspreiden. Dat lukt me soms goed, maar soms ook helemaal niet.
Tot snel, veel liefs,
Saskia
Na het schrijven van deze brief heb ik Psalm 131 gebeden. Waar ik gisteren een strak schema had gemaakt, heb ik dat vandaag bewust niet gedaan. Juist om de stilte beter te kunnen laten resoneren. Ik heb alle dingen gedaan die ik wilde doen, dus een schema heb ik niet nodig. De avond is weer gevallen. Misschien kijk ik vanavond nog een interessante documentaire, maar misschien ook niet. Momenteel geniet ik werkelijk van de zeldzame stilte.
Woensdagochtend
Dinsdagavond
Saskia van den Kieboom • Er zitten hier andere vogels dan in Antwerpen. Het is een vreemde gedachte – ik zit midden in een stad – en toch voelt het alsof ik werkelijk afgezonderd zit. Het stadse leven is overdag niet ver weg door allerhande omgevingsgeluiden. In de schemering neemt het geluid van vogels, andere soorten dan duiven en meeuwen, de overhand. De tuin van het klooster is dan al snel donker en ik weet nog niet of ik dat nu aangenaam vind of ook een beetje eng.
De mot met wie ik mijn eerste nacht hier door heb gebracht is inmiddels gaan vliegen.
Ik heb er het gezelschap van een kat voor terug gekregen die af en toe eens komt kijken. Van een afstandje. Als ik te dichtbij kom, is ze vertrokken. Aan haar postuur en grootte te zien, betreft het een vrouwtje. Een kattin zoals ze hier zeggen.
Waar de dagen in Antwerpen voorbij vliegen, is het hier eerder kabbelen. Allereerst hield ik me bezig met een kraanvogel te vouwen. Ik heb er ooit in korte tijd meer dan honderd gevouwen, dus je zou zeggen dat ik het nog wel wist, maar de laatste stap was ik vergeten. Het kwam snel terug. Ik dacht eraan terwijl ik een brief van Amnesty International ondertekende, voor de kwestie van de Oeigoeren in China. Een kraanvogel staat voor geluk en vrijheid.
Het vouwen van kraanvogels werkt enorm ontspannend, evenals bible journalend door het Marcusevangelie gaan. Het zijn aangename activiteiten voor in een kluis. Ik heb nog wat gelezen in Fratelli Tutti en daarna was het tijd voor de eucharistieviering.
Verder wijdde ik me aan een brief aan mijn moeder. Ze overleed in 2009 aan longkanker, op 55 jaar. Even oud als haar vader toen die overleed. Ze kwam uit een gezin van 5 kinderen. Haar oudere broer stierf in 2018 en haar jongste broer heeft ook al de diagnose kanker gekregen. Volledig uitgezaaid en vermoedelijk weinig meer aan te doen. Ik citeer uit mijn brief:
‘Hoe komt het toch dat er zoveel jonge overlijdens zijn in jullie gezin? Was het leven hier op aarde te zwaar voor jullie wegens teveel pijn uit het verleden, de pijn van vorige generaties die op jullie schouders terecht is gekomen? Ik weet het niet. Jullie zijn nu in betere oorden waar geen pijn en verdriet is.
Onze relatie was niet altijd makkelijk, soms wisten we ons beiden niet goed raad met onze gevoelens, maar we kwamen er altijd wel uit. We hebben veel plezier gehad, er was veel vreugde. Ik ben dankbaar voor een van onze laatste dagen samen in de natuur, vlak voordat je stierf. Je was zo vol vrede toen… Liefde, vrede, gezelligheid, vriendschap. Alles kwam die dag samen.’
Ik voelde een diepe vrede na het schrijven van de brief. Daarna ging ik even wandelen in de tuin, wat me deed vergeten dat het nog maar februari is. Met bloeiende krokussen en zingende vogels leek het echt al volop lente. Ik werd vervolgens een beetje ingehaald door de tijd. Ik had me moeten haasten om op tijd bij de vespers te zijn en haasten is niet iets dat bij een kluizenaar past, dus besloot ik te bidden in mijn eigen gebedsruimte. Wat een luxe.
Ik heb al op veel plaatsen in de wereld verbleven, allerlei soorten en maten, maar een eigen kapel had ik nooit eerder.
Het voelt steeds alsof Jezus me al op wacht wanneer ik de kluis in kom.
Dat is erg fijn. De avond valt. Tot morgen.
Maandagavond
Saskia van den Kieboom • Het was al van eind november geleden dat ik Antwerpen nog eens had verlaten. Tot deze ochtend dus. Het sociale leven is dan wel al enorm vertraagd door corona, een week in volledige eenzaamheid en gebed leven, is nog wel wat anders. Normaal heb ik daar niet zo’n moeite mee, maar door weg te gaan maak ik van mijn man nu ook een kluizenaar.
Ik kies ervoor, hij niet. Dat hij me desondanks steunt, vind ik absoluut bewonderenswaardig.
Ook mijn werk laat ik deze keer wat minder makkelijk los. De coronapandemie maakt de situatie van de kwetsbaren met wie ik werk, vaak nog precairder. Maar tegelijk weet ik dat het werk doorgaat, mijn collega’s zijn er immers ook nog.
Na de sympathieke rondleiding door broeder Hendrik Maria (bekijk onze vlog) installeerde ik me in mijn onderkomen voor komende week: een kleine maar gezellige kamer met een eigen gebedsruimte bij het Heilig Sacrament. Troostend, dichtbij. De stilte kon beginnen.
Ik weet dat ik het soms lastig kan hebben om in een ‘leegte’ gegooid te worden, daarom bracht ik meteen wat structuur aan.
Ik volgde vandaag de gebedsdiensten die voor ritme zorgden en me snel in een biddende sfeer brachten. Tussendoor las ik in Fratelli Tutti, schreef ik een brief naar mijn 17-jarige zelf en was ik bezig met Bible journaling. Daarnaast ben ik nog even gaan lopen. Ik was bang dat ik de verleiding niet zou kunnen weerstaan om telefoonberichtjes te checken, maar daar had ik totaal geen last van.
De grote leegte bleef vandaag uit. Maar ik weet dat ze nog gaat komen. Ik zal de woestijn wel een keer betreden deze week. Met wilde dieren, zoals Marcus dat zo mooi beschrijft. Tegelijk vertrouw ik erop dat de engelen hun werk zullen doen.
De dag loopt stilaan ten einde. Zo meteen is er nog de dagsluiting en dan gaan we de nacht in. Vroeg slapen vandaag, ik ben immers al lang op. O ja, ik deel mijn kamer met een enorme dikke mot. Hij heeft zich nu verstopt in het gordijn. Ik laat hem maar zitten, zolang hij me met rust laat hoeft de mot niet weg. Tot morgen!