Inwoners Homs: ‘Deze vrijheid roept zoveel nieuwe vragen op’ - Barbara Mertens getuigt
Haar rugzak staat al een week klaar naast haar bed. Met tranen van wanhoop en ongeloof zocht ze spullen bij elkaar. Wat neem je mee als je plotsklaps alles achter moet laten en slechts een kleine rugzak kan vullen? Wat kleding, medicijnen en belangrijke documenten, dat zeker. Maar wat verder nog? Je lievelingsboeken? Je kostbaarste herinneringen? En wat met haar twee parkieten? Ze huilt. Ze wil helemaal niets achterlaten.
Waar zou je naartoe vluchten?, vraag ik. Ze weet het niet. Ze weet niet eens zeker of ze zal moeten vluchten. Ze weet alleen dat elk moment alles kan veranderen. Dat ze in enkele seconden alles kan verliezen wat haar dierbaar is, haar huis, haar spullen, haar dierbaren en geliefden, het leven dat ze had. Dat is leven in Syrië, zegt ze, alsof we geen recht hebben op een menswaardig bestaan. We zijn niet meer dan nummers in de ogen van wie bombardeert of op ons schiet. Wat zijn onze levens waard?
Ze loopt met haar rugzak door de straten van Homs, met alle belangrijke documenten en het geld dat ze heeft. Ze is niet bang.
Haar zoontje heeft ze uit voorzorg bij zijn vader gelaten. Zijn familie woont juist buiten de stad en beschikt over een auto om weg te vluchten als het nodig is. Het meest dierbare achterlaten wat je hebt, het verscheurt haar moederhart genadeloos. Wanneer zal ze hem terugzien? In het dorp van haar ouders hebben de vrouwen en de kinderen zich in één ruimte verzameld. De mannen bewaken de huizen. Anderen zijn de bergen in gevlucht. Voorlopig blijft het er rustig, al hoorden ze heel de nacht door bombardementen in de omgeving. Zal ze haar ouders nog terugzien?
Die avond rijden tractors door de straten van de stad Homs. Ze vervoeren gezinnen op de vlucht uit de dorpen. Ze ziet mensen hun auto’s volladen, klaar om weg te vluchten. Waarom slaan ze op de vlucht?, vraagt ze zich af. Tot hiertoe werd er geen geweld tegen burgers gebruikt, ook niet tegen de christenen. Het is het onbekende, het niet-weten dat niet te harden is. In welke stad, in welk land zullen ze de volgende ochtend wakker worden? De oorlog van de afgelopen jaren met al haar terreur staat in hun hart, in hun geheugen en in elke cel van hun lichaam gegrift.
In haar kleine appartement biedt ze al enkele dagen gastvrijheid aan een jonge moslima die weggevlucht is uit Aleppo. Het weinige dat ze heeft, deelt ze. Intussen vliegt de Syrische luchtmacht over de stad Homs. De rebellentroepen bevinden zich op 5 km van de stad. Ze loopt met haar rugzak door de straten van Homs, met alle belangrijke documenten en het geld dat ze heeft. Ze is niet bang. Ze kan niets meer verliezen nu. Ze heeft alles al los moeten laten. Laat maar komen wat komt.
De bombardementen weerklinken op de achtergrond terwijl ik haar die dag per telefoon gezelschap houd. Met precisie kan ze onderscheiden welk soort wapens er worden gebruikt, in welke richting en hoe dichtbij. We blijven praten tot ze vermoeid van alle spanningen die avond vroeg in bed kruipt. Het is koud op haar onverwarmde kamer, maar in gedachten droomt ze weg naar de warmte van de Malediven. Tot ze nog voor middernacht opgeschrikt wordt door geweerschoten. Ook deze herkent ze feilloos: het zijn vreugdeschoten. De stad Homs is bevrijd.
Bevrijd, want haar angst is stilaan omgeslagen naar hoop, vreugde zelfs als ze in de vroege ochtend hoort dat ook Damascus gevallen is. Zoals elke morgen drinkt ze maté. Maar vandaag weet ze niet wat de dag zal brengen. Zal ze haar zoontje terugzien? Wanneer zouden de scholen terug opengaan? ‘Zouden we binnenkort samen naar de Malediven kunnen gaan? Kan ik je binnenkort komen bezoeken in België? Het lijkt wel een droom', grinnikt ze, 'deze vrijheid roept zoveel nieuwe vragen op!'
Voorlopig blijft ze binnen, want de vreugdeschoten klinken al 12 uur non-stop. Ze zijn niet zonder gevaar. Maar ze is vol hoop voor een betere toekomst voor haar land en voor haar zoontje …