Waarom Bachs Johannespassie niet moet onderdoen voor de Mattheüs
Natuurlijk is Bachs Mattheüspassie een meesterwerk. En we hoéven niet te vergelijken, maar dat gebeurt toch: wie zich tot Bachs Johannespassie bekent, krijgt vaak te horen hoe wonderlijk de Mattheüspassie wel niet is. Omgekeerd gebeurt dat zelden. Is de Johannespassie dan echt maar een opwarmertje? Het is maar hoe je het bekijkt.
Zelf heb ik met de Mattheüspassie niets. Ik vind ze eerlijk gezegd nogal langdradig. De Johannespassie heeft me altijd meer bekoord: de dramatiek, de scherpte, de vinnige koorpassages, de licht-koortsige evangelist en een reeks aria’s die ik persoonlijk sterker vind dan die in de Mattheüs. Het helpt natuurlijk als er nu en dan een cd-opname opduikt die al die troeven pront op tafel gooit. Zo die onder leiding van Marc Minkowski, ooit een (veel te) korte periode muziekdirecteur van Opera Vlaanderen.
Dat kan geen toeval zijn: de Johannespassie wordt wel eens Bachs enige opera genoemd.
Terzelfder tijd verscheen een boek met de sprekende ondertitel Waarom Bachs kleine passie minstens even mooi is als de Mattheüs. Daarin houden twee Nederlandse muziekschrijvers een hartstochtelijk pleidooi. Of beter: ze schakelen daarvoor een schare vooraanstaande kenners in. Zangers, dirigenten en schrijvers die bij elk van de 40 nummers waaruit de Johannespassie bestaat voor achtergrondinformatie zorgen: waarom klinkt een passage op een bepaalde manier, waar moeten zangers voor opletten, enzovoort: smullen voor de liefhebbers van de interne muzikale keuken. Wat zeker is: met dit boek en deze opname beluister je Bachs Johannespassie als nooit tevoren.
In het boek staan ook tal van redenen opgesomd die de Johannespassie anders en voor sommigen zelfs beter maken dan de Mattheüspassie. Zoals gezegd: een vergelijking hoéft niet, maar is wel eens leuk.
7 troeven van Bachs Johannespassie
1. Onweerstaanbaar openingskoor
Over smaken en geuren enzovoort. En toch. Tegenover het kabbelende en treurende openingskoor van de Mattheüspassie staat het ijzingwekkende begin bij Johannes: Herr! Herr! Herr! Unser Herrscher. De bassen kloppen als een hart, daarboven onrustig gewriemel in de violen en ongrijpbaar lange lijnen in de houtblazers. Zitten en luisteren, lijkt de muziek te bevelen.
2. Meteen terzake
De vergelijking is misschien wat gewaagd, maar de Johannespassie begint zoals een James Bond-film: we zitten meteen midden in de actie, met de scène in de olijfgaard en het verraad van Judas.
3. Bondig en intens
Met een duur van 1u45 is de Johannespassie een uur korter dan de ‘grote broer’. Dat maakt ze heftiger en vlotter, maar geeft ze ook een dwingender vertelkracht.
4. Minder (be)lijdend, meer vertellend
De verteller zit korter op de bal, geeft het verhaal meer vaart en minder beschouwend dan in de Mattheüspassie. Opmerkelijk daarbij zijn enkele terzijdes in zijn betoog, details die eigenlijk niets toevoegen maar die soms benadrukt worden, bijv. ...denn es war kalt... of ...und der Knecht hieß Malchus... Het zorgt soms voor een onheilspellend tintje.
5. Heftige koortjes
14 keer komt het koor — het volk, uiteraard — tussenbeide met korte, opruiende ‘turbae'. Het volk gaat tekeer als opgehitste voetbalsupporters in een Anderlecht-Standard. Hoor ze tekeergaan in de scène met Pilatus (Wäre dieser nicht ein Übeltäter) of bij de prompte verdeling van Jezus’ bezittingen aan het kruis: Lasset uns den nicht zerteilen.
6. Prachtige, soms minder bekende aria's
Het hoeft niet altijd om de aria Erbarme dich (uit de Mattheüs) te draaien, en de vraag of die nu op 2 of op 3 staat in de Klara Top 100. Of rond Es ist vollbracht, de pendant daarvan in de Johannes. Keuze te over bij Johannes. Het kleinood Betrachte, meine Seel, het letterlijk adembenemende Eilt, ihr angefochtnen Seelen tot het prachtige Mein teurer Heiland, lass dich fragen (met dat zwevende koor erboven). En tussendoor ook Ach, mein Sinn, de tenoraria waarin een hortend ritme, grote melodiesprongen en schurende akkoorden het berouw en de radeloosheid van de Petrus verklanken.
7. Het verstilde einde
De originele versie besluit met het intieme koraal Ach Herr, lass dein lieb Engelein. Geen slotkoor dat je platslaat, maar eerder met een moment van reflectie achterlaat.