Moeten we echt kiezen tussen hoop en wanhoop?
Geen woord waarover zoveel tegenstrijdige verklaringen worden afgelegd als hoop. Dat ontdekte ik toen ik citaten sprokkelde voor de Dag van het Woord, het begin van de Advent.
Van Obama tot Paus Franciscus vinden dat deze tijd vooral hoop nodig heeft. Maar Nietzsche noemt de hoop het kwaadste der kwaadste, omdat zij de marteling verlengt. En de Nederlandse schrijver en dichter Lévi Weemoedt vraagt: Is er nog hoop? Ja, een hoop ellende.
Het lijkt wel of hier een levenskeuze te maken is: hopen of hoop laten varen. Maar dat lijkt alleen maar zo. Ik denk dat onze hoop er veel bij te winnen heeft als we wat meer zouden wanhopen.
Redenen genoeg om te wanhopen
De tegenstanders van de hoop hebben de levenservaring op hun hand. Kijk maar naar het nieuws. Of naar je eigen leven. Vroeg of laat weigert het om aan je verwachtingen te voldoen. Alles wat wij in onze westerse cultuur bewust of onbewust waarderen - jeugd, autonomie, activiteit, gezondheid, verbinding - wordt uiteindelijk door het leven tegengesproken. Een scheiding, ontslag, ziekte, zorgen en ouderdom dwarsbomen je mooie levensplan.
Dan heb je de keuze. Niet tussen hopen en wanhopen. Maar tussen de wanhoop onder ogen zien en vluchten in valse hoop.
Vluchten in valse hoop kennen we allemaal. Het is de rode sportwagen, plastische chirurgie en de jongere partner voor wie in het middenleven voor het eerst geconfronteerd wordt met eigen ouderdom. Maar ook in de drukte van ons eigen leven zit veel vluchtgedrag.
Valse hoop is eigenlijk waan-hoop, verkeerde hoop, verborgen wanhoop. De tegenstanders van de hoop verzetten zich vooral tegen de illusie van valse hoop. Tegen de slavernij van altijd maar najagen van voorbijgaande dingen.
Moed der wanhoop
Wat zij daar tegenover stellen is de moed om de wanhoop onder ogen te zien, in de duisternis te gaan in plaats van ze te verdringen.
Onze cultuur is dringend toe aan een herwaardering van duisternis, van niet-weten, van onmacht.
Duisternis is de ervaring dat het leven radicaal ánders is, wijdser dan onze verwachtingen, dubbelzinniger dan onze waarden, mysterieuzer dan onze kennis, machtiger dan onze controle.
Duisternis is de schaduwzijde van de ervaring van transcendentie. Omdat we nog niet gewoon zijn aan de smaak van wat ons overstijgt, ervaren we het als smaakloos.
Om transcendentie te leren smaken, hebben we tegentijdse waarden nodig: overgave, vertrouwen op een grotere macht, nederigheid, luisteren, aanbidding, aanhankelijkheid, passiviteit, aandacht.
Hoop voorbij de hoop
Wie smaak heeft gevonden in het transcendente, gaat trouwens dat wat is op een nieuwe manier beleven. Zegt de God van de Bijbel niet van zichzelf: Ik ben die is?
Zo keert de hoop die zich onthecht heeft van tijdelijke dingen en zich keerde naar transcendente bronnen, terug naar de wereld van het tijdelijke. Misschien kunnen voor- en tegenstanders van de hoop elkaar daar ontmoeten:
Hopen op wat is, zo gewoon en zo goddelijk als de adem in je neus en de grond onder je voeten.
Het wordt mijn spirituele motto voor 2018.
Foto: David Pacey CC