Motu proprio over godgewijd leven in oosterse Kerk

Met het moto proprio Ab initio stemt paus Franciscus de normen van de Latijnse en Oosterse ritus beter op elkaar af.
13/12/2020 - 10:00
Viering van de Dag van het Godgewijde leven met duizenden religieuzen in de Sint-Pietersbasiliek
Viering van de Dag van het Godgewijde leven met duizenden religieuzen in de Sint-Pietersbasiliek © Vatican Media

Paus Franciscus heeft met het van de week verschenen motu proprio Ab initio enkele normen voor de Oosterse kerken aangepast. Het document is het logische gevolg van het eerder gepubliceerde document Authenticum charismatis. Daarin had hij bepaald dat nieuwe instituten van godgewijd leven door de Heilige Stoel moeten erkend worden om een buitensporige vermenigvuldiging en een versplintering tegen te gaan.

Met het nieuwe motio proprio Ab initio wordt die maatregel voor de Latijnse ritus nu ook in overeenstemming gebracht en in normen gegoten voor de oosterse met Rome geïnieerde kerken. Ab initio bepaalt dat de Heilige Stoel  verantwoordelijk is voor zowel het begeleiden van de bisschoppen in het onderzoeksproces dat leidt tot de kerkelijke erkenning van een nieuw instituut of een nieuwe gemeenschap, als voor het uiteindelijke oordeel over de authenticiteit van het doel van de gemeenschap.  

Mgr. Giorgio Demetrio Gallaro, de secretaris van de Congregatie voor de Oosterse Kerken, verduidelijkt dat de paus het kerkelijke recht van de Latijnse en de Oosterse ritus zo veel mogelijk op elkaar wil afstemmen en op een lijn wil brengen. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie zijn veel nieuwe vormen van godgewijd leven en instituten ontstaan, zowel in de kerk van de Latijnse ritus als in de oosterse kerken. Sommige instituten zijn zelfs in beide ritussen actief.

Mgr. Gallara benadrukt dat oosterse kloosterinstituten meestal al veel vroeger zijn ontstaan en dat nieuwe gemeenschappen er uitzonderlijk zijn. Bovendien bestaat in vele van deze oosterse kloosterinstituten een vorm van religieus leven die niet overeenkomt met de betekenis van het godgewijde leven zoals dat momenteel wijdverbreid is in de westerse kerk.  M.a.w. er zijn weinig kloosterordes in de oosterse kerken en de weinige die er zijn, zijn voornamelijk gebaseerd op eeuwenoude kloostertradities. Daardoor stappen diegenen die voor het kloosterleven kiezen vaak over naar de latijnse ritus of worden zij zogenaamde biritualisten die zowel de Latijnse als de Byzantijnse ritus vieren.

Bron: Vaticannews.va