Wat je van kloosters kan leren om een binnentuin zinvol te maken
Onderwerpen in dit artikel:
- Religieuze betekenis van tuinen
- Ommuurde tuin als religieus motief
- Binnentuinen van kloosters
- Binnentuin als hedendaags kunstwerk
- 8 ontwerpideeën voor een zinvolle binnentuin
Iemand bezocht m'n tuin en bekende dat ze de eigen achtertuin had gevuld met kunstgras en een loungeset. Er wilde toch niets groeien. Het is inderdaad niet evident om een tuin te laten floreren op een kleine ommuurde plaats. Maar er moet toch meer mogelijk zijn.
Ommuurde tuinen hebben trouwens een lange traditie in de religieuze architectuur. Is het je al opgevallen dat in het centrum van veel kloosters en abdijen niet de kapittelzaal staat, niet de eetzaal, zelfs niet de kerk, maar wel een binnentuin.
Eeuwenlang hebben religieuze vrouwen en mannen binnentuinen vormgegeven en onderhouden. Wat kunnen we van hen leren om onze eigen achtertuin zinvol vorm te geven?
Religieuze betekenis van tuinen
Tuinen in het algemeen staan al eeuwenlang symbool voor het paradijs. Het oorspronkelijk Perzische woord paradijs betekent ook letterlijk tuin. In seculiere zin zouden we de paradijservaring kunnen verstaan als het volle leven, in religieuze zin als het samenleven in harmonie van mens en God.
In het christelijke verhaal verschijnt het paradijs helemaal aan het begin én op het einde. We hebben een aangeboren heimwee naar een paradijs dat we verloren hebben en een aangeboren verlangen naar een hemels paradijs dat nog moet komen.
Het paradijs dat we verloren hebben, verschijnt ten tonele in het tweede Bijbelse scheppingsverhaal (Genesis 2, 8-15) als de bekende tuin van Eden. Lees deze tekst goed, want kloostertuinen zullen er hun vormgeving aan ontlenen.
God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad. Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit. Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. … God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken.
Het paradijs dat nog moet komen verschijnt in een visioen aan de schrijver van het laatste Bijbelboek (Openbaring 21, 1-4). Geen tuin dit keer, maar wel een stad!
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
Toch is er ook in deze stad plaats voor een rivier en voor levensbomen die terugverwijzen naar de tuin van Eden (Openbaring 22, 2).
In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing.
Wie denkt dat geloof in het paradijs iets is van ver vervlogen tijden, moet eens goed naar de actuele tuintrends kijken. Wijst de populariteit van voedselbossen niet op een onbewust verlangen naar een aards paradijs?
Ommuurde tuin als religieus motief
Elke tuin heeft per definitie grenzen, zoals een hek of hagen, al was het maar als bescherming tegen indringers, wind en dieren. Maar ommuurde binnentuinen vormen in de tuinarchitectuur toch nog een genre apart. Ook die spreken al sinds Bijbelse tijden tot de menselijke verbeelding. In het Bijbelse Hooglied (4,12) bezingen een jongeman en zijn bruid hun liefde voor elkaar. De jongeman vergelijkt zijn bruid met een besloten hof.
Zusje, bruid,
een besloten hof ben jij,
een gesloten tuin,
een verzegelde bron.
De besloten hof, of hortus conclusus in de Latijnse Vulgaatvertaling, is in de tuinarchitectuur, de religieuze kunst en de spiritualiteit een echt begrip geworden. Maar wat betekent het precies? Daar bestaan verschillende interpretaties over.
Al in de Joodse traditie werd het Hooglied geïnterpreteerd als beeldspraak voor de liefde tussen God (jongeman) en het volk Israël (de bruid ≈ de besloten hof). Wat het Hooglied zo treffend en spannend maakt, is dat er zowel sprake is van grote intimiteit en nabijheid als van afstand en schijnbare onbereikbaarheid.
Het jonge christendom neemt de Joodse interpretatie over met een christelijke twist: de jongeman verwijst dan naar Christus en de bruid (de besloten hof) naar de Kerk. Een mooie beeldspraak: de Kerk als tuin!
