Loslaten om volop te leven
Franciscaanse spiritualiteit bracht nieuw evenwicht in Koen De Wittes leven. Op 13 december legt hij de eeuwige professie af bij de lekenorde
Zowel op moeilijke als vreugdevolle momenten grijpt Koen De Witte (71) geregeld terug naar Franciscus van Assisi’s Zonnelied. „Die lofzang schreef de heilige niet in een euforische stemming, maar toen hij lichamelijk en geestelijk aan de grond zat”, benadrukt de Bruggeling, grootvader van acht kleinkinderen. Veel kans dat hij ook vandaag het lied overdenkt, want op 13 december legt hij de eeuwige professie af bij de orde van de franciscaanse seculieren in Tilburg, in Nederland.
– Liet u zich, net als Franciscus van Assisi, ooit leiden door succes?
Reeds op de leeftijd van 23 had ik tien werknemers in dienst. In korte tijd waren dat er zestig en bekleedde ik een machtspositie met verstrekkende gevolgen. De bedrijfsstrategie was gericht op zo veel mogelijk winst maken. De nieuwste computertechnieken volgde ik op de voet. Mijn honger naar deskundigheid en bezit werd almaar groter, met als gevolg dat ik mijn hobby fotografie professioneel uitbouwde en Foto Art uit de grond stampte, een gespecialiseerde fotozaak met internationale faam.
– Kon u het hoge werkritme aan?
Ik werkte zeven dagen op zeven en had weinig vrije tijd. Vakanties waren zakenreizen. Door het groeiende succes raakte ik echter almaar meer in de ban van bezit en macht en de daaraan gekoppelde erkenning. Overal was er wel iemand die ik kende. Ik ging ervan uit dat mijn succes eindeloos zou duren. Tot ik door de voortdurende evolutie in de digitale fotowereld voor een dwingende keuze werd geplaatst: zwaar investeren met alle risico’s van dien of de zaak opdoeken. Op aandringen van mijn echtgenote en kinderen werd het dat laatste. Daar stond ik dan. Plotseling was ik niets meer met al mijn bezit, aanzien en contacten. Het loslaten viel me zwaar, maar ik was blij dat ik leefde. Samen met mijn echtgenote zocht ik nieuwe wegen. Ik ging aan de slag als chauffeur in het ziekenvervoer. Het werden de mooiste jaren uit mijn loopbaan.
– Wat deed u na uw pensioen?
Vrij vlug kwam ik terecht bij het Compostelagenootschap en raakte ik in de ban van de pelgrimstochten. Op 30 augustus 2011, onze huwelijksverjaardag, [node:field_streamers:0] vertrokken mijn echtgenote en ik voor het eerst naar Santiago de Compostela. Onderweg werden we geconfronteerd met ons leven en werden we ons bewust van een andere identiteit dan de wereldse. Terug thuis sloeg het noodlot echter toe. Ik had kanker. Een zware revalidatie volgde, maar het verlangen op weg te gaan bleef. Zodra mijn gezondheid het toeliet, gingen we opnieuw stappen. In de kapel van het voormalige Spaanse klooster San Juan de la Peña werd ik overspoeld door een gevoel van leegte, vrede en vrijheid. Die ervaring was opnieuw een keerpunt.
– Wanneer en hoe ontdekte u de franciscaanse spiritualiteit?
Tijdens een ‘terugkomdag’ van het Compostelagenootschap maakte ik kennis met de franciscaanse TAU-beweging. Kort nadien vertrokken we naar Assisi. Daar hoorde ik voor het eerst duidelijk een roepstem: „Wil je mijn broeder zijn?”
Opnieuw thuis ontdekte ik via het internet de orde van de franciscaanse seculieren. Omdat de broederschappen in Nederland me duidelijker gestructureerd leken dan de Belgische, nam ik contact met het broederschap in Tilburg. Na een proeftijd van zes maanden en een opleiding van een jaar trad ik in 2016 toe tot de orde. Een jaar later ben ik klaar om de eeuwige professie af te leggen.
– Wat houdt die professie in?
Vanuit mijn plaats in de wereld engageer ik me te leven volgens de regel van de orde van de franciscaanse seculieren. Ik beloof het evangelie van Jezus Christus te onderhouden, in de hoop aldus de volheid van de christelijke liefde te bereiken. Dat laatste is een hoog ideaal en tegelijk een streefdoel. Ook Franciscus van Assisi was radicaal in wat hij vroeg van zijn broeders, vooral in het loslaten van angst en bezorgdheid om het aardse en van de gehechtheid aan bezit en erkenning. Toch geeft net dat diepe vrede en vreugde. Dat ondervond ik zelf toen we onlangs verhuisden naar een appartement. Ook Franciscus’ dankbaarheid voor het leven als gave fascineert me. Wie we zijn, wordt niet enkel bepaald door onze keuzes, maar ook door hoe we omgaan met wat ons overkomt. Daarin mag ik gaandeweg groeien, met Franciscus als tochtgenoot.