Emmanuel Van Lierde: ‘Paus wil hartelijkheid injecteren in hardvochtige wereld’
Publicist Mark Van de Voorde, oud-hoofdredacteur van Kerk&Leven, schetste in een opinie in 2017 wat volgens hem op dat moment de uitdaging was voor de christelijke geloofsgemeenschappen: 'een barmhartige kerk zijn in een onbarmhartige tijd, een warme kerk in een kille samenleving, een blije kerk in een droevige tijd, een denkende kerk in een verdwaasde wereld'. Dat visioen vat eigenlijk perfect samen waar de vierde encycliek van paus Franciscus die vandaag wereldkundig wordt gemaakt, over gaat.
Innerlijke bekering
Dilexit nos (Hij heeft ons liefgehad) kan gelezen worden als de spirituele evenknie van Franciscus’ derde encycliek Fratelli Tutti van oktober 2020. Die handelde over alle dramatische ziekten en wonden van deze tijd: de vele oorlogen en conflicten, de toenemende ongelijkheid, de klimaatrampen, en ook nog eens het nationalisme, het populisme en het individualisme die de wereld verzieken. De paus zocht toen vanuit broederlijkheid en solidariteit naar (vaak politieke) remedies voor al die kwalen.
Met zijn nieuwe tekst focust de paus vooral op de innerlijke bekering die nodig is om uiterlijke veranderingen teweeg te brengen.
Er steekt minder actualiteitswaarde in deze encycliek en Franciscus richt zich met dit schrijven veeleer tot de eigen katholieke achterban dan tot alle mensen van goede wil. In die zin had het beter een pauselijke brief of een exhortatie geweest in plaats van een encycliek.
Dilexit nos lijkt ook wat op zijn geestelijk testament dat getuigt van zijn liefde voor gewone volksdevotie of op een minicursus spiritualiteit waarbij de paus vertrekt vanuit de Bijbel en tevens te rade gaat bij tal van geestelijke auteurs zoals Augustinus, Bonaventura, Ignatius van Loyola, Johannes van het Kruis, Franciscus van Sales, John Henri Newman, Thérèse van Lisieux, Romano Guardini, Karl Rahner en Charles de Foucauld.
Geen genade
Toch hekelt de paus ook nu enkele kwalen van deze tijd: het materialisme, het consumentisme, het enge rationalisme, het individualisme en het egoïsme. Ze lijken de wereld te verzieken. Het neoliberalisme kent no mercy, geen genade. Wie uit de boot valt, heeft pech. Het zal wel je eigen schuld zijn, je moet je boontjes maar zien te doppen. Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen geluk én ongeluk.
De solidariteit is zoek. Dat is evenwel niet de wereld die God zich gedroomd had, een wereld waarin allen als broeders en zusters van één Vader in vrede samenleven, waar zorg gedragen wordt voor elkaar en voor de schepping, waar recht wordt gedaan aan armen en kleinen, aan wezen, weduwen en vreemdelingen. Neen, de wereld die door de toenemende secularisatie God uit het oog verloor, werd harteloos, kil en onbarmhartig.
Heilig Hartdevotie
Wat valt daaraan te doen? Zelfs een paus zou er moedeloos van worden als hij alle ellende aanschouwt, als jaar na jaar de situatie erger wordt en niemand het roer wil omgooien. Na al zijn eerdere hartenkreten doet hij een nieuwe poging om het tij te keren door de mensheid een stevige injectie van liefde en barmhartigheid te geven.
Dat doet hij door de devotie tot het Heilig Hart van Jezus van onder het stof te halen. Die devotie vormt eigenlijk een uitnodiging om stil te staan bij het mysterie van Gods grandioze liefde voor zijn schepping. Die liefde kwam het meest tot uiting in Jezus Christus, in zijn liefdevolle blik, in zijn woorden en in zijn daden, in zijn zelfgave tot de dood. Franciscus verwijst onder meer naar Jezus' tedere ontmoetingen met de Samaritaanse, met Nicodemus, met de overspelige vrouw, met de blinde man, met zondaars en tollenaars…
God is er voor iedereen, Hij wacht ons op en schenkt vergeving aan de boetvaardige zondaars. Hij geeft hen nieuwe kansen en neemt hen terug op in zijn gemeenschap.
Paus Franciscus begrijpt de devotie tot het Heilig Hart als een samenvatting van het evangelie.
Nostalgie? Kitsch?
De paus is ervan overtuigd dat die oude devotie tot het Heilig Hart kan helpen om opnieuw liefde binnen te brengen in de hardvochtige wereld én in de kerk die ook al te vaak harteloos was en mensen uitsloot. Hij hoopt dat het beter ontdekken van Gods liefde een bekering in de harten van de mensen zal teweegbrengen. Het hoeft niet te verwonderen dat paus Franciscus zijn heil zoekt bij een oude spiritualiteit, want het waren bovenal zijn ordegenoten, de jezuïeten, die die devotie vanaf de 18de eeuw hebben verspreid.