Vanaf Ambrosius van Milaan (339 - 397) en steeds vaker tijdens de middeleeuwen werd de bruid van het Hooglied vereenzelvigd met Maria, moeder van Jezus en bruid van God de heilige Geest. Besloten zou dan kunnen slaan op de maagdelijke conceptie. In de religieuze kunst zien we Maria daarom soms afgebeeld in een ommuurde tuin, het bekende motief van de hortus conclusus.
In de christelijke mystieke traditie, te beginnen bij Origenes (ca. 185 - 253/254), is het de gewoonte om het Hooglied te lezen als het verhaal van de liefdesrelatie tussen God (jongeman) en de individuele mens (bruid). Het is in die traditie dat Titus Brandsma in zijn retraite De omheinde hove het innerlijke van de mens vergelijkt met een tuin.
We moeten van ons hart een tuin maken rond de fontein van Gods levengevende aanwezigheid in het centrum.
Als tuinier en iemand die biddend probeert te leven, vind ik het een beeld met onuitputtelijke betekenissen. Het innerlijke van de mens is als een tuin en wij mogen als behoedzame tuiniers de levensprocessen in die tuin leren kennen en ondersteunen.
Binnentuinen van kloosters
De diepe religieuze betekenissen van tuinen en binnentuinen hebben monialen en monniken ertoe gebracht om hun kloosters en abdijen te ontworpen rond een binnentuin in het centrum. Een sterk statement dat de relatie met God en het innerlijke leven het kloppende hart zijn van het religieuze leven.
In het Frans staat het woord cloître zelfs in eerste instantie voor de binnentuin met rondom een overdekte pandgang. Pas in figuurlijk zin betekent het woord ook het geheel van gebouwen of het kloosterleven.
Het klooster is in de kern dus eigenlijk een tuin! Zou dat misschien een insteek kunnen zijn om sommige tanende kloosters een nieuw elan te geven?
Traditioneel was de vormgeving van binnentuinen in kloosters strak geometrisch en vol symboliek, meestal verwijzend naar het paradijs of naar Maria.
- Fontein in het centrum: verwijzend naar de rivier die ontspringt in de tuin van Eden en symbolisch naar God als bron van alle leven. In mystieke zin: God als levengevende bron in het innerlijke van de mens. Vaak had de fontein de vorm van een achthoek zoals veel doopvonten. Acht verwijst naar de achtste dag, de dag van de verrijzenis.
- Boom in het centrum: denk terug aan de levensboom in het midden van de tuin van Eden.
- Beeld van Maria in het centrum: verwijzend naar Maria als besloten hof en bruid van de heilige Geest.
- Vier paden vanuit het centrum: in de tuin van Eden ontspringen uit de bron vier rivieren die uitstromen naar alle windstreken.
- Vierkante vorm: symbool voor de aardse, stoffelijke wereld. Maar dan wel zoals die zou beantwoorden aan de goddelijke ordening en proporties! Volgens Augustinus verwijst het vierkant naar ware gerechtigheid. In het boek Openbaring is de hemelse stad een perfect vierkant (Openbaring 21,16).
- Buxushagen die geometrische vormen afbakenen: verwijzend naar Gods tijdloze ordening. De wintergroene buxus symboliseert eeuwigheid en eeuwig leven.
- Bloemen en sierplanten zullen er tot de late middeleeuwen wellicht weinig geweest zijn in de binnentuinen van kloosters. Schoonheid omwille van de schoonheid werd beschouwd als een afleiding van Gods eigen schoonheid en een hinderpaal voor het contemplatieve leven. Vooral de cisterciënzerkloosters streefden een grote naaktheid na van de architectuur en dus ook van de binnentuininrichting. De mens moet innerlijk naakt verschijnen voor God. Hoewel bloemen en sierplanten al in de late oudheid geassocieerd werden met religieuze betekenissen, kreeg de botanische en religieuze verbeelding pas echt een boost in de late middeleeuwen. Bijna elke gekende plant kreeg toen een christelijke betekenis, denk maar aan de vele bloemen die naar Maria verwijzen.
De binnentuin is dus een teken van Gods aanwezigheid in het centrum van het klooster. Het is bovendien een werkzaam teken dat bewerkt wat het symboliseert. Door fysiek naar de binnentuin te gaan worden religieuzen eraan herinnerd om naar binnen te keren en God in het innerlijke te zoeken. Door er al wandelend, zittend of werkend te mediteren en te bidden, is de binnentuin ook fysiek een plaats om innerlijk leven te cultiveren.
