Kostbaar 8ste-eeuws manuscript komt naar Leuven voor onderzoek

De Codex Eyckensis, het oudste bewaarde manuscript van de Lage Landen, wordt anderhalf jaar lang onderzocht aan de KU Leuven.
19/09/2016 - 16:07
© Musea Maaseik

De Codex Eyckensis, een manuscript uit de 8ste eeuw met sterke Angelsaksische, byzantijnse en Italiaanse invloeden, verlaat uitzonderlijk zijn thuisbasis in Maaseik voor onderzoek. Het zal anderhalf jaar lang onderzocht worden in de Maurits Sabbebibliotheek van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen in Leuven. De bibliotheek bezit een unieke collectie van meer dan 20.000 manuscripten en oude boeken.

De Codex Eyckens is het oudste bewaarde manuscript van de Lage Landen en wellicht ook een van de oudste die hier is ontstaan. Prof. Lieve Watteeuw

Het onderzoek in Leuven moet helpen om een duidelijker kijk te krijgen op de ontstaansgeschiedenis van het oudste bekende verluchte boek dat in de Lage Landen en Luxemburg is ontstaan en bewaard. Eerder zorgde Illuminare Leuven, het Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst van de KU Leuven, ook al voor de digitalisering van dit kostbare manuscript. Die digitalisering gebeurde in de crypte van Sint-Catharina in Maaseik. Het wordt nu in het Book Heritage lab van de KU Leuven, met de nieuwste technieken onderzocht, verduidelijkt prof. Watteeuw.

Geïllustreerd evangelieboek

De Codex Eyckensis werd in de 8ste eeuw vervaardigd in de abdij van Echternach. Meteen na zijn creatie werd de codex, een geïllustreerd evangelieboek in het Latijn, door aartsbisschop Willibrord naar Aldeneik gebracht. Uiteindelijk vond het zijn definitieve thuis in Maaseik. Dit wil zeggen dat de Codex zich al sinds de 8ste eeuw in de regio bevindt waarvoor hij oorspronkelijk bestemd was, legt prof. Lieve Watteeuw, verbonden aan Illuminare – Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst en het Book Heritage Lab van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven, uit. In Maaseik wordt hij al eeuwen lang vereerd als reliek en maakt hij zo deel uit van de materiële en immateriële cultuur. Dit terwijl de meeste van dergelijke werken in de loop der tijd uit hun oorspronkelijke habitat werden weggehaald om te belanden in een Koninklijke verzameling of een museumcollectie.

De Codex Eyckensis kruiste al eerder het pad van prof. Watteeuw. 25 jaar geleden was ik voor het eerst betrokken bij onderzoek naar dit werk. Intussen zijn er heel wat nieuwe onderzoeksmethoden die vaak in eerste instantie werden ontwikkeld voor de ruimtevaart of de geneeskunde. Maar we kunnen ze nu ook toepassen op erfgoed. Prof. Watteeuw en haar collega’s willen met die modernste technieken de kenmerken van de kleurpigmenten, de kleurstoffen en het perkament veel gedetailleerder kunnen bestuderen.

Tweede kersteningsgolf

Prof. Watteuw: Wij hopen ook meer te weten te komen over de positie van het handschrift in zijn tijd.  Er bestaan in Europa een serie pro-Karolingische handschriften, die zijn ontstaan in die kersteningstroom. Hoe verhouden die handschriften van de achtste eeuw uit Engeland, Trier, Ausburg Parijs zich tot elkaar? Wij situeren de codex omstreeks 750 na Christus. Het is de periode van de Maaslandse kunst. Met welke bagage kwamen die monniken uit Friesland via Utrecht naar onze regio en vermengden zij zich daar met bestaande artistieke en literaire traditie in de Lage Landen? Het scriptorium van Echternach, waar dit handschrift was van fundamenteel belang voor deze periode. Wij stellen vast dat er in deze periode een explosie is van de productie van handschriften. Het boek werd gebruikt als medium om de traditie van de Bijbel en van de kerkvaders een ruime verspreiding te geven. Dat gebeurde vooral via de kloosters en abdijen, in het bijzonder via de benedictijnen die een prominenten rol speelde bij de kerstening. Er bestonden in die tijd bovendien ook al contacten met Rome.

Zeldzaam en kostbaar

Wij mogen niet onterecht de indruk hebben dat de handschriften alom verspreid werden, het bleven zeldzame en kostbare stukken, besluit prof. Watteuw. We weten dat de codex paste in de traditie van Ierse monniken die als missionaris naar het vasteland kwamen om de bevolking te kerstenen, maar hoe het zich juist verhoud tot andere werken uit zijn tijd, is nog niet helemaal duidelijk.