Het is goed voor mensen om gelijkgezinden te ontmoeten - Lydia
Lydia - of de vrouw van ‘geen woorden maar daden’
Haar kleren volgden niet de laatste mode, maar lieten je persoon en je figuur het best tot hun recht komen.
Toen Lydia een half uur voor openingstijd haar boetiek binnenstapte, had ze het gevoel alsof ze al een halve werkdag achter de rug had. Geert was zoals zo vaak op zakenreis naar Singapore en dus kwam de hele ochtendspits van een gezin met drie schoolgaande kinderen op haar terecht. Lisa’s haar moest gevlochten, Beric vond zijn zwemspullen niet en Mathilde zat dromerig achter haar cornflakes zonder een hap naar binnen te steken. Lydia had er als een volleerde ballerina tussendoor gedanst, hier een beker melk ingeschonken, daar een appel geschild, een handdoek in een zwemtas gepropt, een paar veters gestrikt en zonder haar stem te verheffen Mathilde met de regelmaat van een kookwekker aangespoord om verder te eten.
Ze had het slagveld achtergelaten voor Bernadetta, de schoonmaakster, en was vanaf de schoolpoort meteen verder gereden naar het adresje dat ze gisteren al surfend op internet was tegengekomen. Een vrouw die uit soepele, zelfgeweven stof brede sjaals maakte, die je ook als omslagdoek kon gebruiken. Ze had een speciaal systeem bedacht waarmee je de sjaal om je bovenlijf kon wikkelen en hem op je rug met een eenvoudige speld kon vastzetten. Het deed haar heel in de verte denken aan de foto’s van haar overgrootmoeder: een vrouw die haar handen vrij moest hebben in de koestal en in de keuken, en zo’n omslagdoek gebruikte om haar borststreek warm te houden. Misschien was het iets voor haar boetiek. Een authentiek product met een hint naar vroeger. Ze moest de vrouw alleen overtuigen om haar kleurenpalet aan te passen, want de grijze en beige tinten die ze nu produceerde waren onverkoopbaar. Warme, gedurfde tinten, dat deed het altijd. Ze had drie sjaals gekocht en een proefbestelling geplaatst in een gamma van dieppaars, wijnrood en oranjebruin.
In de boetiek keek ze kritisch naar de etalage die gisteren nieuw was ingericht. Ze verschikte een hoedje en een handtas, maar al met al was ze tevreden. Ze speurde rond. Waar zou ze de sjaals leggen? Ze verwachtte geen stormloop op die bijna kleurloze dingen, maar ze wilde toch graag weten hoe haar vaste klanten erop zouden reageren. Misschien bij het rek met betere tweedehandskleren, daar hingen wel vaker dingen die niet 100% spoorden met de stijl die de rest van haar zaak uitstraalde. Of bij de plank met creatieve kledingtips, waar ook de huisschoenen van Birgit stonden. Ze koos voor het laatste en keek in haar agenda.
Vanavond was er die lezing van Martin Barry, de ophefmakende spreker uit Engeland. Ze had een babysit geregeld, omdat ze hem graag wilde horen. De interviews in de krant die ze van hem had gelezen hadden haar nieuwsgierig gemaakt. De man pleitte voor een nieuwe wereld, waarin winst maken niet meer de hoofddrijfveer zou zijn. Mensen zouden weer gaan werken omdat ze er lol in hadden. In hun dagelijks leven zouden ze zich omringen met dingen die schoonheid uitstraalden. Dingen die je niet per se zelf hoefde te hebben, maar die je ook kon delen met anderen. Of die je weer doorgaf als hun functie in jouw leven was afgerond. De projecten rond autodelen en gemeenschappelijk bezit van apparaten als een hakselaar of een partytent, spraken haar bijzonder aan. Precies om die reden was ze met haar boetiek begonnen: duurzame kleren die hun kwaliteit en look behielden ook na het eerste modeseizoen. Kleren die je niet kocht omdat ze volgens de laatste mode waren, maar omdat ze jouw persoon en figuur het best tot hun recht deden komen. Gemaakt van materialen die onderhoudsvriendelijk waren en er met de jaren vaak mooier op werden. Daarom paste de corner met tweedehandskleren van de betere soort ook perfect in haar winkelconcept. Ze wilde graag horen wat Barry te zeggen had. Kijk, daar was haar eerste klant al. Benieuwd hoe die op haar omslagdoeken zou reageren.
Die avond zat ze op de derde rij bij de lezing. Ze ging door in een klamme zaal naast een kerkje dat niet meer in gebruik was. Er stond niet eens een bloemetje op de tafel waarachter de spreker zat. Lydia ergerde zich vaak aan de slordigheid van sommige organisatoren. Maar Barry zat rustig in zichzelf gekeerd te wachten op het begin. De man straalde evenwicht uit, dacht Lydia nieuwsgierig. Toen hij begon te spreken, hing het publiek vanaf de eerste zin aan zijn lippen.
Hij gaf voorbeelden waarin iedereen zich herkende, over de hectische wereld die we met zijn allen in stand hielden en die we niet durfden los te laten uit angst om in de stilte terecht te komen.