De uiterlijke ruimte helpt om gaandeweg innerlijke ruimte te laten ontstaan en te vormen.
Binnentuin als hedendaags kunstwerk
Binnentuinen hebben iets dat al duizenden jaren tot de menselijke verbeelding spreekt. Ook vandaag nog!
Dat bewijst het kunstwerk dat de Zwitserse architect Peter Zumthor in 2011 ontwierp voor de Serpentine Gallery in Londen. Wat er langs de buitenkant uitziet als een gigantische zwarte schoendoos in een Londens stadspark, onthult als je er binnenstapt een heerlijke binnentuin. De overdekte gaanderij verwijst expliciet naar de pandgang van vroegere kloostertuinen. Het is een modern cloître dat uitnodigt om te vertragen, stil te vallen, te kijken en te contempleren.
De even beroemde Nederlandse tuinontwerper Piet Oudolf stond in voor de beplanting. Opvallend verschil met de traditionele binnentuinen van kloosters: hier geen strakke buxushagen in geometrische vormen, maar wel een wilde prairiebeplanting in typische Oudolf-stijl. Weerspiegelt het onze moderne innerlijke verwarring, de afwezigheid van een God die orde schept, of net onze gewijzigde opvatting over orde in de natuur? Want vergis je niet. De beplanting lijkt misschien chaotisch, maar toch is elke individuele plant zorgvuldig gekozen, gecombineerd en geplant. Het is een meesterlijke menselijke compositie die onze huidige opvatting over natuurlijke orde verbeeldt. Zo ziet voor ons 21ste-eeuwers echte natuur er uit, nog mooier en natuurlijker dan in de echte natuur. ;-)
Het zet aan het nadenken over de relaties tussen menselijke, natuurlijk en goddelijke orde.
8 ontwerpideeën voor een zinvolle binnentuin
Wat kunnen we nu van kloosters leren om een eigen binnentuin of koertje zinvol te ontwerpen?
Idee 1: Overgang van buiten naar binnen
Maak het niet te gemakkelijk om van buiten naar de binnentuin te gaan. Er is een overgang nodig, iets van moeite, zoals een deur, een gangetje, een portaal… Ik ken een kloostertuin waar de grote poort naar de straat altijd openstaat. De tuin verliest daardoor aan intimiteit en geborgenheid. Het zou voor het karakter van de tuin beter zijn als de grote poort dicht bleef en het kleine deurtje de belangrijkste toegang werd.
Wat al te zeer beschikbaar is, verliest zijn waarde. Ook het innerlijke van de mens is niet zomaar beschikbaar. Het kost wat moeite om erin af te dalen, nog meer moeite om iets van het innerlijke van een ander te peilen. Het ligt niet zomaar op straat. God heeft zich in de mens verborgen, omdat het geheim daar goed bewaard wordt.
Idee 2: Meer dan manshoge muren of hagen
Wie een tuin heeft met hoge muren, beklaagt zich daar misschien over. Het neemt licht en zicht weg, da's waar. Maar kloostertuinen hebben ook vaak erg hoge muren, veel hoger dan strikt functioneel noodzakelijk is.
Meer-dan-manshoge muren of hagen horen bij de binnentuin. Ze versterken het gevoel van geborgenheid. Ze maken dat je jezelf voor even kan verbergen voor het gewoel van de wereld. Symbool misschien voor jezelf verbergen in God. Het lawaai van de stad spoelt over de tuin heen. De muren versterken het idee dat je afdaalt in de diepte, naar het wezenlijke.
Idee 3: Open naar de hemel
Als het even kan, zorg er dan voor dat je vanuit de binnentuin een blik op de hemel kan werpen. Ons hart verlangt naar de hemel. Het fysieke hemelgewelf herinnert aan de transcendente dimensie van het bestaan. Het gaat er niet om hoeveel van de hemel je kan zien. Zelfs het kleinste koertje krijgt een andere sfeer met een open zichtlijn naar de blauwe (of grijze) lucht.
Bovendien haal je zo de natuurelementen binnen in je tuin: zon, regen, wind... Je planten en jijzelf worden blootgesteld. Dat lijkt misschien een gebrek aan comfort, maar het is een belangrijke spirituele ervaring. Blootstelling herinnert aan het naakt voor God verschijnen, maar ook aan de genade van regen die gratis en voor niets valt en de tuin leven geeft.
