Diocesane fase zaligverklaring pater Constan Lievens afgerond
Op de vooravond van Missiezondag, op zaterdag 17 oktober om 17 uur, gaat bisschop Jozef De Kesel van Brugge voor in een eucharistieviering in de Sint-Martinuskerk van Moorslede. Daarmee wordt de diocesane fase voor de zaligverklaring van de Vlaamse missionaris en jezuïet Constant Lievens (1856-1893) afgesloten. Het proces voor zijn zalig- en heiligverklaring ging in 2001 in het bisdom Brugge van start. Daarna werden getuigenissen verzameld. Alle relevante stukken die de heiligheid van Lievens bewijzen worden wellicht in de week na Allerheiligen aan de Congregatie voor de Geloofsleer in Rome overhandigd. Volgens postulator Bart Geryl wordt momenteel ook een mirakel onderzocht dat aan pater Lievens wordt toegeschreven en 12 jaar geleden in het bisdom Brugge zou hebben plaatsgevonden. Dat betekent dat de Vlaamse missionaris mits de pauselijke erkenning van zijn eerbiedwaardigheid mogelijk al op korte termijn kan worden zalig verklaard.
Postulator Bart Geryl: Hij kan gerust naast pater Damiaan staan. Zelfs Moeder Theresa had een grote verering voor pater Lievens. Pater Lievens is nog steeds een held en bevrijder voor de bevolking in de regio van Ranchi (India). Hij kon destijds onder meer beletten dat de bevolking haar gronden kwijtspeelde aan plaatselijke landheren. Het streven naar sociale rechtvaardigheid vormt zijn handelsmerk en het blijft een bron van inspiratie voor mensen van vandaag.
Pater Constant Lievens kan gerust naast pater Damiaan staan. Postulator Bart Geryl.
Constant Lievens werd geboren op 10 april 1856 in het West-Vlaamse Moorslede. Na zijn studies aan het Kleinseminarie van Roeselare en het Grootseminarie van Brugge trad hij in bij de jezuïeten in Drongen (1878). Hij vertrok twee jaar later op 24-jarige leeftijd voorgoed naar India, waar hij zich zou bekommeren om het lot aan van de arme en uitgebuite Adibasi-bevolking in het gebied van Chotanagpur (Ranchi). Zijn mateloze inzet eiste een zware tol. Uitgeput en door tering geveld keerde hij in 1892 naar België terug en stierf in het klooster in Heverlee op 7 november 1893. In 2001 werd een proces tot zaligverklaring opgestart.