Toon Hermans over God: 10 uitspraken om bij stil te staan
De laatste jaren van zijn leven had Toon Hermans (1916-2000) een reeks gesprekken over God en geloof met Mieke Mosmuller, een bevriende arts en schrijfster. Mosmuller bundelde de gesprekken in het boek Gewoon God. Wij herlazen het boek en pikten er 10 treffende gedachten uit van de legendarische Nederlandse cabaretier.
- ‘Misschien begint geloven in God wel bij de aandacht voor de ander.’
- ‘Men gelooft niet in God, maar schrijft hem wel almacht toe: Hij moet ons tegen lijden beschermen. Omdat hij dat niet blijkt te doen, bestaat hij dus niet.’
- ‘Wat duiden we eigenlijk aan met het woordje God? Je kunt toch niet in drie letters zeggen wat God is?’
- ‘Als ik even mijn adem inhoud, voel ik dat het absurd is dat er ooit een tijd komt dat ik niet meer adem. Die gedachte is zo in strijd met ‘leven’. Dat kan gewoon niet! Wat zou de mens dan een zinloze schepping zijn…In die sfeer vind ik God – als aanleiding van eeuwig leven.’
- ‘In de maat van de dingen zie je de reflex van het goddelijke. De schepping is feilloos van maat.’
- ‘We doen vaak zo moeilijk als het om geloven in God gaat. Soms heb ik zo’n idee dat vrijwel alle geschriften het zo moeilijk hebben gemaakt.’
- ‘God is stilte.’
- ‘Genade… zegening… inspiratie… bezieling zijn uit de tijd geraakt gevoelens, omdat de wijze van denken over God zo rationeel is geworden. Wat ik niet begrijp, wil ik niet aanvaarden.’
- ‘Ik geloof niet dat wij God moeten bejubelen zoals we de mensen bejubelen. Dat is iets voor de Olympische Spelen.’
- ‘Het kruis is een groots teken. Mij spreekt het het sterkst aan als ik er stilzwijgend tegenover sta. Alleen maar kijken… dan is de hele ruimte gevuld.’
Uit: Gewoon God, Toon Hermans en Mieke Mosmuller, De Fontein/Baarn, 1998