El Salvador: gerecht heropent proces voor moord op 6 jezuïeten

In november 1989 heeft in El Salvador een doodseskader van het leger zes jezuïeten, hun huishoudster en haar 15-jarige dochter vermoord.
09/01/2022 - 12:10
De universiteit van Midden-Amerika is haar martelaars niet vergeten
De universiteit van Midden-Amerika is haar martelaars niet vergeten © UCA

Het  hooggerechtshof van El Salvador heeft een resolutie gepubliceerd waarmee een gerechtelijke uitspraak van september 2020 ongedaan wordt gemaakt.  Die uitspraak stelde de verantwoordelijken voor de moord in november 1989 op zes jezuïeten, hun huishoudster en haar 15-jarige dochter, waarvan er overigens al enkele gestorven zijn, buiten vervolging. Het hooggerechtshof stelt nu dat de uitspraak uit 2020 de grondrechten van de slachtoffers, hun families en de samenleving schendt. Op grond daarvan kan de rechtszaak voor de moord op de acht heropend worden. 

Op 16 november 1989 drong een elitebataljon van het Salvadoraanse leger bij zonsopgang binnen in het jezuïetenhuis van de Universiteit van Centraal America (UCA). Onder meer de rector van de universiteit, pater Ignacio Ellacuria, stond destijds bekend als fel criticus van de mensenrechtenschendingen door de militaire junta. De leden van het doodseskader schoten die ochtend vijf Spaanse en een Salvadoraanse confrater, hun huishoudster en haar 15-jarige dochter in koelen bloede dood. De bekende jezuïet en bevrijdingstheoloog Jon Sobrino ontsnapte toe aan de slachtpartij omdat hij op dat moment voor lezingen in Thailand verbleef. 

Er bestaat weinig twijfel over dat de opdracht afkomstig was uit de hoogste rangen van het leger. Maar de opdrachtgevers van de slachtpartij werden nooit veroordeeld, mee dankzij een dubieuze amnestiemaatregel. Uiteindelijk volgde later toch een proces, maar de echte verantwoordelijken van de moord bleven buiten schot. Omdat vijf van de slachtoffers uit Spanje afkomstig waren, ging ook de Spaanse justitie zich ermee moeien. Het Spaanse Hooggerechtshof bekrachtigde in februari 2021 de gevangenisstraf van 133 jaar tegen de ex-militair Inocente Montano, die bij de misdaad betrokken was. Volgens de Spaanse justitie was de voormalige kolonel en onderminister van Openbare Veiligheid medeverantwoordelijk en mogelijks een van de belangrijkste opdrachtgevers voor het bloedbad.

Bron: Kathpress.at