‘Varen heeft iets van ascese’
Gebeten door de visserij en de scheepsvaart leefde en werkte Alex Quienen uit Brugge jarenlang op zee. ‘Moed en vertrouwen’ werd zijn levensmotto
Als kind al was Alex Quienen (47) gefascineerd door schepen. Niet verwonderlijk voor iemand die opgroeide op de kade en tijdens schoolvakanties vaak uit varen ging. Ondanks studies architectuur en een baan in de bouw bleven de zee en de scheepsvaart roepen. Na het volgen van de zeevaartschool in Vlissingen, in Nederland, kon het avontuur voor de Bruggeling pas echt beginnen. Hij was toen 24.
„Het was vaak zwaar werk,” zegt Alex Quienen, „maar ik zag veel van de wereld. Ik ben ook een zeiler. Zeilen is bijzonder, omdat je dan nog meer verbonden bent met de natuur. Varen heeft iets van ascese.”
– Hoe kan varen op zee een vorm van ascese zijn?
Op zee heb je veel tijd om na te denken. Je vertoeft als het ware in een woestijn van water, ver weg van thuis en van je bestemming. Enkel stormen of technische mankementen kunnen het ritme en de rust verstoren. Soms heeft varen iets van het leven in een slotklooster. Ook op zee kom je jezelf tegen. Bovendien kies je niet met wie je vaart. Ook al is het samenzijn tijdelijk, soms ben je maandenlang aangewezen op elkaar, op een kleine oppervlakte dan nog wel. Dat is niet altijd eenvoudig.
– Kwam u op zee uit voor uw geloof?
Niet altijd, maar vermits je veel tijd doorbrengt met anderen, ontstaan er vaak meer diepgaande gesprekken. Toen we met de zeilbark Europa Antarctica bevoeren, vierden we Kerstmis tussen de ijsschotsen. De kapitein wist dat ik gelovig was en vroeg me voor de hele bemanning het Bijbelse kerstverhaal voor te lezen. Een bijzonder moment.
Op mijn zestiende mocht ik voor het eerst mee als scheepsjongen met het vissersschip N.788 Moed en Vertrouwen. Dat prijkt tegenwoordig als varend erfgoed in Oostduinkerke. De naam van dat kleine schip werd mijn levensmotto: met moed in het leven staan, roeien met de riemen die je hebt, in het vertrouwen dat God uiteindelijk alles ten goede keert. In diezelfde periode woonde ik in De Panne een viering bij. De priester had de gewoonte tijdens het toedienen van de communie tot ieder een persoonlijk woord te richten. Tot mij zei hij: „Bescherming voor op zee.” Dat trof me diep, want hij wist niet dat ik zou gaan varen. Afgelopen jaren maakte ik nog meer dergelijke bijzondere ontmoetingen mee.
– Hoe zichtbaar is het geloof vandaag op schepen?
Helaas minder dan voorheen. Tot de jaren 1960 [node:field_streamers:0] stond er op vele vissersschepen een klein houten kruis in de top van de bezaanmast, boven de plaats waar de bemanning sliep. Het diende als bescherming van zowel het schip als de bemanning. Ook in de hut bevond zich doorgaans een kleine huiskapel of een heiligen- of kruisbeeld. Vandaag zijn de kruisen in de masten vervangen door antennes en heeft elke hut internetverbinding. Wel gebleven in de koopvaardij zijn de zeemanshuizen in de diverse havens die nog aan een vorm van apostolaat doen zoals Stella Maris en Apostelship of the Sea. Vrijwilligers brengen ons met Kerstmis een geschenk of voeren ons gratis naar het zeemanshuis. Naast een ontspanningsruimte is er meestal een gebedsruimte of kapel.
– Was er ook bijgeloof in de visserij?
Wis en waarachtig. Fluiten aan dek op zee bijvoorbeeld was uit den boze. Dat was vragen om storm. Ook een zwarte kat op de kade net vóór de afvaart was een slecht voorteken. Het was dan beter de reis een dag uit te stellen. Soms lopen geloof en bijgeloof door elkaar. Aangezien varen voorheen een groot avontuur was, werd er door de thuisblijvers nogal wat gebeden. Ook de talrijke ex voto’s in de kapellen langs de kust getuigen van een gelovig zeevarend Vlaanderen. Heel wat vissersschepen droegen een religieuze naam, zoals de Z.468 Sint-Petrus.
– Veranderde er sinds uw jeugd veel in de scheepsvaart?
Zeker. De evolutie sinds de Tweede Wereldoorlog is verbluffend. De techniek maakt het werk lichter en doet alles vlugger gaan, maar de schepen zijn groter en het varen zelf is saaier. Voorheen wist men nooit waar een schip zich bevond. Vandaag wordt alles op de voet gevolgd. Door de uiteenlopende nationaliteiten is de bemanning diverser. Daardoor is de onderlinge band minder hecht. Door de automatisering is opnieuw een bijkomende opleiding vereist.
– Wat wilt u in de toekomst doen?
Ik hoop me te specialiseren in de restauratie van historische schepen. Momenteel ben ik bezig met het herstel van een maquette van een zeilschip, op vraag van de kerkfabriek van de Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen in Ver-Assebroek, bij Brugge. Soms ga ik daarnaartoe om te bidden tot Maria. Ik vervul die opdracht ook als dank voor al die jaren dat ik op zee werd beschermd. Ondanks de technische evolutie blijft moed vereist om je op zee te begeven. Voor mij is het geloof daarbij een steun.
De komende weken vinden aan de Vlaamse kust diverse vissersmissen plaats. Op 21 mei kunt u om 9.30 uur terecht in de kerk van de Heilig Kruisverheffing in Wenduine (Kerkstraat 87) en om 10 uur in de verkoophal van de Stedelijke Vismijn in Nieuwpoort (Vismijn 14). Een overzicht van alle missen vindt u op www.bisdombrugge.be.