Welzijnszorg: 'Armen hebben recht op een proteststem'
De armoedeorganisatie Welzijnszorg is niet blij met de recente berichtgeving over de sluiting van het Mechelse voedselbankverdeelpunt S.O.S. Hulpbetoon. Te kieskeurige armen en daklozen, die met minachting voedsel zouden wegwerpen op het parkeerterrein. Ook andere Vlaamse voedselbanken lieten intussen al weten dat klanten soms voedsel weggooien. Volgens Welzijnszorg, dat meer dan 100 projecten in Vlaanderen en Brussel voor kansarmoedebestrijding steunt, wordt zo opnieuw de indruk versterkt dat armen en daklozen zelf voor hun ellende verantwoordelijk zijn. Dat terwijl kleine pensioenen, leeflonen, invaliditeitsuitkeringen en zelfs de laagste lonen onvoldoende zijn om rond te komen. Zo wordt de groep mensen die op noodhulp zijn aangewezen steeds groter.
Zelfvertrouwen en eigenwaarde
Bert D’hondt, woordvoerder van Welzijszorg, herinnert eraan dat het voor niemand een pretje is om op noodhulp aangewezen te zijn. Armoede betekent bovendien een aantasting van de menselijke waardigheid. Het moeten aanvaarden van voedselhulp is voor de meeste mensen een heel moeilijke stap, die het zelfvertrouwen en de eigenwaarde geen goed doen. Ook onze organisatie werkt met vele vrijwilligers betrokken bij voedselhulp en andere projecten om mensen opnieuw sterker te maken. Medewerkers hebben altijd al moeten zoeken naar evenwicht.
Geen kruimels, maar rechten! Dat moet onze doelstelling blijven. Bert D’hondt, Welzijnszorg.
Realistische verwachtingen
De vraag stelt zich of wij mensen in armoede moeten aanmoedigen om dankbaar te zijn, dan wel om te protesteren tegen hun situatie en het feit dat zij geen inkomen hebben dat voldoet om fatsoenlijk van te leven. Mensen die omwille van schrijnende armoede van voedselhulp moeten overleven, vinden vaak niet meer de kracht om beleefd en vriendelijk te zijn of te protesteren. Dat is niet uit ondankbaarheid.
D’hondt herinnert eraan dat 1 op 7 mensen in ons land arm is of door armoede wordt bedreigd. Goede vorming en ondersteuning is belangrijk, ook om te vermijden dat het engagement van mensen afhangt van de grote dankbaarheid van mensen aan wie zij iets geven. Wij moeten vrijwilligers laten begrijpen, dat mensen in armoede kwaad moeten zijn omdat zij zoiets als een voedselpakket moeten krijgen.