De ware vrijheid vertaalt zich ten volle in de naastenliefde
Broeders en zusters, goedendag!
In deze periode hebben we het – bij het beluisteren van de Brief aan de Galaten - over de vrijheid van het geloof. Hierbij heb ik teruggedacht aan wat Jezus zei over de spontaniteit en de vrijheid van de kinderen, wanneer een kind de vrijheid heeft dicht te komen en zich te bewegen als was het thuis … Jezus zegt ons: Ook jullie, als jullie niet worden als kinderen, zullen jullie het Rijk der hemelen niet binnengaan. De moed om naar de Heer te gaan, voor de Heer open te staan, geen vrees te koesteren voor de Heer: ik dank het kind voor de les die het ons allen geeft. Moge de Heer het bijstaan in zijn beperking, bij zijn groei, omdat het dit getuigenis dat uit het hart komt heeft gegeven. Kinderen hebben geen automatische vertaler tussen hart en leven. Het hart gaat voorop.
Nieuwe leven
De apostel Paulus brengt ons met zijn Brief aan de Galaten stap na stap, langzaam, thuis bij de grote nieuwheid van het geloof. Het gaat inderdaad om een grote nieuwheid, omdat het niet gaat om de vernieuwing van een aspect van het leven, maar het leidt ons binnen in het nieuwe leven dat we bij het doopsel hebben ontvangen. Daar werd over ons de grootste gave uitgestort, namelijk dat we kinderen van God zijn.
Door de wedergeboorte in Christus hebben we de overstap gemaakt uit een godsdienst van geboden naar een levend geloof.
Dit heeft zijn kern in de gemeenschap met God en met de broeders, met andere woorden: in de naastenliefde. We hebben de overgang gemaakt van de slavernij van angst en zonde naar de vrijheid van de kinderen Gods. Opnieuw het woord ‘vrijheid’.
Slavernij
Vandaag trachten we beter te verstaan wat voor de apostel de kern is van deze vrijheid. Paulus zegt dat ze iets heel anders is dan voorwendsel voor de zelfzucht (Gal 5,13). De vrijheid bestaat dus niet in een libertijns leven, volgens het vlees, met andere woorden: volgens het instinct, de individuele impulsen en de persoonlijke egoïstische drang. Integendeel, de vrijheid van Jezus doet de apostel schrijven dient elkander door de liefde (ibid). Is dat slavernij? Inderdaad, de vrijheid in Christus brengt slavernij mee, heeft een element dat ons tot dienen brengt, tot leven voor de anderen.
Met andere woorden, de ware vrijheid vertaalt zich ten volle in de naastenliefde.
Opnieuw staan we voor een schijnbare tegenspraak in het Evangelie: we zijn vrij om te dienen, niet om te doen wat wij willen. We zijn vrij om te dienen, daaruit ontstaat de vrijheid.
We zijn volkomen onszelf in de mate dat we ons geven.
We zijn volkomen onszelf in de mate dat we ons geven, in de mate dat we de moed hebben ons te geven. We redden ons leven als we het geven (cf. Mc 8,35). Dat is het zuivere Evangelie.
Dienende liefde
Hoe moet men deze schijnbare tegenspraak verklaren? Het antwoord van de apostel is eenvoudig en tegelijk veeleisend: Door de liefde (Gal 5,13).
Er is geen vrijheid zonder liefde.
De egoïstische vrijheid van te doen wat ik wil, is geen vrijheid omdat ze om zichzelf draait, niet vruchtbaar is. Het is de liefde van Christus die ons heeft bevrijd en het is ook de liefde die ons bevrijdt van de ergste slavernij, die van ons ik. Vandaar dat vrijheid groeit tegelijk met liefde. Maar, let op: niet met de intimistische liefde, de liefde van de tv-verhalen, niet met de passie die slechts zoekt wat ons zint en wat we graag hebben. Wel met de liefde die we in Christus zien: dat is waarlijk vrije en bevrijdende liefde. Het is de liefde die schittert in de gratis dienstbaarheid, naar het voorbeeld van Jezus, die de voeten van zijn leerlingen wast en zegt: Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb (Joh 13,15). Elkaar dienen.