Hij sprak over de invulling van die stilte: de voordelen van ruilen, de waarde van aandacht voor elke mens die je tegenkwam, de sterke kracht van bondgenootschappen, de onverwoestbaarheid van een economie die gebaseerd was op duurzaamheid. Het publiek zoog zijn woorden op. De mensen die vragen stelden achteraf wilden nog meer duiding, nog meer inspiratie. Iedereen wilde mee met de gloed waarin hij hen had gebracht, en hoopte tegen beter weten in dat zijn leven voortaan ook zo ongecompliceerd consequent zou kunnen zijn.
Na afloop bladerde Lydia nog wat in een van zijn boeken die op een apart tafeltje te koop werden aangeboden. Net toen ze weg wilde gaan, ving ze op dat er iets fout was gelopen met de hotelreservatie van Barry. Klungelige organisatoren, dat zag je aan alles. “Kan ik misschien helpen?” vroeg Lydia alert. “Boven mijn boetiek heb ik een leegstaand gastenverblijf. Geen grote luxe, maar er is alles wat je nodig hebt voor een overnachting.” Ze had het bij de verbouwing van het pand meteen mee laten inrichten. Er waren vage plannen geweest om het te verhuren, maar dat was er nog niet van gekomen. Haar zus gebruikte het af en toe als ze een paar dagen kwam logeren. Het was er rustiger dan bij Lydia thuis.
Barry glimlachte bescheiden. “Daar ga ik graag op in, als het voor u kan”, zei hij. Na nog wat heen en weer gepraat, nam ze hem op sleeptouw. Het was niet ver, hooguit tien minuten lopen. Barry had zijn rolkoffertje bij. Onderweg vertelde ze op zijn uitnodiging over het concept van haar boetiek. Hij luisterde geïnteresseerd, stelde af en toe een kleine vraag. Lydia genoot ervan om te kunnen schetsen hoe het idee gegroeid was en waarmee ze allemaal rekening had gehouden. En hoe het nu liep, dat ze een begrip was geworden in de stad. “U kunt uw boetiek gebruiken als de focus van een nieuwe beweging op vele gebieden”, zei hij ten slotte. “Het is goed voor mensen om gelijkgezinden te ontmoeten. Niet alleen voor lezingen zoals vandaag, maar ook voor workshops waarop ze kunnen uitwisselen.” Het zette Lydia aan het denken.
Op weg naar het gastenverblijf streelde Barry de beige sjaal.
'Mooi', zei hij. 'Maar ik hou meer van kleur. Het is belangrijk om niet vaal en kleurloos over te komen als je vernieuwend wilt zijn.'
Lydia glimlachte breed. Volgende week verkoop ik de sjaal in een mengeling van paars, donkerrood en roestbruin, zei ze. Barry lachte. Dan koop ik er een de volgende keer dat ik hier kom. Lydia liet hem zien waar hij kon slapen en ze namen afscheid.
Beneden in de boetiek keek ze rond met nieuwe ogen. Misschien moest ze nog meer durven. Achter de winkelruimte was een kamer. Daar kon ze een grote tafel zetten en er mensen omheen verzamelen voor brainstorms, voor workshops, voor buurtontmoeting. Alles was mogelijk.
Ze wilde meebouwen aan een nieuwe wereld, stap voor stap.
Klein beginnen, als een mosterdzaadje, en uitgroeien tot een grote boom met takken waarin de vogels zouden komen nestelen.
Lydia in de Bijbel
De grote figuur van het eerste christendom was Paulus. Hij trok van stad naar stad om er aan mensen over Jezus te vertellen en zo kleine groepjes christenen op te richten. Maar Paulus kon alleen maar succes boeken als hij gehoor vond, als hij mensen kon overtuigen en als er iemand was die hem onderdak bood en zijn medestander werd. Dat liep in elke stad weer anders. In Filippi, een stad in Macedonië (nu in het uiterste noordoosten van Griekenland), ontmoet Paulus Lydia, een vrouw die in purperstoffen handelde. Ze vereerde God. De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus. Nadat zij en haar huisgenoten waren gedoopt, nodigde ze ons uit met de woorden:
‘Als u ervan overtuigd bent dat ik in de Heer geloof, neem dan bij mij uw intrek.’
Ze drong er bij ons sterk op aan.
Lydia was voor het bezoek van Paulus al vertrouwd met de joodse godsdienst en vond in zijn verhalen over Jezus het geloof waarnaar ze op zoek was. Ze was waarschijnlijk vrij rijk, omdat purperen stoffen heel kostbaar waren en enkel door ambtsdragers werden gedragen. Ze moet een groot huis hebben gehad, zodat ze Paulus en zijn vrienden kon laten logeren en hem helpen bij zijn verdere onderneming.
Meer weten
- Er zijn veel manieren om moeder te worden - Elisabet
- Lees het verhaal van Lydia in Handelingen 16
- Kom naar de boekvoorstelling op 8 maart 2017 in Leuven
- Kolet Janssen. Bijbelse vrouwen van nu: over Maria, Lea, Susanna en de anderen. Pelckmans Pro, 2017, ISBN 9789463370431, 183 pagina’s, 24,50 euro. Bestel op Kerknet
- 6 verhalen kon je eerder lezen op Kerknet