Minister Diependaele praat met Delhaize over Gentse Sint-Annakerk

Minister Diependaele is ervan overtuigd dat hij in overleg met alle partijen een waardevolle herbestemming voor de Gentse Sint-Annakerk kan vinden.
15/02/2021 - 16:10

Het agentschap Onroerend Erfgoed geeft een genuanceerd advies over de omgevingsvergunning voor de werken aan de Sint-Annakerk, die tot supermarkt herbestemd wordt. Om ervoor te zorgen dat er geen tijd verloren gaat, nodig ik de betrokken uit nu al rond de tafel te gaan zitten, zegt minister Matthias Diependaele, Vlaams minister van Onroerend Erfgoed. Ik ben er zeker van dat alle partners samen tot een waardevolle herbestemming kunnen komen, rekening houdend met de belangrijke kunsthistorische waarde van de kerk.

Dialoog

Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft zijn advies met betrekking tot de omgevingsvergunning voor de Sint-Annakerk in Gent overgemaakt. Dat advies is volgens minister Diependaele genuanceerd: deels gunstig, deels gunstig onder voorwaarden en een deels ongunstig advies. De belangrijkste bezorgdheden van mijn administratie bij het huidige voorstel zijn het verdwijnen van zes van de negen altaren en de aanpak van het doksaal, laat hij weten. Nog vóór de zomer van 2021 neemt het Gentse stadsbestuur een beslissing omtrent de vergunning. Ik zou het persoonlijk erg op prijs stellen mochten we dat beslissingsproces niet afwachten. Daarom heb ik mijn agentschap gevraagd om voorafgaand in dialoog te gaan over deze bezorgdheden en samen een oplossing te zoeken waarin alle partijen zich kunnen vinden. De kerk staat al jaren leeg. Alleen door onroerend erfgoed te gebruiken blijft het relevant, zegt de minister.

Achtergrondinfo

De Sint-Annakerk werd al in 1980 beschermd omwille van haar kunsthistorische waarde. Het kerkgebouw is in Vlaanderen een uniek voorbeeld van de zogeheten Rundbogenstil, een eclectische mix van Byzantijnse, romaanse en gotische stijlen. Het was een van de eerste kerken uit die periode die beschermd werd. De kerk en haar omgeving zijn bovendien beschermd als stadsgezicht.

Bron: Kabinet van Vlaams minister van Onroerend Ergoed