Idee 4: Bescherming tegen inkijk
Om van de binnentuin een plaats van verinnerlijking te maken, moet je er ook echt alleen kunnen zijn, afgeschermd van de blikken van anderen. Als we ons even niet hoeven te verhouden tot anderen, kunnen we ons helderder verhouden tot onszelf en tot God die in onze diepte woont. Het zou kunnen dat je daarom een deel van de binnentuin wil overdekken met een luifel, pergola of zeil, zonder evenwel het open zicht op de hemel helemaal weg te nemen. Een geheel overdekte tuin is niet langer een tuin, maar een binnenkamer.
Idee 5: Leid de blik naar boven
In een binnentuin kan je naar hartelust experimenteren met verticale beplanting: een zuilboom, klimplanten, een groene muur… Zo leid je de blik naar boven toe, naar de hemel. Zelfs een benauwende koer kan met verticale planten een gevoel van weidsheid krijgen. Ook in ons innerlijke leven moeten we er soms zacht aan herinnerd worden om niet met onze neus naar onze eigen voeten te leven, maar ons uit te strekken en onze blik op een verre einder te richten, misschien zelfs op het oneindige. Hier kan je ideeën opdoen over verticaal tuinieren.
Idee 6: Mysterie in het midden
Het belangrijkste ontwerpprincipe dat we van kloostertuinen kunnen leren, is om het centrum niet te bezetten met een loungeset of barbecuestel. De kern van alle leven is een mysterie! Daarom kan je het midden van je binnentuin beter een symbolische dan een praktische bestemming geven, met een waterelement zoals een fontein, waterbekken of waterput, of met een beeld, een boom, een rots, of anders met een perk met symbolische bloemen of een prairiebeplanting à la Oudolf…
Misschien vind je het moeilijk om schaarse ruimte op te offeren voor iets dat weinig nut lijkt te hebben. Dat ligt niet alleen aan jezelf, maar ook aan onze tijd en cultuur. Alles moet nuttig zijn en geoptimaliseerd worden. Ongemerkt plaatsen we daarmee onszelf, ons ego en onze behoeften, in het centrum. We winnen misschien wel iets aan comfort, maar diep gelukkig worden we er niet van.
Je zal merken dat een belangrijk evenwicht hersteld wordt als je de kern weer een geheim laat zijn. Het ego hoeft niet het zwaartepunt van je leven te blijven. Verwijs het nuttigheidsdenken naar de periferie van je leven en van je binnentuin, dan komt er in het midden weer ruimte voor de essentie.
Idee 7: Zitten aan de rand
Met een zitbank langs de rand kan je betrokken zijn op het centrum van de binnentuin. Het is een fysieke plaats en houding die je kan helpen om ook innerlijk meer en meer een houding aan te nemen van kijken (contemplatie) aan de rand van je zorgen en dagelijkse leven. Ook om God in het hart van ons leven op het spoor te komen, moeten we innerlijk leren decentreren. We moeten met onze egobehoeften wegtrekken uit het centrum en naar de periferie gaan. Vanaf de rand kunnen we beter zien waar het in de kern om gaat.
Idee 8: Rondgang
Heb je er de ruimte voor, overweeg dan om een pad aan te leggen rond je binnentuin, langs de randen, zoals de pandgang van een klooster. Het hoeft niet per se overdekt te zijn. De rondgang kan je herinneren aan de natuurlijke levenscyclus. Of je kan zoals de religieuzen al wandelend mediteren of bidden in je tuin. Tenzij je een nogal fervente tuinier bent zoals ik, dan zal het eerder een inspectie- en correctieronde worden. ;-) Ook daarvoor is een pad rond je tuin trouwens handig en leuk. Mediteren en bidden doe je in dat geval beter binnenskamers.
Meer weten
- Hortus conclusus - Wikipedia
- Bekijk een video met Peter Zumthor en Piet Oudolf over hun Serpentine Gallery Pavilion 2011
- Jelle Breuker. Middeleeuwse Franse tuinen: hun geschiedenis, hun hedendaagse staat. Aspect, 2011, ISBN 9789059112407, 221 pagina's. Bib
- Alfred C. Bronswijk. Christelijke symbolen van A tot Z. Boekencentrum, 2006, ISBN 9789023913511, 240 pagina's. Bib