Archeologen botsen op resten van bisschoppelijk paleis in Ieper
In het West-Vlaamse Ieper worden voor het eerst op grote schaal de funderingen blootgelegd van wat het bisschoppelijke paleis moet zijn geweest. Het bisdom Ieper werd op 12 mei 1559 opgericht en had zijn zetel in de Sint-Maartens- en Sint-Niklaaskathedraal. Maar tijdens de kerkelijke reorganisatie onder Napoleon in 1801 werd het bisdom opgeheven. De Fransman Martinus de Ratabon, de 13de bisschop van Ieper, gaf op het einde van de 17de eeuw de opdracht om een bisschoppelijk paleis in Franse stijl op te trekken naast de kathedraal. Na de afschaffing van het bisdom in 1801 deed het nog kort dienst als achtereenvolgens militaire opslagplaats, bisschoppelijk college en gerechtsgebouw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw definitief uit het geheugen gewist.
Tijdens de werken voor een nieuwbouw werd een muur van het voormalige bisschopshuis blootgelegd. Daarna werd onder leiding van CO7, de intergemeentelijke dienst voor roerend en immaterieel erfgoed voor Ieper en de rest van de Zuidelijke Westhoek, in de buurt van de Leet een grote oppervlakte opgegraven. Daarbij worden langzaam maar zeker de resten van het bisschoppelijke paleis blootgelegd. Olivier Van Remoorter, de archeoloog van dienst bij BAAC Vlaanderen, zegt in de krant Het Nieuwsblad dat dit al enkele spectaculaire vondsten heeft opgeleverd. Volgens hem zorgde de aanwezigheid van een bisschopszetel destijds ook mee voor een heropbloei van de stad en leidde het ertoe dat nogal kloosters en abdijen zich in de regio vestigden.
Bij de werken zijn ook enkele resten van obussen en geweren opgegraven, vooral uit de Eerste Wereldoorlog, maar er werden ook vier gietijzeren kanonskogels uit de zeventiende of achttiende eeuw teruggevonden.
Bron: Stad Ieper/Het Nieuwsblad