Vrijheid van het circus
Voor Paulus bestaat de vrijheid dus niet in doen voor de schijn en wat ons bevalt. Dat soort vrijheid, zonder doel en zonder verbanden, zou een lege vrijheid zijn. De vrijheid van het circus. Dat gaat niet. Ze laat het binnen leeg. Hoe vaak hebben we niet ervaren, nadat we slechts het instinct gevolgd hebben, dat we met een grote innerlijke leegte achterblijven en dat we de grote schat van onze vrijheid hebben misbruikt, namelijk: de schoonheid om het ware goed voor onszelf en voor de anderen te kunnen kiezen. Slechts deze vrijheid is vol, concreet en maakt ons deelgenoot aan het echte leven van elke dag.
Ware vrijheid maakt altijd vrij.
Wanneer we daarentegen de vrijheid van wat mij bevalt en niet bevalt kiezen blijven we leeg achter.
Dienst aan elkaar
In een andere brief, de eerste aan de Korintiërs, antwoordt de apostel aan wie de verkeerde opvatting van vrijheid huldigt. ’Alles is geoorloofd’. Ja, maar niet alles is heilzaam. ‘Alles is geoorloofd’. Ja, maar niet alles is dienstig. Niemand zoeke zijn eigen voordeel, maar dat van zijn naaste. (1 Kor 10,23-24). Dit is het beginsel om elke egoïstische vrijheid te ontmaskeren. Bovendien, wie de vrijheid wil herleiden tot zijn eigen voorkeuren, wordt door Paulus geconfronteerd met de eisen van de liefde.
Vrijheid geleid door liefde is de enige die onszelf en de anderen vrij maakt omdat zij kan luisteren zonder te verplichten, het goede wil zonder te dwingen, opbouwt en niet afbreekt, anderen niet misbruikt tot eigen voordeel.
Zij doet het goede zonder eigen nut te zoeken. Ten slotte, als liefde niet ten dienste staat – dat is de toets – als de liefde niet ten dienste staat van het goede, loopt ze het gevaar dor te zijn en geen vrucht te dragen. Daarentegen, vrijheid bewogen door liefde leidt naar de armen en herkent in hun gelaat de trekken van Christus. Vandaar dat de dienst aan elkaar Paulus in staat stelt, in zijn schrijven aan de Galaten, iets te onderlijnen wat helemaal niet bijkomstig is. Wanneer hij spreekt over de vrijheid die de andere apostelen hem gaven om het Evangelie te verkondigen, beklemtoont hij dat ze hem slechts één zaak opdroegen: de armen voor ogen te houden (cfr Gal 2,10). Dit is belangrijk. Wanneer de ideologische strijd tussen Paulus en de apostelen wordt beslecht, zeggen de apostelen hem: Ga verder, ga verder en vergeet de armen niet. Dat wil zeggen: laat uw vrijheid als verkondiger een vrijheid zijn ten dienste van de anderen, niet voor jezelf, om te doen wat je zint.
Relatie
We weten daarentegen dat een van de vandaag meest verspreide opvattingen over vrijheid deze is: Mijn vrijheid eindigt waar die van jou begint. Hier is relatie afwezig, het verband! Dit is een individualistische opvatting. Wie daarentegen de gave van de door Christus bewerkte bevrijding heeft ontvangen, mag niet denken dat vrijheid bestaat in ver weg blijven van de anderen en hen als vervelend te ervaren. Men mag het menselijk wezen niet zien als verankerd in zichzelf maar wel als ingeschakeld in een gemeenschap.
Voor christenen is de sociale dimensie wezenlijk.
Het stelt hen in staat het algemeen welzijn voor ogen te houden en niet het eigenbelang.
Gemeenschapsdimensie
We hebben er nood aan, vooral op dit historisch moment, van de vrijheid de gemeenschapsdimensie en niet de individualistische te ontdekken. De wereldwijde besmetting heeft ons geleerd dat we elkaar nodig hebben. Het volstaat evenwel niet dit te weten, men moet er ook elke dag concreet voor kiezen om deze weg te volgen.
We zeggen en geloven dat de anderen geen hinderpaal zijn voor mijn vrijheid.
Ze bieden de mogelijkheid om ze tenvolle te verwezenlijken. Immers, onze vrijheid wordt uit God geboren en groeit door naastenliefde.
- Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
- Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.