Stille Nacht, laat ons het zingen zoals die eerste keer
Een postkaartje van een vriendin uit Tirol maakte mij erop attent: het is precies 2 eeuwen geleden dat Joseph Mohr en Franz Gruber tekst en muziek van Stille Nacht neerschreven. In korte tijd veroverde het kerstlied de hele wereld.
Toch merkwaardig hoe een niet eens hoogstaand literaire tekst op een eenvoudige melodie meteen zo’n vlucht neemt?
Ook die eerste uitvoering had niets majestueus: in de Sint-Nikolauskerk van Oberndorf, in het Oostenrijkse Salzburgerland gezongen door twee vrienden, begeleid op gitaar omdat het orgel niet bespeelbaar was.
En toch: wie laat dit lied onberoerd? Het intrigeerde mij en ik ging op zoek naar de geschiedenis van het lied.
Stille Nacht werd geschreven op een moment dat Europa het droevige toneel was van verwoesting door oorlog, economische crisis, conflicten en hongersnood. Vooral de Duitse staten werden zwaar getroffen. In het jaar 1816, dat de geschiedenis inging als ‘het jaar zonder zomer’, zorgde het slechte weer in midden-Europa ook nog voor een mislukte oogst en als gevolg daarvan hongersnood.
Stille Nacht is een oproep om stil te worden bij het grote gebeuren van de kerstnacht en zingt hoopvol ‘over Hem die vrede en heil komt brengen’. De wereld hunkerde naar vrede en ‘een nieuw begin’.
Die eerste tweestemmige uitvoering door de twee vrienden, pastoor en dorpsorganist, tenor en bas, moet heel intiem hebben geklonken.
Als een oproep tot verstilling. En of die boodschap aansloeg. De oorspronkelijke versie – in het Duits – werd in de loop der jaren in meer dan 100 talen vertaald. Er bestaan zelfs heel wat versies in dialecten. In 2011 werd het lied door de Unesco opgenomen op de lijst Immaterieel Cultureel Erfgoed.
Ik herinner ook graag aan wat er in de kerstnacht van 1914 – begin Wereldoorlog II – aan het front gebeurde. De soldaten waren uitgeput. Het vroor en er viel sneeuw. Plots begonnen Duitse mannen te zingen: Stille Nacht. De Britten hoorden iemand aan de overkant ‘Zalig Kerstfeest’ wensen. Behoedzaam kwamen de soldaten uit de loopgraven en begaven zich naar het niemandsland, waar ze ten slotte urenlang samen kerstliederen zongen.
Hoe heilig kan de nacht wel zijn
waar mensen weerom
woorden vinden
om te bidden:
geef ons vrede?
Caritas Van Houdt
Uitgeverij Muurkranten vroeg me een kerstboekje te wijden aan het lied Stille Nacht, in de reeks geschenkboekjes. Bovenstaand citaat komt uit het geschenkboekje. Op mijn manier hoop ik hiermee iets bij te dragen tot de stille hulde aan dichter en componist van dit kerstlied aller tijden. Als wij het dit jaar zullen zingen, laat het ons dan, verbonden met elkaar, met ontelbaar velen én met dankbaarheid doen.
Dit verhaal verscheen eerder in Brugghelinghe, het contactblad van de abdijgemeenschap Sint-Trudo in Brugge. Maak kennis via de website.