Bed, bad en brood gevraagd
Vrouwen van Markant Vichte zetten zich in voor nachtopvang van daklozen
„Een dak boven je hoofd en een warm bed. Het lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het lang niet voor iedereen zo”, beseft Annita Vangeluwe uit Deerlijk wanneer ze thuiskomt na een nacht in de nieuwbouw aan de Tuighuisstraat in Kortrijk. Samen met Christiane Lanneau stond ze afgelopen maand voor de tweede keer in voor de opvang van dak- en thuislozen, een initiatief van OCMW Kortrijk en Centrum Algemeen Welzijn (ACW) Zuid-West-Vlaanderen. Sindsdien zijn de twee vriendinnen.
„Tot voor twee jaar kenden we elkaar slechts van zien”, vertelt Christiane Lanneau. „Beiden zijn we lid van de Vichtse afdeling van Markant. Als ondernemende vrouwen organiseren we geregeld een actie Graag gedaan. Twee jaar geleden zamelden we welkomstpakketten in voor de vrouwenopvang in Kortrijk. Zo leerden we de nachtopvang kennen. Die zocht nog vrijwilligers. Niet iedereen was enthousiast, maar na een infoavond besloten we het erop te wagen.”
Sinds vorig jaar slapen twee vrouwen van Markant Vichte maandelijks in de nachtopvang in Kortrijk. Ze maken deel uit van een groep van een negentigtal vrijwilligers uit de regio, die ondersteund wordt door drie vaste medewerkers.
„De vrijwilligers zijn onontbeerlijk”, benadrukt OCMW-voorzitter Philippe De Coene. „De behoefte aan nachtopvang neemt de jongste tijd toe. Daarom werden afgelopen jaren heel wat inspanningen geleverd om de opvang uit te breiden en te verbeteren. Zo investeerden we in een nieuwbouw in de Tuighuisstraat. Daar zijn doorgaans vijftien bedden ter beschikking. Bij vriestemperaturen tijdens de winter kan de opvang worden uitgebreid tot twintig bedden. Ook vervalt dan de beperking van het aantal nachten. Voor het derde jaar op rij bieden OCMW en ACW naast de drie traditionele B’s – bed, bad en brood – voortaan ook een vierde [node:field_streamers:0] B aan. Wie wil, kan op vrijwillige basis worden begeleid bij het zoeken naar een meer structurele oplossing.”
„Om halfacht gaat de deur open”, schetst Christiane Lanneau het verloop van een avond. „Als vrijwilliger zijn we al omstreeks 19 uur aanwezig om de tafels te dekken en de soep op te warmen. Meestal staan er dan al enkele daklozen buiten te wachten. Vanaf 19.30 uur wordt iedereen onthaald. Om 20 uur sluit de deur. Wie te laat komt, kan niet meer binnen. Alvorens iedereen een kamer wordt toegewezen en we samen eten, wordt eerst het reglement voorgelezen. Na de vaat wordt er gekaart of maken we een praatje. We verplichten echter niemand iets te vertellen. Om 23 uur gaat iedereen naar bed. De beroepskracht vertrekt al om 22 uur, maar blijft telefonisch ter beschikking.”
Als de vrouwen de volgende ochtend om 7 uur in de keuken aankomen om het ontbijt klaar te maken, blijken sommige gasten al vertrokken. „Omstreeks halfnegen moet iedereen het gebouw verlaten”, zegt Vangeluwe. „Je zou verwachten dat ze zo lang mogelijk willen blijven, maar dat is niet zo. Sommigen hebben genoeg aan vijf uur slaap of zijn al blij dat ze hun jas konden wassen. Anderen daarentegen bedanken ons uitbundig alvorens ze vertrekken. Dat doet uiteraard deugd, al blijft het voor ons een kleine moeite. Ook al slaap je minder goed, het is slechts voor één nacht. We hebben geen enkele reden tot klagen.”
Veel kans dat de twee vrouwen van Markant ook tijdens de laatste nacht van het jaar instaan voor de nachtopvang. „We zijn beiden alleenstaand en worden nergens verwacht”, zegt Lanneau. „Dan kun je je maar beter nuttig maken en de overgang van oud naar nieuw samen vieren.” „Zo’n nacht met daklozen opent de ogen”, zegt Annita Vangeluwe tot besluit. „Iedereen zou dat een keer moeten doen.”