VN moeten volkerenmoord in Tigray onderzoeken
Habeshia, de ngo die Mussie Zerai Yosief in 2006 heeft opgericht, vraagt dat de VN-commissie voor Mensenrechtenschendingen en Oorlogsmisdaden een onderzoek zou instellen naar de dood, vernietiging en het geweld in de Tigray-regio in het noorden van Ethiopië, dat de gruwel die elke oorlog met zich meebrengt ver te boven gaat. Volgens het agentschap zijn er namelijk ernstige aanwijzingen dat het gaat om een georganiseerde volkerenmoord tegen de burgerbevolking waarbij Ethiopië een bondgenoot vond in het leger van Eritrea, een buitenlandse staat geleid door een aggressieve dictator. Habeshia verwijst naar de rapporten van internationale instellingen zoals de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, het Internationale Rode Kruis, maar ook getuigenissen van hulpverleners.
Volgens Habeshia spreken de feiten voor zich:
- Het enorme aantal slachtoffers.
- Minstens 65.000 vluchtelingen die werden gedwongen om naar Soedan te vluchten om te ontsnappen aan geweld, moordpartijen en willekeurige bombardementen.
- Meer dan 2,2 miljoen intern ontheemden, goed voor meer dan een derde van de bevolking uit de hele Tigray-regio.
- 3 miljoen mensen (inclusief intern ontheemden) die tot honger veroordeeld zijn.
- Willekeurige represailles met moordpartijen op vooral jonge mensen, omdat zij verdacht werden van mogelijke sympathie voor het Volksbevrijdingsfront van Tigray (TPLF).
- Massamoorden zoals die ruimschoots worden gedocumenteerd door het recente rapport van Amnesty International (AI).
- Een toenemend aantal meldingen van seksueel geweld, zowel individueel als in groepsverband.
- Het bombarderen, aanvallen en plunderen van plaatsen die van groot religieus of cultureel belang zijn voor de bevolking van Tigray en het Tigrinya-volk, zoals het complex van de kathedraal van Santa Maria di Sion in Axum, de heiligste plaats van de Koptisch-christelijke religie, waar volgens de overlevering de heilige ark van Mozes met de stenen tafelen wordt bewaard en de Al Najashi-moskee, nabij Wukro, de eerste moskee die in Afrika werd gebouwd.
- De bijna totale vernietiging van ziekenhuizen en artsencentra en de systematische vernietiging van infrastructuren en productieapparatuur (zoals bv. de fabrieken van Adigrat), vooral door Eritrese troepen die zich daar ook aan plundering schuldig hebben gemaakt en de goederen mee naar Eritrea hebben getransporteerd.
- De feitelijke uitlevering aan de Eritrese troepen van duizenden vluchtelingen die op de vlucht waren voor de dictatuur van Asmara en hun toevlucht hadden gezocht in de kampen Shimelba en Hitsats in Tigray.
Bron: Habeshia