Met nostalgie heeft dat niets te maken, ook al roept die devotie bij velen wellicht weerstanden op vanwege de vrome kitsch die de beelden van Jezus (en Maria) met hun brandend hart vertonen. De kern van deze spiritualiteit is zeer eenvoudig en wist daardoor veel gewone gelovigen te beroeren vanuit het korte gebed: “Heilig Hart van Jezus, maak mijn hart gelijkend op het Uwe”. Gelovigen herkennen in Jezus’ omgang met mensen Gods liefde voor elk van ons. Uit Jezus’ handelen blijkt dat God zelf een hart (cor)voor ons heeft, voor ons die arm (miseri) zijn in de meest brede betekenis van dat woord. Zo toont Jezus Gods barmhartigheid (misericors). Dat korte gebed tot het Heilig Hart drukt de hoop uit zelf barmhartig te worden, de wens om Jezus na te volgen en de intentie om de naastenliefde te beoefenen. Het is de ontmoeting met Christus en het besef door God bemind te worden, die ons tot christenen maken, met een hart voor onze medemensen.
Het is door zelf barmhartigheid te hebben ervaren, dat we ook liefdevol omgaan met de anderen. Het is die goddelijke liefde die ons naar buiten drijft en die maakt dat we uit onze comfortzone komen.
Kerkvernieuwing
In de ogen van paus Franciscus kan de devotie tot het Heilig Hart een antidotum vormen tegen moralisme en klerikalisme, tegen zelfgenoegzaamheid en onverschilligheid. Hij ziet het als een middel om bij de verkondiging de focus te leggen op wie God is en wat Hem kenmerkt. Het is beseffen dat het christendom niet vertrekt van macht en dominantie, maar van dienstbaarheid en kwetsbaarheid in navolging van Christus. Het kan inspireren tot meer broederlijkheid, rechtvaardigheid en vrede. Het kan helpen om de wonden van de wereld te zien en om ze met liefde te verzorgen. En het kan ook de kerk vernieuwen, in de zin dat elke vernieuwing in de kerk vooral een herbronning betekent, een zoektocht naar waar het in wezen om te doen is: om de liefde tot God en de naaste.
Inzake kerkvernieuwing bouwt Dilexit nos voort op Franciscus’ programmatische exhortatie Evangelii Gaudium (Over de vreugde van het evangelie) en op de zoektocht naar een meer synodale kerk, een kerk ook die meer moeder en veldhospitaal is. Finaal gaat het over de missionaire zending van de kerk in de wereld: wat is haar rol en opdracht? Hoe kan ze vandaag een dienst aan de wereld zijn? Maar de kerk, dat zijn wij, en dus rijst de vraag: wat kan ik doen om mijn leven betekenisvol te maken? Welke keuzes maak ik en hoe geef ik mijn geloof vorm in dienst van de naaste? Hoe poog ik van hart tot hart de anderen te ontmoeten?
Het herontdekken van de authentieke devotie tot het Heilig Hart zal volgens Franciscus aanzetten tot een zachtmoedig geloof, tot het vinden van vreugde in het dienen van anderen en tot een missionaire ijver.
Lange traditie
Al tijdens zijn algemene audiëntie op 5 juni – aan het begin van de maand die traditioneel aan het Heilig Hart is toegewijd – gaf Franciscus te kennen na de zomer een document te willen publiceren over deze devotie. “Het zal ons goed doen te mediteren over de diverse aspecten van Gods liefde”, zei de paus toen. Die liefde “kan de wegen van kerkelijke vernieuwing verlichten en tegelijk iets betekenisvol zeggen aan een wereld die zijn hart verloren lijkt te zijn”.
Met het aanmoedigen van die devotie plaatst Franciscus zich bovendien in een lange traditie van pausen die dat deden: eerder deed Leo XIII dat met Annum Sacrum in 1899, Pius XI met Miserentissimus Redemptor in 1928 en Pius XII met Haurietis Aquas in 1956. De devotie zelf gaat terug op verschijningen die de heilige Margareta Maria Alacoque had vanaf 27 december 1673 tot juni 1675. Jezus openbaarde zich herhaaldelijk aan haar met zijn hart gewikkeld in doornen, waarboven een kruis oprees op een troon van vlammen. Dat die verschijningen 350 jaar geleden plaatsvonden, vormt de aanleiding voor de encycliek. Vanuit haar klooster in Paray-le-Monial maakte Alacoque Christus’ wens kenbaar om op de vrijdag na sacramentsdag het feest van het Heilig Hart te vieren.
De devotie zou zich over de hele wereld verspreiden en tal van kerken en basilieken zoals die van Koekelberg zijn aan het Heilig Hart toegewijd. Het lijkt iets uit vervlogen tijden, maar niemand kan ontkennen dat de kerk en de wereld gebaat zouden zijn met wat meer hartelijkheid. Dilexit nos geeft alvast een stevige aanzet om in eigen hart te kijken en na te gaan wat elkeen kan doen om de wereld wat beter, wat mooier, wat liefdevoller te maken. “Heilig Hart van Jezus, maak mijn hart gelijkend op het Uwe.”