‘Van binnenuit is alles anders’
Stefaan Neirynck vond zijn roeping in de abdij van Keizersberg in Leuven. Mogen delen in de vreugde en zwaktes van anderen stemt hem dankbaar
Om er zijn vastgelopen doctoraalscriptie klassieke talen af te ronden, kwam Stefaan Neirynck uit Oostende in 2010 terecht in de benedictijnenabdij Keizersberg in Leuven, die onderdak biedt aan enkele studenten. Hij zou er een halfjaar blijven, maar dat pakte anders uit. „Niet zozeer omdat mijn onderzoek niet van een leien dakje liep”, zegt Neirynck. „Dat ook, maar vooral omdat ik in de abdij iets vond waarnaar ik niet bewust op zoek was. Toch voelde het als thuiskomen.”
– Besloot u daarom in te treden?
Inderdaad. Ik nam wel nog de tijd om mijn thesis af te ronden en om mijn beslissing te laten rijpen. In 2015 vervoegde ik officieel de gemeenschap. Na enkele maanden meeleven met de monniken kreeg ik het habijt en werd ik novice. Als nieuweling dien je een jaar intense monastieke vorming te volgen met, naast studie van onder meer de regel van Benedictus, vooral een spirituele-sociale leerschool als voorbereiding op een vruchtbaar leven als monnik. Op 8 januari 2017 sprak ik mijn eerste professie uit. Daarmee verbond ik me ertoe drie jaar lang deel te nemen aan het monastieke leven in voorbereiding op een blijvend engagement.
– Wat wordt er nu van u verwacht?
Mijn medebroeders vroegen me dit en volgend academiejaar voort theologie te studeren. Dat ervaar ik als een geschenk en kan gelukkig makkelijk van thuis uit zonder veel te missen van het abdijleven. Driemaal jaarlijks komen de novicen en tijdelijk geprofesten uit de monastieke huizen in Vlaanderen en Nederland samen. Dat zijn deugddoende dagen, belangrijker dan ooit in tijden van krimpende gemeenschappen. Zelfs al is er een prille groei in een paar Nederlandse huizen, de tijd van de grote aantallen ligt achter ons. „Met hoeveel zijn jullie nog?” vind ik een van de meest vreselijke vragen die je aan monialen en monniken kunt stellen, alsof de afloop al vaststaat. Ik hoop dat we die kerkelijke scorebordmentaliteit kwijtraken. Dan zullen we opnieuw meer aandacht hebben voor concrete mensen en het zachte suizen van de Geest. [node:field_streamers:0] Want ook al lijkt onze manier van samenleven bijzonder, voor iedere christen en mens geldt de vraag: helpt jouw levenswijze je om almaar meer te gaan lijken op de mens die je in Gods ogen bent?
– Welke rol speelt het gebed daarbij?
De zes dagelijkse diensten zijn het kloppende hart van al wat we doen. Het is tijd en ruimte vrijhouden voor de realiteit die ons draagt en die we God noemen. Leeg worden ook om die Ander plaats te geven. Ook de persoonlijke lezing van de Bijbel en inspirerende teksten van generaties godzoekers is onontbeerlijk om de bezieling te bewaren.
– Wat doet een kleine gemeenschap in zo’n groot gebouw?
De grote kerk loopt op zondag aardig vol voor de liturgie. In twee vleugels woont een zeventigtal studenten dat niet zomaar op een anoniem kot wil leven. Het is terzelfder tijd een niet onbelangrijke bron van inkomsten voor de abdij die zelfvoorzienend moet zijn. Een deel van onze studenten doet nog een stap verder met een engagement voor geloofsverdieping en betrokkenheid bij ons getijdengebed. We organiseren ook geregeld lezingen en concerten.
– Waar kijkt u anders tegenaan dan voorheen?
Ook al kende ik de gemeenschap al lang, van binnenuit is alles toch nog anders, intenser vooral. De zwaktes van medebroeders worden de mijne, maar ook hun vreugde en hun verwezenlijkingen. En omgekeerd. Dat alles stemt tot mildheid en aandacht voor elkaar. Voorts ben ik me scherper bewust van de kracht te mogen bidden voor anderen, ondanks alle kleinheid. Niet omdat ons gebed beter zou zijn, integendeel. Het zijn niet de meest theologisch onderlegde christenen of ferventste gelovigen die je de eenvoudige en nederig makende vraag stellen: „Wil je voor ons bidden?” In iedere mens die langskomt, om even in de kerk te zitten, een praatje te slaan of een boterham te vragen, komt Christus langs, schreef Benedictus. Dat verliezen we soms uit het oog. Die aandacht aanscherpen, ontvankelijkheid voor de ander cultiveren en soms gewoon er zijn, is monnik zijn. Of je nu een habijt draagt of niet.
Ter gelegenheid van Roepingenzondag vindt op 6 mei om 16 uur een diocesane gebedsviering voor roepingen plaats in de Onze-Lieve-Vrouwbasiliek in Dadizele.